Clerfayt ontmoet Brusselse sector van dienstencheques over administratiekosten

Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (DéFI) ontmoet vrijdag de dienstenchequesector om regels te bepalen voor de administratiekosten die bepaalde bedrijven aanrekenen. De minister verwacht een duidelijk engagement van de sector zodat deze kosten vooral ten goede komen aan de huishoudhulpen, laat hij donderdag in een mededeling weten.

De afgelopen weken berichtte de pers uitvoerig over klachten van gebruikers van dienstencheques over de extra kosten die door bepaalde dienstenchequebedrijven worden aangerekend. Voor deze administratie- en abonnementskosten - naast het feit dat ze steeds vaker aan klanten worden doorgerekend - blijken geen regels voorzien. Ook wordt het doel ervan zelden gespecificeerd en gecontroleerd.

Minister Clerfayt heeft daarom de vertegenwoordigers van de dienstenchequesector bijeengeroepen opdat deze kosten worden afgebakend en betaald aan huishoudhulpen, om bij te dragen in hun toenemende mobiliteitskosten

Kosten voor het Gewest

"Het is normaal dat deze kosten bij voorkeur ten goede komen aan werknemers in de dienstenchequesector. De stijging van de kosten van levensonderhoud die de dienstenchequebedrijven treft, wordt nu immers gedragen door het Gewest", merkt Clerfayt op.

In 2014 kostte elke dienstencheque 22,04 euro, waarvan 9 euro betaald werd door de gebruikers en 13,04 euro door het Gewest. Vandaag betalen de gebruikers nog steeds 9 euro voor een dienstencheque, maar betaalt het Gewest 16,55 euro voor een totale kostprijs van 25,33 euro.

"Terwijl sommige dienstenchequebedrijven hun kosten verhogen in het belang van de huishoudhulpen doen andere dat daarentegen louter omwille van de winstgevendheid. Er moeten dan ook dringend nadere regels worden voorzien", besluit Clerfayt.