Sinds president Erdogan er aan de macht is, zijn de relaties tussen het Westen en Turkije nog nooit zo slecht geweest. Toch reisden minister-president Rudi Vervoort en staatssecretaris Pascal Smet vorige week naar Istanbul en Turkije, met in hun kielzog een tiental Brusselse ondernemingen. Want niet alleen de politieke banden worden versterkt, ook economisch moet er meer worden samengewerkt.
| Minister-president Rudi Vervoort en staatssecretaris Pascal Smet aan het hoofd van de tafel, met tussen hen in burgemeester Ekrem Imamoglu van Istanbul. In februari werd digitaal al een samenwerkingsakkoord gesloten.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft nog maar net bekendgemaakt dat hij tien ambassadeurs uit onder meer Nederland, Duitsland en Frankrijk uit het land wil zetten, als Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) en staatssecretaris voor Internationale Betrekkingen Pascal Smet (One.brussels/Vooruit) op het vliegtuig stappen richting Istanbul. Met die stad had Brussel al een Memorandum of Understanding getekend, een principeakkoord om de komende jaren samen te werken. Ook met Ankara is zo'n samenwerkingsakkoord gesloten. Het zijn twee steden waar de centrumlinkse partij die in de nationale politiek oppositie voert aan de macht is.
“De spanningen hebben nog geen directe impact op onze werking. Wij proberen zoveel mogelijk weg te blijven van de politiek. Ondanks Erdogan begrijpt iedereen dat je deel uitmaakt van een wereldwijd systeem,” vertelt Vedat Salfur, senior associate bij Management Centre Europe (MCE), een opleidingscentrum met hoofdzetel in Brussel dat zich hoofdzakelijk richt op middenkaderleden. “Wat wel een grote impact heeft, is de economische instabiliteit in Turkije. We zijn een Europees bedrijf, dus onze prijzen zijn in euro, maar de koers van de Turkse lira schommelt veel te snel. Door de economische onvoorspelbaarheid aarzelen bedrijven steeds meer om geld te besteden.”
De Turkse lira heeft intussen een historisch dieptepunt bereikt en is minder dan tien eurocent waard. Alhoewel de Turkse economie zwaar lijdt, is een tiental Brusselse ondernemingen, waaronder MCE, meegereisd om zaken te doen. “Voor ons is Turkije een grote markt. Wij zijn hier al twintig jaar actief en ondertekenen tijdens deze reis een samenwerkingsakkoord met de Technische Universiteit van Istanbul. Wij geloven dat het land veel potentieel heeft en de komende jaren zullen steeds meer internationale bedrijven hier investeren,” zegt de bijna zestigjarige Salfur, terwijl we vanuit een hotel in Europees Istanbul uitkijken op het Aziatische deel.
Omdat hij zelf van Turkse komaf is, hecht hij nog meer belang aan het bezoek in Turkije en de verschillende samenwerkingsakkoorden. Hij verwijst, net als Vervoort in zijn speeches, naar de Turkse diaspora, die in Brussel vooral zichtbaar is met de vele handelszaken in Sint-Joost-ten-Node en Schaarbeek. “Turken zijn entrepreneurs, ze ondernemen graag. Dat zie je niet alleen in Brussel, maar ook in andere steden, bijvoorbeeld in Zwitserland waar ik ook actief ben. Wij mikken niet specifiek op de Turkse gemeenschap, maar ik sta er dichtbij en dat laat mij toe om zaken te doen met Turkse bedrijven. Het gaat nu om de derde of vierde generatie en we zien dat zij nu het belang van investeringen in mensen inzien. Ze zijn ook meer gericht op Europa, dus de verbinding met Istanbul is ontzettend belangrijk.”
Van alle markten thuis
Er lopen nog meer bedrijven mee waarvoor die Turkse diaspora van (economisch) belang is, zoals bijvoorbeeld de Brusselse vroegmarkt Mabru. “Bij ons zijn veel Turken en Turkse bedrijven actief,” verklaart Mabru-voorzitter en Brussels parlementslid Sevket Temiz (PS), terwijl we de oude stadsomwalling van Ankara beklimmen. Temiz is geboren in Turkije, het land dat op de volgende editie van de vroegmarkt-opendeurdagen centraal staat. Maar de meeste Brusselse ondernemers die deelnemen aan het economische deel van de missie in Turkije zijn niet-Turken, en sommigen onder hen moesten zelfs niet ver reizen om deel te nemen.
Terug in Istanbul spreken we oprichter van stadslandbouwbedrijf Mycelium Jean-Patrick Scheepers in het consulaat van België, vlak bij het Taksimplein, het hart van modern Istanbul. Scheepers woont sinds september vorig jaar in de miljoenenstad. “Ik ben geboren en getogen in Brussel en ben al heel mijn leven ondernemer. In 2013 heb ik een bedrijf opgericht dat moestuinen inricht op daken. Toen het bedrijf werd overgekocht door Franse investeerders had ik geen zin om naar Parijs te verhuizen,” vertelt hij vanuit het consulaat in Istanbul. “Mijn vrouw is Turkse en we zaten midden in de coronacrisis. Ik had zin om te bougeren, dus zijn we naar Istanbul verhuisd. Dankzij Zoom maakt het toch niet of ik in Brussel of Istanbul zit. Mijn zakenpartner en medeoprichter van ons bedrijf, een Fransman, heb ik zelfs nog nooit in het echt ontmoet.” Hun bedrijf geeft voornamelijk advies aan overheden en bedrijven die aan verticale landbouw of stadslandbouw willen doen. “Van bouwpromotoren in Brussel tot steden in Frankrijk en Canada tot retailers in Zweden en Duitsland. Onze belangrijkste markt bevindt zich in Europa, maar binnenkort hopen we ook in Istanbul te kunnen beginnen.”
Het Turkse filiaal is er al en zal tegen eind dit jaar tien werknemers tellen. “Een van de grote voordelen van hier te werken is dat er veel jonge, opgeleide mensen zijn die staan te springen om hard te werken. Zij hebben misschien niet de nodige kennis voor onze sector, maar komen van pas voor financiële zaken, hr en marketing. Op dit moment is stadslandbouw hier nog geen ding, maar binnen vijf tot tien jaar zullen er hier grote droogteproblemen zijn, en dan zal het misschien snel gaan.”
Na ruim een jaar heeft de Brusselse ondernemer nog geen spijt van zijn verhuizing naar een stad die meer dan veertien keer zoveel inwoners telt als Brussel. “De dynamiek van de stad is ongezien, de levenskwaliteit is goed.”
“Istanbul is ook een drukbezochte stad en sinds we opnieuw mogen reizen komt er wel om de week een vriend uit Brussel, al dan niet toevallig, op bezoek. Ik heb hier een beter sociaal leven, ook met Brusselaars, dan voordien. Het is ook maar drie uur vliegen. Ik wil niet kiezen, voor mij is het Brussel én Istanbul.”
Lees meer over: Economie , Politiek , Rudi Vervoort , Pascal Smet , Vedat Salfur , opleidingscentrum MCE , diplomatieke band
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.