Intussen 27 jaar geleden streken Thierry Rondenet en Hervé Yvrenogeau neer in Brussel voor een opleiding grafiek aan La Cambre. Uiteindelijk kwamen ze terecht in de modewereld. Momenteel is er bij MAD een expo over hun werk te zien, én bereiden ze de gloednieuwe Parijse modeopleiding voor.
| Het werk van het modelabel It's my own van Thierry Rondenet en Hervé Yvrenogeau is bij MAD te zien.
Het van oorsprong Franse duo werkte de voorbije jaren voor grote modehuizen als Acne Studios, Jean-Paul Gaultier en Maison Martin Margiela. Dat hun namen niet meteen een belletje doen rinkelen, heeft wellicht ook te maken met de filosofie die ze tussen 1999 en 2008 met hun eigen modelabel It’s my own uitdroegen.
Door het label own in de kledingstukken te naaien, spoorden ze iedereen aan om zich de kleren eigen te maken. Voor het duo is mode an everyday fashion story. Dat vertaalde zich in shoots met mensen die ze op straat tegenkwamen, modellen die hun naam en telefoonnummer door een micro brulden, Manneken Pis in een kostuum van Scotch-tape of de nu alomtegenwoordige, maar in 2006 erg vernieuwende mix van sportswear met meer luxueuze materialen.
Waarom nodigden jullie negen creatievelingen uit om met jullie universum aan de slag te gaan?
HERVÉ YVRENOGEAU: Voor ons zijn kleren er in eerste instantie om te gebruiken, om die reden hebben we nooit een archief bijgehouden. Toen we met ons modelabel stopten, hebben we alles aan het Leger des Heils geschonken. Het was best grappig om het personeel in onze zwarte kledij te zien rondlopen. De stukken op de expo komen allemaal van particulieren die ze nog in hun kast hadden. Aan Mariam Mazmishvili, een Georgische studente mode aan La Cambre die in juni 2017 de prijs voor jonge gediplomeerde van LVMH won, om onze lookbooken te vertalen in illustraties.
THIERRY RONDENET: We wilden vooral tonen dat mode een 360°-verhaal is, waarin je samenwerkt met heel veel verschillende mensen. Zo ontwierp Pierre Lhoas ooit onze winkel op het Bloemenhofplein, waaruit we enkele rekken en lampen recupereerden, en maakte hij nu de scenografie. Of deed Nicolas Karakatsanis met enkele collectiestukken een alternatieve fotoshoot in Senegal. Dat hij geen modefotograaf is, vinden we net interessant.
Na veertien jaar aan La Cambre bereiden jullie nu de gloednieuwe modeopleiding in Parijs voor. Hoe is die ontstaan?
RONDENET: Er zijn twee scholen: het Institut Français de la Mode, waar je terechtkan voor een opleiding in mode- of luxemanagement, en de Ecole de la Chambre Syndicale de la Couture Parisienne, waar er enorm veel savoir-faire aanwezig is rond patronen maken en de traditionele technieken. Aan die laatste school hebben bijvoorbeeld mensen als Yves Saint Laurent, Valentino en Karl Lagerfeld gestudeerd. Ze wordt gefinancierd door de grote spelers in de prêt-à-porter, en bepaalt onder meer de kalender van de modeshows.
YVRENOGEAU: Door de twee scholen samen te smelten, krijgt Parijs eindelijk een echte school voor de creatie van mode. Wij staan in voor de samenstelling van het programma voor de bachelor, maar er komt ook een master en de mogelijkheid om een doctoraat te behalen. De school zal negenhonderd studenten tellen. In september 2019, als de gebouwen gerenoveerd zijn, verwelkomen we de eerste studenten.
Duurzaamheid krijgt een belangrijke rol in jullie nieuwe programma.
YVRENOGEAU: Als je weet dat de mode-industrie de tweede meest vervuilende industrie ter wereld is, dan is het niet moeilijk om te beseffen dat we anders moeten produceren en consumeren. We moeten onder meer komaf maken met de enorme voorraden en ook hoe kledij geverfd wordt, moeten we herzien. Binnen dit en vijftien jaar is het bij gebrek aan voldoende water trouwens onmogelijk om die grote massa’s kleren te produceren.
"Onze relatie met Brussel is erg emotioneel, zelfs een beetje irrationeel."
RONDENET: Als de mode- en luxesector zich niet zullen aanpassen, zullen ze elke geloofwaardigheid verliezen. Net zoals we nu veel bewuster omgaan met onze voeding, en bijvoorbeeld niet meer in een gewone supermarkt kopen, maar bij een biomarkt zoals Le marché des tanneurs, zullen ook in de mode de tussenschakels verdwijnen. We moeten af van de zogenoemde fast fashion.
YVRENOGEAU: We merken een enorme mentaliteitswijziging bij de jongere generaties. Hun bewustzijn voor de planeet is veel groter. Natuurlijk willen we niemand verplichten om voor duurzame materialen te kiezen, maar hen wel bewustmaken van de mogelijkheden. Anders dan tien jaar geleden bestaan er enorm veel mooie materialen zoals gerecycleerd kasjmier, niet-dierlijk leder uit het labo of draden uit de schil van sinaasappelen. Met onze tweede belangrijke pijler binnen de opleiding, technologie, willen we de studenten laten kennismaken met die materialen en hun oorsprong. Vaak is het gewoon een kwestie van de klik te maken.
Een derde element waar jullie op focussen, is het culturele.
RONDENET: Studenten moeten een solide bagage hebben, de geschiedenis van de kunst en mode goed kennen, maar zich ook voeden door naar theater, dans, expo’s en concerten te gaan. De mode is nauw verbonden met die domeinen. Denk maar aan de hiphop, en de invloed die die heeft op kledingstijlen.
YVRENOGEAU: We willen hun geesten openen, en hun interesses verbreden. Onder meer daarom hechten we veel belang aan de sociale mix van onze studenten. Iedereen kan kandidaat zijn, we vragen geen specifiek diploma of technische voorkennis. Zo krijgt iedereen die over creatief talent beschikt de kans om bij ons te studeren.
Onlangs kwam er een jongen uit de Parijse buitenwijken op een jury. Dankzij zijn enorme creativiteit slaagde hij erin om zijn eigen cultuur boeiend uit te drukken. Voor ons is dat het belangrijkste criterium om te mogen beginnen.
RONDENET: Een interessant privé-initiatief in die zin is La Casa 93 in Saint-Denis. Daar kunnen jongeren voor wie de drempel naar een modeschool in eerste instantie te hoog is gratis terecht om hun eerste stappen te zetten in de modewereld.
Als je weet dat enkele van de meest invloedrijke modeontwerpers als Alexander McQueen, John Galliano of Demna Gvasalia, die in Antwerpen studeerde en nu creatief directeur is bij Balenciaga, uit een niet erg bemiddelde familie kwamen, kan het belang hiervan niet genoeg onderstreept worden.
YVRENOGEAU: Onder meer dat aspect maakt het Belgische onderwijs zo sterk. Omdat het betaalbaar is, staat het open voor iedereen. Uit die clash tussen sociale en culturele achtergronden ontstaan vaak bijzonder interessante creaties. Daarom zetten we in Parijs een systeem van beurzen op.
Ruilen jullie met deze switch ook Brussel voor Parijs in?
YVRENOGEAU: Zeker niet. In de week zullen we in Parijs wonen, maar tijdens het weekend komen we met veel plezier terug. Onze relatie met Brussel is erg emotioneel, zelfs een beetje irrationeel. Toen we hier voor het eerst aankwamen op een grijze, druilerige novemberdag, vonden we de stad meteen prachtig. We houden van de mentaliteit en de manier waarop dingen gebeuren. Daarom hebben we vier jaar geleden de Belgische nationaliteit aangevraagd.
RONDENET: Bovendien is de stad ultrakosmopolitisch, en leidt de samenkomst van de drie culturen telkens tot verandering. Dat maakt haar complex, je kan nooit helemaal tot haar kern doordringen. Daarnaast zijn we maar wat blij dat we ons als nieuwe Belgen kunnen inschrijven in de schitterende modetraditie van dit land. Zo lopen er in Parijs momenteel bijvoorbeeld twee expo’s over de Belgische ontwerper Martin Margiela, die mondiaal een revolutie in de modewereld ontketende. Zijn verhaal is ronduit fabelachtig.
- Expo 'It's my own. An everyday fashion story', nog tot 17 juni bij MAD, Nieuwe Graanmarkt 10, 1000 Brussel
Lees meer over: Brussel , Expo , Thierry Rondenet , Hervé Yvrenogeau , MAD , Mode
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.