Inbeslagname parlementaire documenten in dossier Lumumba was legaal

De inbeslagname van een aantal documenten in het federaal parlement, in het kader van het onderzoek naar de moord op de voormalige Congolese premier Patrice Lumumba in 1961, was legaal. Dat heeft de Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling beslist, zo meldt het federaal parket.

Het Belgisch gerecht opende in december 2012 op vraag van de familie van Lumumba een onderzoek naar de moord, en maakte daarvoor gebruik van de wet op de universele bevoegdheid. Die maakt de vervolging mogelijk van personen die worden verdacht van oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid of genocide, op voorwaarde dat de aanklagers een band hebben met ons land.

De KI stemde ermee in om de moord op Lumumba als oorlogsmisdaad te bestempelen, waarna het gerechtelijk onderzoek van start kon gaan. Dat onderzoek loopt intussen nog steeds, ook al zijn acht van de tien personen tegen wie de familie Lumumba klacht had ingediend intussen overleden.

Tweehonderd mappen

Op bevel van de onderzoeksrechter die het dossier leidt, werden in januari 2022 huiszoekingen uitgevoerd in het federaal parlement. Daarbij werden een aantal documenten van de parlementaire commissie Lumumba in beslag genomen. Het gaat om zo'n 200 mappen, en de KI moest oordelen of het gerecht kennis kon nemen van de processen-verbaal van de getuigenissen die toen achter gesloten deuren zijn afgelegd. De bewuste documenten werden in afwachting van de beslissing van de KI verzegeld en in een van de zalen van het parlement gelegd.

De KI heeft nu geoordeeld dat de inbeslagname legaal was en dat het overgrote deel van de documenten mag gebruikt worden in het gerechtelijk onderzoek. Slechts voor twee documenten wordt een uitzondering gemaakt, die kunnen door de speurders niet gebruikt worden.