Risico op armoede het hoogst in Sint-Joost-ten-Node

Het risico op geldelijke armoede in het hele land is het grootst in het Brusselse Sint-Joost-ten-Node. Dat meldt Statbel donderdag. De drie Belgische gemeenten met het hoogste armoederisico bevinden zich overigens allemaal in het Brussels Gewest.

Het Belgische statistiekbureau publiceerde voor het eerst cijfers over het armoederisico en inkomensongelijkheid op gemeentelijk niveau. Horebeke blijkt de primus van het land. In de landelijke gemeente in het zuiden van Oost-Vlaanderen leeft 3,2 procent van de bevolking onder de armoedegrens. In Sint-Joost-ten-Node loopt daarentegen 34,6 procent van de bevolking een armoederisico.

De gemeenten met het hoogste risico bevinden zich allemaal in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het gaat ook om Sint-Jans-Molenbeek (32,5 procent), Anderlecht (28,6 procent) en Schaarbeek (27,1 procent). De Waalse gemeente Dison in de provincie Luik sluit met 26,9 procent de top vijf af.

De gemeenten met het laagste armoederisico liggen allemaal in Vlaanderen. In totaal zijn er in heel België 80 gemeenten met een armoederisico lager dan 5 procent.

Alles samen zijn er 21 gemeenten in België met een armoederisico boven 20 procent. Het gaat om tien Brusselse gemeenten, zes uit Henegouwen en vijf uit Luik.

Rijkste gemeenten

Voorts is het Luxemburgse Attert, aan de grens met het groothertogdom, 's lands rijkste gemeente met een mediaan inkomen van 40.1265 euro. De helft van de bevolking verdient er dus meer per jaar, de andere helft minder. Daarna volgen faciliteitengemeente Kraainem (35.642 euro), het Luxemburgse Messancy (35.246 euro), Tervuren nabij Brussel (33.546 euro) en het Brusselse Sint-Pieters-Woluwe (33.473 euro).

Het laagste mediane inkomen bevindt zich in Sint-Joost-ten-Node met 18.341 euro, gevolgd door Sint-Jans-Molenbeek (18.533 euro), Anderlecht (19.517 euro), Farciennes (20.018 euro) en Koekelberg (20.230 euro).

Attert kent ook de grootste inkomensongelijkheid. De inkomensongelijkheid is overigens het laagst in de armste gemeenten, met Sint-Jans-Molenbeek dat de laagste ongelijkheid noteert (kloof van 10.048 euro).