Elf procent lege handelszaken in voetgangerszone

Het einde van de werken aan de voetgangerszone is in zicht, maar ondertussen is het nog steeds geen sinecure voor sommige plaatselijke handelaars om hun clienteel te ontvangen. Parlementslid voor cdH Veronique Lefrancq wilde weten wat de economische tussenstand voor de zelfstandigen in de buurt is. De cijfers zijn niet al te best, maar parlementslid Barbara Trachte trekt in twijfel of de economische impact van de werken wel gemeten kan worden.

"Onze administraties hebben niet de vaardigheden om informatie te verzamelen over de omzet van de bedrijven, of enige andere indicator die ons in staat zou stellen conclusies te trekken over de financiële gezondheid van de bedrijven", laat staatssecretaris van Economie Barbara Trachte (Ecolo) zich uit over het cijfermateriaal in La Capitale.

Toch kwam Veronique Lefrancq aanzetten met exacte cijfers over de economische impact van de werken aan de voetgangerszone. Zo zou de zone tussen Fontainas en De Brouckère 130 gevallen van commerciële leegstand tellen. De leegstand in de voetgangerszone liep tussen 2015 en 2019 op van 9,45% naar 11,54% (+ 2%). Een stijging van drie winkels in de gehele voetgangerszone, dus. In de gehele stad zouden er in het afgelopen jaar 20.866 commerciële ruimtes leegstaan.

'Toestroom niet gestegen'

"We kunnen de algemene toename van de commerciële leegstand interpreteren als een teken van herconfiguratie: het aantal beëindigingen van activiteiten is gedaald (zoals faillissementen en verhuizingen)", zegt Lefrancq. "Maar tegelijk is ook de toestroom van nieuwe eigenaars waarschijnlijk niet gestegen."

De belangrijkste dalingen in de afgelopen vier jaar, tekenen zich af in de dienstensector (-8,2%) en verkoop van huisraad (-3,28%). De grootste stijging was dan weer zichtbaar in de hotel- en restaurantsector (+ 3,1%).

Trachte gaf toe dat de voetgangerszone in 2015 leidde tot een sterke daling van bezoekers, maar dat het aantal snel weer steeg om zich in 2018 en 2019 te stabiliseren tot een niveau dat iets hoger was dan 2014.