Stel: je wil een nieuwe brouwerij bouwen, maar de bouwkosten lopen danig uit de hand. En als het brouwpaleis dan toch afraakt, treft de coronacrisis je daar waar het het meest pijn doet: in de cafésector. Het overkwam Brasserie de la Senne, Brussels grootste brouwerij, die nog maar net verhuisde naar Thurn & Taxis. “De Brusselaars die hier komen kopen, houden ons in leven.”
| Yvan De Baets in de uitgestorven cafetaria van Brasserie de la Senne: "We verkopen vandaag maar 15 tot 20 procent van het volume van voor de coronacrisis."
Dat je zelfs in de toiletgang wat aan de toog kan hangen, merken we op, terwijl brouwer Yvan De Baets ons door de sfeervolle, maar ook uitgestorven cafetaria van de nieuwe brouwerij leidt. De gang in kwestie is immers voorzien van een lange houten boord, perfect op bierglashoogte. De Baets knikt en wijst naar de lampenkabels die uit het plafond steken. “En hier kan ik mezélf ook ophangen,” vult hij gortdroog aan.
Zijn opmerking is als grap bedoeld, maar zegt ook veel over de impact van de coronacrisis op Brussels grootste brouwerij. Die is nog maar enkele maanden van Molenbeek naar Thurn & Taxis verhuisd, na een bouwproces dat even anders verliep dan gepland.
“Veel bleek plots fors duurder, in die mate dat we opnieuw naar de bank moesten,” vertelt De Baets. “Uitgerekend op dat moment komt dat virus. Dat treft alle brouwerijen, maar ons toch in het bijzonder: we focussen vooral op de verkoop in cafés.”
De nieuwe brouwerij mag dan veel duurder uitvallen dan voorzien, ze is wel een pareltje geworden. De gevel uit glas en metaal is een echo van het Havenstation, waar het gebouw op uitkijkt. En wie binnenstapt, staat meteen midden in de brouwzaal, die ook van buiten gezien wil worden.
“We zijn een echte brouwerij en dus mogen de bezoekers dat ook zien,” zegt De Baets, die ook trots is op de milieuprestaties van het gebouw. “Niet passief, maar bijna. In de winter moeten we amper bijstoken.”
Glazen gevel, een houten plafondbekleding: de fonkelnieuwe brouwhal heeft een zekere allure. Maar de echte juwelen zijn de brouwinstallaties zelf, legt de brouwer uit, terwijl hij liefdevol naar een reeks grote fermentatievaten kijkt.
“Zelf ontworpen. De ketels zijn breder dan ze hoog zijn, zodat er zo weinig mogelijk druk op de gist komt. Ik wil dat mijn gist zich goed voelt en geen stress krijgt. In industriële brouwerijen die hele hoge fermentatievaten gebruiken, is er heel wat stress, die je dan ook proeft. Dit is meer een zwembad voor de gist.” Wie niet beter weet, zou kunnen denken dat De Baets het over zijn kinderen heeft.
“De ambachtelijke brouwers dreigen te verdwijnen”
Recupcafé
De nieuwe brouwinstallatie is 2,5 keer groter dan die in de oude brouwerij in Molenbeek. “Dat moet wel, want in Molenbeek brouwden we eigenlijk de hele tijd, zeven dagen op zeven. Daar willen we van af.” Vandaag draait de brouwerij sowieso op vertraagd regime: de productie draait rond de 30 procent.
En dan nog blijft de voorraad groeien. “We verkopen vandaag maar 15 tot 20 procent van het volume van voor de crisis.” De twintigkoppige ploeg – van wie de helft vrouwen – is vandaag dan ook grotendeels tijdelijk werkloos. “Zonder die regeling waren de boeken nu al dicht.”
Meteen naast de brouwzaal ligt het café van de brouwerij, dat direct uitkijkt op de brouwinstallatie. De degustatieruimte, zoals ze officieel zal heten, is bijna volledig opgetrokken uit recupmaterialen. Zo geeft de vloer uit coffragehout de plek een warme en rustieke uitstraling. “Toen bleek dat we fors boven budget gingen, heeft een van onze ingenieurs zelf een voorlopig ontwerp gemaakt. Dat beviel zo goed dat we het gewoon behouden,” vertelt De Baets zichtbaar tevreden.
Op het personeel na gebruikt vandaag niemand de bar. “Jammer ja, maar wat echt pijn doet, is dat de hele cafésector dicht blijft. Voor ons was die focus op cafés een fundamentele keuze: ze zijn de ziel van de stad, het is waar mensen elkaar ontmoeten, on est des amoureux des cafés."
"Nu zijn ze niet alleen dicht, het is ook helemaal onduidelijk wanneer ze weer kunnen openen en hoe. Als de regels te streng zijn, zullen ze trouwens gewoon dicht blijven: een cafébaas die opent voor 20 procent van zijn normale aantal klanten, scheurt daar zijn broek aan.”
Wat geldt voor Brasserie de la Senne is van toepassing op de hele ambachtelijke brouwsector, weet de brouwer. “Iedereen verliest zwaar door de cafésluiting. Als dit nog lang duurt, zullen brouwerijen failliet gaan. We moeten goed beseffen dat op dat moment ook een hele brouwcultuur sterft. Want na de crisis zullen vooral de haaien nog geld hebben om in brouwerijen te investeren.”
Klanten met glimlach
Toch is het niet allemaal kommer en kwel in het brouwhuis aan de al even nieuwe Anna Bochdreef.
“We hebben in allerijl een webshop opgezet,” legt De Baets uit. “Klanten kunnen hier elke dag bier afhalen en doen dat steeds vaker, met de glimlach bovendien. Dat houdt ons in leven, samen met de verkoop in winkels en de leveringen per fiets via BicyKlet.” En aangezien hier wel wat mensen voorbijlopen die op weg zijn naar het park van Thurn & Taxis, hebben we nu ook gekoeld bier.”
In het verleden weigerde Brasserie de la Senne steevast om aan supermarkten te leveren, een principiële kwestie en een keuze voor het caféleven, “want in cafés worden revoluties beraamd”.
Of de brouwerij de volgende maanden zal vasthouden aan die beslissing? “In de huidige omstandigheden zeg ik nooit meer nooit,” geeft De Baets toe. “Deze brouwerij, dat zijn ook twintig jobs. On ne va quand même pas se suicider.”
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Economie , Resto & Bar , Brasserie de la Senne , biercultuur , bierbrouwerij
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.