De Brusselse hotelsector heeft het door de pandemie zwaar te verduren. Toch gaan er in deze barre tijden nieuwe of vernieuwde hotels open en zijn er heel wat bouwprojecten in voorbereiding.
| Een warm en stijlvol welkom in hotel Juliana.
Vorige week ging aan Rogier de vroegere Crowne Plaza opnieuw open, na een sluiting van een dik jaar. De Zweedse eigenaar Pandox renoveerde het hotel grondig en heropende het onder een nieuwe vlag, DoubleTree by Hilton, ook weer een zakenhotel.
Op de openingsdag zijn enkele kraanmannen nog druk bezig met het plaatsen van de nieuwe naam op het dak. Ook hangt het reusachtige dekzeil waarop de heropening sinds lang werd aangekondigd nog op de gevel. Binnen werken bouwvakkers de laatste van de 354 kamers af.
Intussen is het beneden in de lobby een komen en gaan van gasten, allemaal mensen in trainingspak. De organisatie van de Memorial Van Damme heeft het hotel enkele dagen afgehuurd voor de atleten. “We zitten helemaal vol deze eerste dagen,” zegt communicatieverantwoordelijke Steven De Bolle.
Hoe de komende maanden er zullen uitzien, is voor hem en de andere Brusselse hoteliers koffiedik kijken. De Brussels Hotels Association ziet het voorlopig somber in. “De zomer was barslecht. In juli was gemiddeld slechts een kwart van de kamers bezet, tegen bijna tachtig procent in 2019,” zucht secretaris-generaal Rodolphe Van Weyenbergh. “In augustus was het ietsje beter, dertig procent, maar niet te vergelijken met de 68 procent in 2019.” Voor september vreest hij het ergste, want de zakentoeristen, die die maand normaal de hoofdmoot uitmaken, blijven vooralsnog weg. “Maar op termijn zal het toerisme natuurlijk wel weer aantrekken.”
Een nieuwe toeristengolf. Dat is waar het DoubleTree op rekent, net als het aanpalende hotel Indigo, ook een viersterrenhotel van de groep Pandox. Dat hotel ging vroeger door het leven als Hilton City, maar werd vlak voor de pandemie gerenoveerd en gerebrand tot Indigo, een etablissement met een groene, botanische look, verwijzend naar de vlakbij gelegen Kruidtuin. “We waren nog maar goed opnieuw gestart of alles lag stil,” vertelt general manager Benjamin Tenius in de ruime lobby, die ingericht is als een urban jungle.
Na een korte sluiting ging het Indigo al snel weer open. “Open of dicht, qua kosten maakt dat voor een hotel geen gigantisch verschil. Ook als je sluit, is er nog personeel nodig en zijn er vaste kosten en fees die je moet betalen. Bovendien wilden we in beeld blijven en onze klanten tonen dat we er ook in momenten van crisis staan.”
Veerkracht is het handelsmerk van Pandox, zegt Tenius. “Het is ook de reden dat onze buur DoubleTree gewoon volgens plan weer is opengegaan.” De aangekondigde en al vergunde uitbreiding van het DoubleTree is dan weer wél uitgesteld. Tenius: “Onze hotels draaien momenteel met verlies, we worden financieel ondersteund door de groep. Niemand weet hoelang de crisis nog zal duren. Daarom is het beter voorzichtig te zijn en zo'n grote investering even op te schuiven.”
Om de kosten van het Indigo te drukken, paste Tenius de organisatie in zijn hotel enigszins aan. Het restaurant was maandenlang dicht, er was er alleen een beperkt ontbijt te verkrijgen in de lobby. “Ook werkten we met een kleinere ploeg. Iedereen nam er taken bij, ook ik hielp bij de check-in, maakte koffie voor klanten en deed soms de afwas.”
Tegelijkertijd probeerde de hotelmanager door middel van kookklassen, yogalessen en herbariumworkshops gegeven door de tuinman duidelijk te maken dat het Indigo nog steeds 'in the game' was.
En dat is behoorlijk gelukt. Het hotel heeft tijdens de week een gemiddelde bezettingsgraad van dertig procent, in het weekend schommelt het rond de zestig procent. “Veel Belgen komen nu 's weekends op staycation in Brussel. Hopelijk kunnen we op die manier het jaar 2021 rondmaken en krijgt het toerisme vanaf 2022 weer de wind in de zeilen.”
Het DoubleTree by Hilton is niet het enige hotel dat (her)opent in deze zeer fragiele periode waarin enerzijds de coronacrisis nog woedt en anderzijds enkele grote hotels leegstaan, het Métropole bijvoorbeeld, de Sheraton aan Rogier en hotel Astoria, dat al van 2007 dicht is.
Vorig jaar in september, vlak voor de tweede coronagolf, ging in de voormalige Solvaygebouwen aan de Elsensesteenweg het budgethotel Moxy open, een samenwerking tussen Ikea en Mariott.
En sinds deze week heeft Brussel er een nieuw vijfsterrenhotel bij op het Martelaarsplein, het exclusieve Juliana Hotel Brussels, met 37 kamers en zes suites ingericht door de Italiaanse ontwerper Eugenio Manzoni, een brasserie, een binnenzwembad met sauna en hamam, en een voiturier die een bolhoedje draagt ontworpen door Elvis Pompillio.
Het etablissement, dat oogt als een aristocratische privéwoning, is na Parijs en Cannes het derde hotel van de in Elsene wonende Fransman Eric Cléton, die er ook een deel van zijn kunstcollectie toont. Of het geen risico is om nu open te gaan? “We starten voorzichtig, maar we starten,” zegt general manager Claudia Venturini. “Dit hotel is een luxeproduct en voor luxe is er altijd een markt.”
Hipsterhotelketen
Voorts staan er in Brussel heel wat kleine en grote bouwprojecten op stapel, goed voor vele honderden nieuwe hotelkamers. Zo loopt er een vergunningsaanvraag voor een jeugdherberg op de Oude Graanmarkt en een klein hotel op de Nieuwe Graanmarkt. Ook wordt het kleine hotelletje Welcome op de Brandhoutkaai uitgebreid. Eveneens op de Vismarkt kocht de Nederlandse vastgoedgroep Prowinko het rijtje visrestaurants tussen François en La Huitrière. Bedoeling zou zijn om bovenin een hotel te maken. Eerder kocht de groep, met dezelfde bedoeling, drie panden op de Grote Markt over van CBC, de Waalse vleugel van KBC.
Ook zijn er verschillende grote, gemengde bouwprojecten gepland, waarbij het hotel gecombineerd wordt met kantoren, woningen of winkels.
Zo komt er in de vroegere IBM-toren aan de Kruidtuin een hotel van de kleine Britse keten The Hoxton met 198 kamers en een restaurant met rooftop. Vlakbij in de Noordwijk wist vastgoedgroep Befimmo de hipsterhotelketen The Standard te strikken voor ZIN, zoals het renovatieproject van de WTC-torens heet. Het hotel met 180 kamers zou in 2025 moeten opengaan. Een hotel met 212 kamers moet ook verrijzen in het iconische gebouw aan de Vorstlaan waar lang verzekeringsgroep Royale Belge (later Axa) zat.
En dan is er projectontwikkelaar Immobel, die maar liefs vier hotelprojecten in de pipeline heeft. In Oxy, het renovatieproject van het Muntcentrum, zijn 316 hotelkamers gepland. Lebeau, de verbouwing van het Belgacomgebouw aan de Zavel, omvat een hotel met 150 kamers. Brouck'R, het project dat de vroegere Allianz-kantoren aan De Brouckère nieuw leven in moet blazen, plant eveneens 150 hotelkamers. Tot slot wil Immobel een leegstaand NMBS-gebouw aan het Zuidstation verbouwen tot hotel met 220 kamers.
“Er zal veel volk naar Brussel moeten komen om al die kamers rendabel te krijgen”
Samen heel veel kamers, maar Olivier Thiel, ontwikkelaar bij Immobel, is ervan overtuigd dat Brussel qua hotels aan een inhaalslag toe is. “In twintig jaar is het aantal overnachtingen verdubbeld, terwijl het aantal hotelkamers in die periode slechts steeg met vijftig procent,” zegt hij. “Wij bouwen nooit een hotel als er niet eerst een akkoord is met een hotelketen. Ook nu krijgen we heel vlot offertes binnen.”
Het vertrouwen van de hotelketens in de markt blijft groot volgens Thiel. “Zij zien absoluut potentieel in deze stad. Als een prestigieuze keten als The Standard in Brussel gelooft, wil dat iets zeggen.”
Zowel Brouck'R, Lebeau als Oxy zijn gemengde projecten. “Louter een hotel bouwen doen we nog zelden. Wij geloven er sterk in dat de ene functie de andere kan versterken. Het hotel moet natuurlijk passen in het verhaal van de site. De klassieke steriele hotelkamer met weinig beleving, dat kan niet meer. En hotels moeten vandaag ook iets te bieden hebben voor de buurt.”
Voorlopig zijn de projecten van Immobel nog in de vergunningsfase, alleen voor Brouck'R is de aanvraag zo goed als rond. “Na de vergunning duurt het nog twee à drie jaar voor de verbouwing klaar is. Onze hotels zullen ten vroegste over drie, vier, vijf jaar openen. We gaan ervan uit dat corona dan achter ons ligt.”
Dat is ook de visie van Yves Fonck, de voorzitter van de Brussels Hotels Association. “Laat er maar hotels bijkomen in Brussel. Projecten die vandaag getekend worden, gaan pas over enkele jaren open,” zegt hij. “Vanaf 2023 of 2024 zal het toerisme vermoedelijk weer op het niveau van 2019 liggen. Het zakentoerisme wordt wellicht nooit meer zo groot als weleer, maar dat zal gecompenseerd worden door het recreatieve toerisme. Wereldwijd nemen de bevolking en de koopkracht immers toe en voor corona was er een duidelijke tendens om meer te gaan reizen.”
Toch waagt niet elke promotor de sprong in deze onzekere tijden. Ook Extensa, projectontwikkelaar van Thurn & Taxis, heeft een vergunning op zak om het oude Hôtel des Douanes te verbouwen tot hotel. “Maar de kans dat we dat ook zullen doen is serieus gekrompen,” zegt CEO Kris Verhellen. “Enerzijds zou de verbouwing erg duur uitvallen, anderzijds vinden wij dat de markt al zeer goed bezet is. Overal in de stad komen er hotels bij. Ook hier vlakbij, in het voormalige KBC-gebouw, is een hotel gepland. Er zal veel volk naar Brussel moeten komen om al die kamers rendabel te krijgen.”
Lees meer over: Brussel , Economie , Hotel , toerisme , hotelsector coronacrisis , luxehotels
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.