Op één domein loopt Brussel wel voorop: de contactopsporing

In het Brussels Gewest kunnen hoogrisico-contactpersonen en reizigers binnen de 24 uur opgebeld worden voor de contactopsporing, terwijl die termijn in het noorden en het zuiden van het land niet wordt behaald. Dat schrijft Le Soir maandag. Het Brussels Gewest had in september al extra mensen aangeworven om op de vierde besmettingsgolf te anticiperen.

Toen er zich medio september een kleine golf van coronabesmettingen aankondigde, werd bij de Brusselse contactopsporing extra personeel aangeworven. “Omdat het niet makkelijk is om op zo'n korte termijn de juiste profielen te vinden en het verloop groot is, hebben we er goed aan gedaan vroeg te beginnen," zegt François-Xavier Dohet, verantwoordelijk voor het Brusselse contactopsporing-callcenter aan Le Soir.

Tussen 8 en 14 november werden in het Brusselse callcenter meer dan 12.000 telefoontjes gepleegd om Brusselaars binnen de 24 uur op de hoogte te brengen van een hoogrisicocontact en een terugkeer uit een rode zone. Die 24 uur is de ‘optimale’ termijn. In het noorden en het zuiden van het land kan die termijn niet meer gerespecteerd worden.

In Wallonië werden drie weken geleden nog 39 mensen aangeworven om tot een totaal te komen van 289 contacttracers. Maar ook dat is niet genoeg, want volgens het Waalse zorgagentschap Aviq zijn er momenteel 340 contacttracers nodig. Reizigers die terugkeren uit een rode zone worden daarom niet meer opgebeld.

Enkel indexpatiënten

In Vlaanderen worden momenteel ongeveer 500 mensen aangeworven. Daar werd de 'noodknop' ingeduwd, dat wil zeggen dat er enkel nog indexpatiënten (mensen die al positief hebben getest) worden opgebeld. Hun contactpersonen en reizigers krijgen een sms. Toch blijft het moeilijk om zelfs op deze manier alles bij te benen.

Volgens Karine Moykens, voorzitster van het interfederaal comité testing en tracing, bespaart een dergelijk noodsysteem wel tijd. "Elke regio kan kiezen of ze dit systeem al dan niet wil gebruiken, en het proces is even doeltreffend als een oproep voor de test," zegt Moykens. "Het voordeel is dat een contacttracer de vele vragen van mensen kan beantwoorden over quarantaine enzovoort. Een sms kan dat niet.”

Volgens Moykens zou het aanwervingsprobleem in de callcenters van de twee regio’s eind november opgelost moeten zijn.

Ook in de scholen loopt de contacttracing stroef. Ouders van een positief getest kind kennen niet altijd alle kinderen van de klas, daarom duurt de contactopsporing langer, verklaart François-Xavier Dohet. "De callcenters hebben de scholen ontlast die het niet meer konden bijbenen. Het proces is nog maar een paar dagen oud, maar het moet worden herzien en verbeterd. Dit zal snel gebeuren," belooft Karine Moykens nog.