Een kot is nog maar eens duurder geworden. In 2022 betaalde je in Brussel gemiddeld 525 euro voor een studentenkamer. Dat is een stijging met 7 procent.
Kot in Brussel gemiddeld 75 euro duurder dan in Vlaanderen
Met 119.000 studenten blijft Brussel niet alleen de grootste studentenstad van België, het is ook nog altijd het duurste gewest om op kot te gaan. Dat blijkt uit de derde editie van het Kotkompas, een rapport van de vastgoedbedrijven Diggit StudentLife en Stadim.
Gemiddeld betaal je 525 voor een kot, dat is 7,1 procent meer dan vorig jaar. Daarmee stijgen de prijzen nog iets harder dan gemiddeld - de stijging voor heel België bedraagt 6 procent. Het gaat voor alle duidelijkheid om de naakte huurprijs, dus zonder kosten.
Een kot in Brussel is daarmee 75 euro duurder dan in Vlaanderen en 125 euro dan Wallonië. Het gaat om een indicatie van de prijzen, gevonden op het internet, en dit op basis van de 10 grootste studentensteden.
Grote stijgingen
Opgesplitst naar soorten koten, zien we grote verschillen. Zo zijn de kamers zonder sanitair of keuken bijna 9 procent duurder geworden - je betaalt daar in Brussel 435 euro voor. Een kamer met sanitair werd maar liefst 22 procent duurder. Daarvoor betaal je nu 580 euro in plaats van 475 euro vorig jaar. Vermoedelijk speelt de oplevering van enkele grote panden met kamers met sanitair daar een rol. Die kamers zijn nieuw en dus duur, en drijven de gemiddelde prijs omhoog.
Een studio werd dan weer 'maar' 25 euro duurder, een prijsstijging van 3 procent. Daarvoor betaal je maar liefst 605 euro.
Door een gebrek aan transparantie in de huurprijzen is voorzichtigheid geboden bij deze vergelijking, zo waarschuwen de auteurs van het rapport. Om de gemiddelde prijs na te gaan, werden de prijzen op websites gescreend, maar dat is maar een fractie van het totale aanbod, dat bovendien voortdurend fluctueert. Daarenboven werden de prijzen van het voorjaar 2022 vergeleken met die van het najaar 2021, wat een vertekend beeld kan geven. Maar de tendensen zijn wel duidelijk, zo stellen de auteurs.
Vraag en aanbod
De grote vraag en het beperkte aanbod verklaart vanzelfsprekend de hoge prijzen. Maar ook de strengere regels inzake veiligheid, de stijgende grondstofprijzen en loonkosten, en nieuwe eisen zoals bijvoorbeeld de soms verplichte aanwezigheid van een conciërge zijn andere factoren die meespelen.
Dat zijn oorzaken die voor heel België gelden. Voor Brussel komt daar nog de gewestelijke studentenhuurwetgeving bovenop. Die laat studenten toe om een huurovereenkomst vervroegd op te zeggen, met een opzegtermijn van twee maanden. "Daardoor zeggen internationale studenten vaak voor het einde van de termijn hun kot op, wat vanzelfsprekend tot een groot gat in de inkomsten leidt bij eigenaars" zegt Arne Hermans van Diggit Studentlife, en mede-auteur van het rapport.
Ook de taks op gemeubelde logies die enkele Brusselse gemeenten heffen -waaronder Stad Brussel - kan op weinig bijval rekenen. "Dat bedraagt soms 200 tot 250 euro per jaar per kot", zegt Hermans. "Dat weegt vanzelfsprekend op het rendement." Vaak wordt die taks ook doorgerekend naar de student, waardoor je kan stellen dat die gemeentebesturen koten nog duurder maken.
De prijs van een kot is ten slotte de hoofdreden waarom studenten niet op kot gaan - 50 procent van de niet-koststudenten geeft deze reden aan, ook voor de energiecrisis losbarstte. 22 procent geeft korte afstand als reden, of zegt liever niet op kot te willen (13 procent).
Lees meer over: Brussel , Economie , Dure koten , studentenstad