Yo! KVS raps. Na Mohammed Ali, Malcolm X en Winnie Madikizela Mandela transformeert Jr.cE.sA.r nu de figuur van rapper Tupac tot zinderend muziektheater. Verwacht een ontspoorde show met basdreunen die simultaan je trommelvliezen en ingewanden masseren.
Tupac, alias 2Pac, alias Makaveli, is wellicht de meest besproken rapper uit de geschiedenis. Ondanks, of dankzij het feit dat hij op 25-jarige leeftijd al het loodje legde na een tweede aanslag op zijn leven – een leven getekend door zijn buitengewone talent, succes en rijkdom, activisme, misdaad en justitie. In de KVS gaan regisseur Junior Mthombeni, muzikant Cesar Janssens en schrijver Fikry El Azzouzi van Jr.cE.sA.r daar samen met performers Gloria Boateng, Andie Dushime, Junior Akwety, Alex Akuete en Zediam mee aan de haal.
Fikry El Azzouzi is de geknipte man om Tupac even in te leiden. Hij was fan tijdens zijn jeugd in de jaren 1990, toen het MTV-programma Yo! MTV Raps vaste prik was op zondagmorgen. In zijn laatste roman De beloning zat ook al een personage dat dacht dat hij Tupac Shakur was en om de haverklap “Thug life!” riep. El Azzouzi verzekert ons dat de voorstelling vol referenties aan Tupac, diens muziek, en de typerende slang zit. Maar hij wil ook de aandacht vestigen op het activisme en de strijdvaardigheid van Tupac.
Tupac was eigenlijk een soort lightversie van Malcolm X, behalve dan dat hij van blingbling hield en Malcolm niet
Fikry El Azzouzi: “Tupac was eigenlijk een soort lightversie van Malcolm X, behalve dan dat hij van blingbling hield en Malcolm niet. Maar eigenlijk had hij veel persoonlijkheden. Hij kon heel uitbundig zijn, maar ook heel kwaad. Hij was behalve een rapper ook een acteur en een heel goede dichter, en hij schreef activistische speeches en songs zoals 'Words of wisdom'.”
“Bepalend was het moment waarop hij ervan overtuigd raakte dat Biggie hem verraden had (The Notorious B.I.G., eerst Tupacs vriend, werd nadien zijn rivaal omdat Tupac hem verdacht van diefstal en medeweten van de eerste aanslag op Tupacs leven, red.). Toen hij na de eerste aanslag in de gevangenis zat voor een vreemde verkrachtingszaak, boekte Biggie een enorm muzikaal succes met het nummer 'Who shot ya?'. Na zijn vrijlating op borg nam Tupac weerwraak met het legendarische dubbelalbum All eyez on me. Maar op den duur werd er ook een karikatuur van hem gemaakt. Woorden als gangsta, thug life of bitch betekenden in die scene trouwens ook niet wat de meesten er hier allemaal van maken. Ook daarover zullen we het wel even hebben.”
Hoe biografisch wordt de voorstelling dan?
Junior Mthombeni: Misschien nog wel minder dan onze vorige over Malcolm en Winnie. Wat je vooral hebt met zulke historische figuren, is dat er veel verhalen rond hangen die als kapstok dienen om het over van alles en nog wat te hebben.
Cesar Janssens: De wereldgeschiedenis wordt doorgaans op een blanke en westerse manier verteld. Over bepaalde dingen hoor je wél op school, andere verhalen verdwijnen tussen de plooien. Dat geldt misschien meer voor figuren als Malcolm X en Winnie Mandela dan voor Tupac, maar toch. Die hele hiphopscene heeft echt veel zaken in gang gestoken op muzikaal vlak. Het fenomeen van de homestudio's die iedereen nu heeft, komt bijvoorbeeld uit de hiphopscene, waar die gasten thuis bezig waren met hun cassettes. Tot dan moest je ook altijd bij een grote platenmaatschappij zijn om gehoord te worden. Zij hebben dat doorbroken. Daar wordt te weinig bij stilgestaan.
Mthombeni: We pakken ook het verhaal mee van Túpac Amaru II, de achttiende-eeuwse Peruviaanse Inca-strijder – zij het ook weer niet in detail. Zoals de moeder van Tupac Shakur die historische naam aan haar zoon gaf – wetende wat zo'n historische strijdersnaam betekende – zo raken wij ook aan namen en verhalen uit het verleden waar een legacy aan vasthangt. Het is goed om te weten wie vóór je heeft gevochten.
Janssens: We proberen vooral de sfeer die die mensen hebben gecreëerd opnieuw te laten ontstaan in de zaal, zodat je die kan ervaren. Die vibe en trilling rond Malcolm, Winnie en nu Tupac even recreëren: dat is onze manier van theater maken.
‘Who’s Tupac?’ gaat over de droom van succes. De ambitie om het te maken, en wat je daarvoor allemaal in de weegschaal legt
Wat zijn daarvoor de ingrediënten?
Mthombeni: Je neemt een stukje Cesar, een geut Fikry en dan gooi je dat in de fantastische groep performers die we hebben met Gloria, Andie, Junior Akwety, Alex en Zediam. Cesar heeft veel fantastische eigen muziek geschreven. En de vorm heeft ons ook veel geholpen. Dat is die van een talentenjacht op televisie, genre The Voice. Het gaat over de droom van succes. De ambitie om het te maken, en wat je daarvoor allemaal in de weegschaal legt. In hoeverre wil je je verhaal vertellen? Want een sad story helpt altijd om meer hits en likes te krijgen. Zo zie je bij ons kandidaten die heel ver gaan om toch de heritage van Tupac te kunnen opeisen. Het gaat ook over wat geld en bekendheid met je doet. Tupac is jong gebombardeerd tot wereldster, maar ook jong gestorven.
Janssens: Als je in een situatie zit waarin je niet gezien wordt en waar gelijkwaardigheid ver te zoeken is, dan doet dat pijn en zoek je een uitweg om wel iets te betekenen. Dat gevecht, en het falen onderweg, zit vervat in onze maatschappij, en ook in ons stuk. En wat betekent het dan om te slagen? Is dat rijk zijn en een zeilboot kunnen kopen?
Over naar de muziek dan. Iets anders dan wat een ex-drummer van The Kids gewoon is?
Janssens: In het begin dacht ik: fuck, ik ben 64 en toch wel met andere muziek bezig. Maar op Netflix heb je bijvoorbeeld al die serie Hip-hop evolution, die fantastisch is omdat je daar de grote lijnen meekrijgt, van de Wu-Tang Clan, West Coast versus East Coast enzovoort. En al wordt het in die serie niet letterlijk gezegd, ik heb er twee zaken van opgestoken. Ten eerste: amplify your shit. Dat is wat die gasten deden. Een micro, speakers, en bam: ze gaan hier horen wat ik te zeggen heb. Ten tweede: this is my shit. Dit is iets wat ik maak, en niemand anders. Dus ben ik zeker niet beginnen te pikken of kopiëren. Ik heb ook mijn shit gedaan, geïnspireerd op hiphop, en met beats en grooves, maar wel míjn beats en míjn grooves. En als je dan met zo'n getalenteerde performers werkt die daarmee aan de haal kunnen gaan, dan kom je waarachtig over.
Mthombeni: Ik heb een paar muzikanten gehoord die zeiden dat ze de beats van Cesar beter vonden dan die van Tupac. Just saying. (Grijnst)
Wie niet van luide muziek houdt, zal oordopjes moeten meenemen, want je kan dit niet op een vriendelijke manier brengen. Je gaat de basdrum in je buik voelen
Zitten we dan met een theaterstuk, een performance of een concert? En wordt de scène opnieuw een kijkstuk zoals in Dear Winnie,? Bij jullie vervagen de grenzen weleens.
Janssens: Onze 'televisieshow' begint op een iet of wat realistische manier, maar dan valt het uiteen en zal het misschien op sommige momenten wat moeilijker begrijpbaar zijn. Je mag het als toeschouwer zelf wat uitzoeken. Wie niet van luide muziek houdt, zal oordopjes moeten meenemen, want je kan dit niet op een vriendelijke manier brengen. Je gaat de basdrum in je buik voelen. En visueel gaan we ook weer een stapje verder. Stef Stessel, Ralf Nonn en ik hebben ons opnieuw geamuseerd met de scenografie, maar daar kunnen we nog niet veel over zeggen – tenzij dat je in de richting van de geluidsinstallatie moet kijken. Ook op die manier gaat het trillen.
WHO’S TUPAC?
7 > 9/9 (try-outs) & 10 > 22/9, KVS BOL, www.kvs.be
Lees meer over: Podium , Who’s Tupac? , Jr.cE.sA.r , Cesar Janssens , Fikry El Azzouzi , Junior Mthombeni , KVS