Beslissing over doorverwijzing cipiers en directrice gevangenis Vorst valt maandag

De Brusselse raadkamer velt maandag haar beslissing in het dossier rond de 24 cipiers en de directrice van de gevangenis van Vorst die verdacht worden van de onmenselijke behandeling van gedetineerden. Het parket vervolgde eerst alle verdachten voor onmenselijke behandeling, maar paste die vordering later aan. Zo kon het er zich in vinden dat een aantal verdachten, onder wie de directrice, niet zouden terechtstaan voor onmenselijke behandeling, maar voor schuldig verzuim.

Het gerechtelijk onderzoek naar de cipiers begon nadat verschillende gedetineerden klachten hadden ingediend over feiten van zwaar en herhaald geweld. Die zouden het werk zijn van een groep cipiers, die al enkele jaren dienst doen in de D-vleugel van de gevangenis. De groep zou de bijnaam "SS'ers" dragen, een bijnaam die ze zouden verdiend hebben door hun gedrag ten opzichte van de gedetineerden.

De betrokken cipiers zouden er immers een sport van maken om gedetineerden uit te schelden, te vernederen en te provoceren. Zo zouden ze regelmatig een weddenschap organiseren over het aantal gedetineerden dat ze op een bepaalde dag naar een isoleercel zullen brengen. Ook zouden ze regelmatig de elektriciteit in een bepaalde cel uitschakelen om incidenten tussen de gedetineerden uit te lokken.

Het gerechtelijk onderzoek werd vorig jaar afgesloten en het parket besloot aan de raadkamer te vragen om 24 cipiers door te verwijzen naar de correctionele rechtbank. Daarnaast werd ook de doorverwijzing van de directrice gevraagd, hoewel dat een aparte klacht betreft die bij het grotere dossier werd gevoegd. De directrice zou een gedetineerde met psychische problemen in de isoleercel hebben opgesloten, terwijl zijn gezondheidstoestand dat niet zou hebben toegelaten.