Job blijkt geen bescherming tegen hoge schuldenlast voor Brusselaars in armoede

Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad heeft overmatige schuldenlast onder Brusselaars in kaart gebracht. Het onderzoek schuift een duidelijk profiel naar voren: de mensen die leven met een inkomen onder de armoedegrens zijn het hardst getroffen. Hun armoedesituatie is bovendien een verzwarende factor.

Om een beter zicht te krijgen op het profiel van mensen met overmatige schuldenlast en de achterliggende factoren werden gegevens van vier diensten voor schuldbemiddeling (DSB) van Brusselse OCMW's geanalyseerd. Hieruit blijkt dat twee derde van de mensen die leven met een inkomen onder de armoedegrens kampen met een overmatige schuldenlast. De eenoudergezinnen zijn ook sterk vertegenwoordigd en zijn goed voor een kwart van de mensen die zich tot de DSB's wenden.

Hoewel de overgrote meerderheid werkloos is of leeft van sociale bijstand, heeft een kwart van de mensen met overmatige schuldenlast wel een job, maar dat blijkt geen beschermende factor. De "levensschulden" zoals kosten voor huisvesting, gezondheidszorg, communicatie, belastingen of kinderopvang en scholen maken twee derde van de schulden uit. Krediet- of andere leningen en verkoopschulden zijn goed voor 13 procent.

De schuld loopt snel op, want 60 procent van de personen die zich tot de DSB's wenden, zitten al in gerechtelijke procedures en hebben gemiddeld 11 schuldeisers. De gemiddelde schuld per persoon bedraagt meer dan 20.000 euro.

Het Observatorium vraagt meer zichtbaarheid voor de problematiek van overmatige schuldenlast en is van mening dat het probleem in een vroeg stadium moet aangepakt worden via een armoedebestrijdingsbeleid dat een invloed heeft op het inkomen.