Met de recente aanslagen hebben de Brusselse handelaren nog maar eens een klap gekregen. Volgens middenstandsorganisatie Unizo willen de ondernemers nu vooral een daadkrachtige overheid zien. “Ook burgemeester Mayeur zou beter een positieve boodschap brengen,” zeggen topman Karel Van Eetvelt en Brusseladviseur Anton Van Assche van Unizo.
Unizo dringt aan op stevige promotie van stad
De voetgangerszone, de lockdown in november, de tunnels en daarbovenop de aanslagen van 22 maart. Het rijtje opdoffers dat de Brusselse handelaren de jongste tijd te verwerken kregen, wordt steeds langer. Unizo deed zopas een rondvraag bij haar leden in Brussel, handelaars en andere zelfstandigen. Gepeild werd naar hun reacties op de gebeurtenissen en hun verwachtingen ten aanzien van de overheid. Wat vooral opvalt? Dat de handelaars, in tegenstelling tot de kiftende politici, gewoon voortdoen en hun zaak nog beter proberen te beredderen.
Zijn ze niet ontmoedigd?
Van Eetvelt: “Neen, toch niet in de zin dat ze de kopjes laten hangen. Veel keuze hebben ze ook niet. Maar hun veerkracht is opmerkelijk. Met minder klanten heb je meer tijd om ze goed te bedienen, zo klinkt het.”
Nochtans is de schade groot?
Van Eetvelt: “Alle handelaars, zonder uitzondering, lijden omzetverlies. Bij sommigen gaat dat tot meer dan vijftig procent.”
Van Assche: “Weliswaar is de impact niet voor iedereen dezelfde. Zaken als Stijl of Comme Chez Soi, die afhankelijk zijn van een nationaal publiek, hebben meer te lijden dan bijvoorbeeld biosupermarkt Färm of de Monk, die van de lokale markt leven.”
Komen ze dit te boven? Is het zo dat de handel het altijd redt?
Van Eetvelt: “Op lange termijn wel. De handel past zich aan en zal zich uiteindelijk herstellen. We maken ons geen zorgen dat de Brusselse handel zal doodbloeden. Maar dat is de lange termijn. In de tussentijd vallen er wel slachtoffers. Iedereen heeft klanten verloren en daardoor is er minder omzet. Iedereen moet zijn plannen qua investering en personeel herzien. Sommigen zullen van de gelegenheid gebruikmaken om een webshop op te zetten. Dat is een goede zaak want de digitalisering zit er hoe dan ook aan te komen. Anderen, handelaars met meerdere zaken, zullen misschien een van hun winkels sluiten. Nog anderen zullen personeel, al dan niet tijdelijk, ontslaan. De tewerkstelling zal verminderen, dat kan niet anders.”
Wat verwachten de handelaars van de overheid?
Van Eetvelt: “Ondanks het feit dat de ondernemers beseffen dat ze op een verliesjaar afstevenen, vragen ze niet in de eerste plaats om lastenverlagingen. Dat willen ze ook, maar bovenaan hun lijstje staat de vraag om een stevige promotie van Brussel. Stad en gewest moeten samen - niet gesaucissoneerd – inspanningen doen om Brussel neer te zetten als een leuke en aangename stad. De klanten moeten zo snel mogelijk terugkeren naar Brussel.”
Zopas werd de promotiecampagne Make.Brussels gelanceerd, een projectoproep waarbij iedereen creatieve voorstellen mag insturen voor de versterking van de identiteit van tien handelswijken in de Vijfhoek. Is het dat wat de handelaars willen?
Van Assche: “Dat is een goed initiatief. Het gewest, Atrium en de Stad Brussel werken immers samen. Maar het is alleen voor de Vijfhoek, het budget is redelijk beperkt – 400.000 euro – en de resultaten zullen ten vroegst in het najaar zichtbaar zijn. Er zal echt meer nodig zijn dan dit.”
De voetgangerszone dan. Al maanden vragen de handelaars dat de communicatie over de bereikbaarheid van de stad verbeterd wordt. De Stad heeft ondertussen wegwijzertjes naar de tien handelszones van het centrum neergezet.
Van Assche: “Belachelijk. Duidelijke communicatie, dat is wat de handelaars vragen.”
Van Eetvelt: “Wij hadden net voor de aanslagen een afspraak met burgemeester Mayeur hierover. Nu pas lijkt hij bereid om een centrale website te laten maken over de bereikbaarheid van het stadscentrum. Zodat niet elke handelaar aan zijn klanten moet uitleggen hoe naar de winkel te komen. We hadden dat maanden geleden al voorgesteld.”
Volgens sommige handelaren valt er met het Brusselse stadsbestuur niet te praten. Er lopen dan ook procedures bij de Raad van State tegen de voetgangerszone en de heraanleg van de centrale lanen.
Van Assche: “Klopt, negen maanden geleden stond iedereen te applaudisseren voor de voetgangerszone, ook de handelaars. Inmiddels lopen er processen tegen de heraanleg. Onbegrijpelijk. Dat project is toch een beetje mismeesterd.”
Van Eetvelt: “Als organisatie willen wij nochtans in gesprek blijven met het stadsbestuur. Als je niet praat en alleen maar kritiek geeft, bereik je niet veel. Anderzijds begrijp ik ook wel de frustratie van de handelaar die geen andere oplossing meer ziet dan naar de rechter te stappen.”
De overheid mist daadkracht, zo blijkt ook uit de rondvraag.
Van Eetvelt: “De ondernemers zeggen: grijp deze crisis aan om een aantal zaken steviger, sneller en meer doortastend aan te pakken. De tunnels en de communicatie rond de voetgangerszone bijvoorbeeld. Erken dat het niet goed zit, speel geen pingpong tussen Stad en gewest, doe het samen en laat ruzies achterwege.”
“Want wat zie je nu al te vaak in netelige politieke dossiers zoals de tunnels? Er wordt een onderzoekscommissie opgericht om te kijken wie de schuldige is. Maar ondertussen blijven de problemen liggen. De handelaars zeggen: stop met die zever. Natuurlijk moet je vermijden dat het in de toekomst nog gebeurt, maar los eerst het probleem op. Een beetje meer daadkracht zou een wereld van verschil maken. Daarom vinden wij het ook heel spijtig dat Mayeur nu vooral negatief in beeld komt. Eigenlijk zou hij zijn tijd moeten steken in een positieve boodschap, in concrete projecten. Dat zou een enorme boost geven.”
Unizo pleit ervoor dat de overheid, zeker nu, de juiste investeringen doet in de stad.
Van Eetvelt: “Het is onbegrijpelijk dat de Brusselse overheid al haar pijlen richt op de ontwikkeling van een shoppingcentrum buiten het centrum, daar zelfs vennootschappen voor opricht en overheidsgeld insteekt. En intussen de broodnodige investeringen in het centrum veronachtzaamt. De hele wereld ziet dat dat nefast is voor de ontwikkeling van de stad.”
Wat moet er in het centrum dringend aangepakt worden? Welke investeringen moeten gebeuren?
Van Assche: “Het Actiris-gebouw op de centrale lanen komt binnenkort leeg te staan. Het is een strategische plek. Maar het stadsbestuur is daar niet mee bezig. Er is geen plan, geen budget, terwijl er wel geld is voor de periferie.”
“Iets anders, het Muntcentrum wordt gerenoveerd. Dat is positief, maar de timing klopt niet. Waarom wordt niet gewacht met de voetgangerszone tot het Muntcentrum klaar is? Nu heb je daar een voetgangerszone, maar geen winkels.”
Lees meer over: Economie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.