Wie al eens bus 71 over de Elsensesteenweg neemt, heeft het misschien gemerkt: in de kleine strook tussen het Fernand Cocq- en Flageyplein zijn de voorbije maanden opvallend veel lege handelszaken getransformeerd. Consequent wordt de ruimte gestript, helverlicht en voorzien van een vitrinesticker met opschrift Me We. Even later verschijnt een hipsterpop-upwinkel. Wat gebeurt er, en waarom is het gezicht van de campagne de boksende eerste schepen van Elsene?
Dominique Janne en Béa Diallo (PS) in het promofilmpje van Me We.
Lees ook: De Nichewinkel (3): 2 Wheels Good
Het Me We-initiatief gaat uit van plaatselijk grootbezitter Dominique Janne, die naar eigen zeggen met dit project lokale zelfstandige handelaars wil helpen om hun droom te realiseren. Hij stelt hun voor betrekkelijk weinig geld een premiumpand ter beschikking, waar ze in pop-upversie hun ideale winkel kunnen inrichten.
Janne is een intrigerend figuur. De vastgoedmagnaat producet ook films. Hij is bekend als volksvriend, maar berucht als heethoofd. Begin jaren 2000 plantte hij het hoofdkwartier van zijn alles overkoepelende Novo Holding op Flageyplein 7, vanwaar hij sinds het aanbreken van de donkere dagen priemende lichtstralen uitzendt die in heel Brussel te zien zijn.
‘Vivificatie’
Een tiental jaar geleden baarde Jannes koopwoede voor Elsense handelspanden enkele lokale handelaars zorgen. In een interview met Brussel Deze Week verklaarde de tycoon dat verzamelgedrag met een voorliefde voor de Flageybuurt en de wens om die op te waarderen. Met een 40-tal panden in zijn bezit moest dat lukken: Janne zou zorgen voor commerciële diversiteit in de wijk.
Het gaat dus om een man met een gentrificatieplan, dat nu een nieuwe, meer zichtbare wending krijgt met Me We. Al neemt hij het G-woord zelf liever niet in de mond. “Eerder ‘vivificatie’ of iets dergelijks, want met the gentry kom ik niet goed overeen,” zegt Janne aan BRUZZ.
Met het label ‘hipster’ voor zijn Me We-winkels sluit hij wel vrede, “want dat woord is begonnen als term voor mensen die er op een of andere manier uitspringen, en dat waardeer ik.”
Janne doet voor Me We liefst zaken met kleine lokale ondernemers. “Ketens en banken bieden weinig meerwaarde. Als ik inga op een aanbod van BNP Paribas Fortis of Bavette, verdien ik meer geld aan mijn pand. Maar zo zijn er genoeg in de buurt, en dus gebruik ik plezier en durf als belangrijkste criteria voor een contract.”
Knipperlicht
BRUZZ stelt vast dat het doorgaans wel degelijk gaat om doorgedreven passieprojecten, zoals een duurzame kledingwinkel, een microbrouwerij, of een tweedehandsfietsenwinkel. De Me We-winkels beginnen meestal als pop-up, wat de kosten drukt. Later, als de kleine ondernemer verder wil in hetzelfde pand, wordt het duurder. “Dat is normaal, want de panden in deze buurt zijn ook veel waard en bij een volwaardige zaak komen meer kosten kijken dan bij een pop-up,” voegt Janne toe.
Maar daarom ook is veel van de Flagey-pop-ups hetzelfde lot beschoren: na hun proefperiode verdwijnen ze weer, omdat blijven te duur is. Zo wordt Me We een knipperlichtfenomeen: van leegstand naar kortstondige pop-up naar hernieuwde leegstand. “Dat vereist inderdaad veel flexibiliteit, maar het is belangrijk dat er wat afwisseling is in de buurt,” besluit Janne. “Toch heb ik nooit iemand buiten gesmeten zodra zijn zaak niet meer in het plaatje paste, toch niet zonder eerst een alternatief aan te bieden.”
De Diallo-factor
De Me We-demarche begon in september vorig jaar. Voor 14 oktober werd het ronde logo consistent vergezeld door een verkiezingsaffiche van eerste schepen Béa Diallo (PS) en een scherm met dit filmpje:
Is Me We dan gestart als een campagnestunt van de inmiddels herkozen Diallo? Hij is immers een persoonlijke vriend van Janne, die volgens derijkstebelgen.be dan weer is “verankerd in het PS-netwerk rond intercommunale Tecteo (later Publifin, nvdr)”.
Beide heren ontkennen. “Dat we Me We zichtbaarder hebben gemaakt tijdens de campagnemaanden is puur toeval,” aldus Janne. “Het idee speelde al langer in mijn hoofd en ik heb toen gewoon de knoop doorgehakt. Vervolgens heb ik voor Béa als gezicht gekozen puur omdat hij een bokser is en bekend is in Elsene. Een bijkomstigheid daarbij is dat ik politiek in hem geloof, daarom mocht hij zijn affiches ophangen. Maar ik heb hém gebruikt als uithangbord en niet andersom.”
Diallo doet dit verhaal fijntjes over bij Sudpresse. Daar vertelt de eerste schepen dat het filmpje lang voor de verkiezingsmaanden werd opgenomen en dat de kleine toelage die Janne hem ervoor betaalde, naar een NGO is gegaan.
Kritiek
Volgens Elsens ex-handelsschepen Viviane Teitelbaum (MR, nu oppositie) bestaat er evenwel geen toeval tijdens de campagnemaanden. “Vanuit moreel standpunt had Diallo moeten weigeren, en als dat filmpje niet op voorhand was opgenomen, was het zelfs totaal illegaal geweest.”
Of Me We effectief een goede zaak is voor het lokale handelsweefsel, of toch vooral voor Dominique Janne zelf, laat Teitelbaum in het midden. “Janne heeft mij tijdens mijn ambt nooit benaderd over het project. Maar hij is een businessman die niets zal doen wat voor hem geen goede zaak is. Meer dan tien tijdelijke winkels op zo’n kleine oppervlakte is allesbehalve ideaal. Maar op zich is een pop-up, of zelfs een snelle opeenvolging van pop-ups, wél goed voor de wijkdynamiek.”
Lees meer over: Elsene , Economie , Me We , pop-up , Flagey , Dominique Janne , Béa Diallo , gentrificatie , ondernemen , ondernemerschap , leegstand , Viviane Teitelbaum
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.