Overlegcomité: Brussel neemt leiding in aantal besmettingen

Brussel neemt voorlopig de leiding in het aantal besmettingen. Op het gebied van ziekenhuiscijfers, aantal overlijdens en aantal boosterprikken scoort Brussel ook het slechtst. Dat zegt viroloog Steven Van Gucht op de persconferentie van het Overlegcomité. Er komen verder geen versoepelingen of verstrengingen. De scholen mogen na de kerstvakantie volledig open.

De omikronvariant van het coronavirus doet de coronacijfers sterk stijgen. Begin deze week heeft ons land zelfs een recordwaarde opgetekend wat besmettingen betreft. Op maandag 3 januari waren dat er 27.000 en dinsdag zullen we afkloppen tussen de 28.000 en 29.000. "Dat zijn waarden die we nog niet eerder hebben gezien," zegt viroloog Steven Van Gucht, die op de persconferentie na het Overlegcomité een overzicht van de situatie gaf. "Dat heeft alles te maken met de eindejaarsfeesten en de omikronvariant."

80 tot 90 procent van de besmettingen wordt intussen veroorzaakt door de omikronvariant van het virus. Van Gucht voorspelt dat de cijfers midden januari een piek zullen bereiken. Hoe hoog die zal worden is nog erg onduidelijk, de schattingen lopen van 30.000 tot 125.000 besmettingen per dag op de piek.

Vooral in Brussel stijgen de besmettingen sterk. "Dat is typisch voor grote steden," zegt Van Gucht. Maar de andere cijfers zien er ook niet rooskleurig uit. De ziekenhuiscijfers zijn met zestig procent gestegen in de hoofdstad. Brussel scoort ook het slechtst op gebied van het aantal boosterprikken, ook bij de ouderen (65% van hen kreeg een boosterprik, het nationale cijfer is 84%). Het aantal overlijdens is hier de voorbije week overigens gestegen met twaalf procent.

'Omikron is niet onschuldig'

"Ik denk dat we mogen stellen dat de vijfde golf begonnen is. Het weekgemiddelde is in een week tijd met 82 procent gestegen." Dat zegt viroloog Steven Van Gucht.

De omikronvariant is besmettelijker, maar het ziet er naar uit dat de variant minder ziekmakend is. "Dat betekent echter niet dat ze minder onschuldig is," zegt premier Alexander De Croo (Open VLD). Hij wijst erop dat individuele personen minder risico lopen om ziek te worden, maar dat de impact op de maatschappij wel groot kan zijn zoals, zoals op de zorg en onderwijs.

Geen versoepelingen of verstrengingen

Premier De Croo riep verder op tot voorzichtigheid en erkende dat we een moeilijke periode tegemoet gaan. Contacten moeten zoveel mogelijk beperkt worden en er wordt aangeraden om zoveel mogelijk zelftests te doen. Ook FFP2-maskers werden aangeraden op de persconferentie. Die beschermen sterker dan stoffen of chirurgische maskers.

Alle huidige coronamaatregelen blijven gelden, het Overlegcomité besloot niet te versoepelen of te verstrengen.

Op gebied van telewerk moet je nog altijd minstens vier dagen per week telewerken, als je job dat toelaat. Twintig procent van de werknemers mag op de werkvloer aanwezig zijn. Verder wordt de capaciteit op het openbaar vervoer niet gehalveerd en er worden ook geen maatregelen getroffen voor de beperking van contacten, zoals contactbubbels.

Daarmee geeft de politiek amper gehoor aan de adviezen van de expertengroep van GEMS. Die vroeg om telewerk weer verplicht te maken, de drukte op het openbaar vervoer te verlagen en de contacten te beperken. "We wijken hiermee licht af van wat de experts hebben geadviseerd," zegt premier Alexander De Croo.

Scholen mogen weer open

Het onderwijs mag volledig open na de kerstvakantie. De geplande heropening van het onderwijs is door het Overlegcomité bevestigd op 10 januari.

Voltijds contactonderwijs is zowel in het kleuter-, basis- als secundair en deeltijds kunstonderwijs weer mogelijk. Er geldt wel een mondmaskerplicht vanaf 6 jaar. Wanneer er vier besmettingen in een klas zijn, moet de volledige klas in quarantaine.

De ministers van Onderwijs gaan binnenkort in dialoog over de manier waarop het hoger onderwijs veilig kan heropend worden.

Coronabarometer

Het Overlegcomité besprak ook de zogeheten coronabarometer, maar voert dat instrument nog niet in.

Het zou de komende maanden een belangrijk instrument moeten worden omdat het versoepelingen of verstrengingen sterker zou koppelen aan de coronacijfers. Dat moet het coronabeleid wat meer voorspelbaarheid geven.