Aanslag Joods Museum: procedureproblemen vertragen rechtsgang

Volgens de advocaten van hoofdbeschuldigde Mehdi Nemmouche is de burgerlijke partijstelling van de Association Française des Victimes du Terrorisme (AfVT) onontvankelijk. Dat heeft meester Henri Laquay donderdagochtend gepleit voor het Brusselse assisenhof. Het hof oordeelt dat die vraag niet opgeworpen en beoordeeld moet worden bij het begin van het proces.

Volgens meester Laquay zijn er twee soorten burgerlijke partijen. De eerste zijn mensen die rechtstreeks slachtoffer geworden zijn van een misdrijf of daardoor schade geleden hebben, of hun erfgenamen of rechtsopvolgers.

De tweede soort zijn organisaties of verenigingen die wettelijk de bevoegdheid hebben gekregen om als procespartij op te treden. Het gaat dan om organisaties of verenigingen die kunnen optreden in het kader van de antiracismewetgeving, zoals Unia, of milieuverenigingen.

"De AfVT heeft als maatschappelijk doel om de slachtoffers van terrorisme te ondersteunen," ging de advocaat verder. "Ik zie niet in hoe de burgerlijke partijstelling van AfVT in dit proces enige hulp of steun zou kunnen bieden aan de slachtoffers van de aanslag, die zelf al verdedigd worden door hun eigen advocaten."

De AfVT kan volgens de Belgische wetgeving niet optreden als procespartij om haar maatschappelijk doel na te streven, ook al kan ze dat in Frankrijk wel, aldus nog meester Laquay.

'Laattijdig'

Meester Guillaume Lys, advocaat van de AfVT, vond het verwonderlijk dat het probleem niet opgeworpen werd bij de voorbereidende zitting of bij de samenstelling van de jury. De advocaten van Nemmouche hadden het probleem wel opgeworpen voor de raadkamer maar daar hadden ze nadien hun vraag om de burgerlijke partijstelling te weigeren, ingetrokken.

"De conclusies die nu worden neergelegd over dit probleem, zijn laattijdig", pleitte de advocaat."

Vereniging mag blijven

Het Brusselse assisenhof stelt dat die vraag niet opgeworpen en beoordeeld worden bij het begin van het proces.

De vereniging mag het proces dus blijven bijwonen als procespartij en mag pleiten over de schuld van de twee beschuldigden.