Wonen neemt steeds grotere hap uit Brussels gezinsbudget

Bij Brusselaars slokt huisvesting gemiddeld een derde van hun hele huishoudbudget op, dat blijkt uit de laatste cijfers van statistiekbureau Statbel. In Vlaanderen en Wallonië ligt dat percentage iets lager, maar overal stijgen de uitgaven aan de woning in vergelijking met twintig jaar geleden.

Brusselse huishoudens gaven in 2018 gemiddeld 33.356 euro uit, zo heeft het Belgische statistiekbureau berekend. Dat is minder dan in Vlaanderen en Wallonië, waar gezinnen 1.000 tot 4.000 euro extra op de plank hadden liggen. Per persoon besteedt een Brusselaar zowat 15.644 euro per jaar.

Bovendien spenderen de Brusselaars gemiddeld meer aan hun woning dan Vlamingen en Walen. Als het gaat om huur of hypotheek, water, energie, onderhoud en andere kosten opgeteld, geeft de gemiddelde Brusselaar een derde van zijn gezinsbudget uit aan huisvesting. Nog eens 5 procent van het budget gaat naar de inboedel zoals meubelen, een wasmachine, broodrooster of poetsmateriaal. Daarmee is de woning de grootste kost in het totale budget.

Helft geen eigen auto

Twintig jaar geleden, in 1999, eiste huisvesting gemiddeld nog maar een kwart van het jaarbudget op. Overal in België neemt de kost van wonen dus toe.

Andere grote uitgaven zijn voeding en transport, maar daar geven de Brusselaars dan weer iets minder uit dan hun landgenoten uit Vlaanderen en Wallonië. De helft van de Brusselaars heeft namelijk geen eigen wagen. Buiten de hoofdstad is dat maar in één op de zes gezinnen het geval.

Brusselaars en Walen besteden wel meer geld dan Vlamingen aan alcohol, tabak en drugs. Op café en restaurant geven de Vlamingen en Brusselaars dan weer meer uit dan de Walen.