Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 komt maandag psycholoog Serge Garcet getuigen over het proces van deradicalisering en disengagement. Nog op de agenda staan hoofdonderzoekster Aline Delisee en professor Dieter Deforce (UGent), die een tegenexpertise uitvoerde voor de DNA-analyse. Ook kwam het bericht binnen dat de familie van Abrini niet zal komen getuigen.
'Wie eenmaal geradicaliseerd is en betrokken bij terrorisme, kan moeilijk terug'
14.34 uur: Bayingana, El Haddad Asufi en El Makhoukhi krijgen vragen over hun DNA in Max Roosstraat
De beschuldigden Hervé Bayingana Muhirwa, Ali El Haddad Asufi en Bilal El Makhoukhi hebben maandag vragen gekregen over de aanwezigheid van hun DNA op kledij in het safehouse in de Max Roosstraat. Voorzitster Laurence Massart had als extra onderzoeksdaad een DNA-analyse gevraagd van in 2019 afgenomen stalen van kledij in het appartement.
Opvallend was de aanwezigheid "met een extreem sterke waarschijnlijkheid" van het DNA van Bayingana Muhirwa en El Makhoukhi in een gemengd profiel, samen met dat van Mohamed Abrini, op een trainingsbroek die in een zak in de hal van het appartement lag. Bayingana Muhirwa zei nooit in het appartement te zijn geweest, El Makhoukhi was er naar eigen zeggen twee keer.
Volgens onderzoeker Dieter Deforce (UGent) is de kans klein dat het DNA via indirecte weg op de broek is terechtgekomen. Het DNA van Ali El Haddad Asufi, die naar eigen zeggen één keer in het appartement was voor de terroristen verhuisden, werd dan weer aangetroffen in een gemengd profiel op een vest.
De waarschijnlijkheid dat het zijn DNA is, is "gematigd". De drie beschuldigden konden geen antwoorden geven op de vraag waarom hun DNA opdook op de kledij, waarop de kledingstukken naar de zittingzaal werden gebracht.
De voorzitster vroeg of El Haddad Asufi soms kleren uitwisselde met zijn jeugdvriend Ibrahim El Bakraoui, van wie het DNA eveneens op de vest zat. "Neen, ik heb hem misschien aangeraakt toen ik hem zag", antwoordde die.
El Makhoukhi herkende de broek niet, Bayingana Muhirwa haalde dan weer aan dat de broek misschien in de zakken met kleren zat die Mohamed Abrini en Osama Krayem meenamen toen ze bij hem kwamen logeren. Abrini zei echter dat hij de zak waarin de broek gevonden werd, niet bij zich had in de Tivolistraat.
11.50 uur: DNA El Haddad Asufi, El Makhoukhi en Bayingana Muhirwa gevonden op kleren Max Roosstraat
De DNA-profielen van beschuldigden Hervé Bayingana Muhirwa, Ali El Haddad Asufi en Bilal El Makhoukhi zijn aangetroffen op kledij die werd teruggevonden in het safehouse in de Max Roosstraat in Schaarbeek.
De DNA-resultaten uit het onderzoek werden al eerder voorgesteld, maar op een deel kleren dat werd gevonden in de Max Roosstraat werd nog geen analyses uitgevoerd. De stalen werden wel bewaard in een diepvriezer, om er eventueel later nog analyses op uit te voeren, wat nu gebeurd is door onderzoeker Dieter Deforce (UGent).
Opvallend is hoe het DNA van Hervé Bayingana Muhirwa en van Bilal El Makhoukhi, samen met dat van Mohamed Abrini, opdook in een gemengd DNA-profiel aangetroffen op een trainingsbroek die werd gevonden in een zak in de hal van het appartement. De waarschijnlijkheid dat het wel degelijk om het DNA van de drie gaat is "extreem sterk".
Appartement Max Roosstraat
Mohamed Abrini verbleef voor de aanslagen in de Max Roosstraat. Hervé Bayingana Muhirwa zei echter nooit in het appartement in de Max Roosstraat te zijn geweest. Eerder werd zijn DNA en dat van Abrini ook al aangetroffen op een oorstokje gevonden in een vuilniszak. Bilal El Makhoukhi was naar eigen zeggen twee keer in het safehouse, op 16 en 21 maart. Zijn DNA werd aangetroffen op een dadelpit en een beker.
Voorzitster Laurence Massart vroeg aan El Makhoukhi, Bayingana Muhirwa en Abrini of ze de broek ooit al hadden gezien. Het antwoord was negatief en de broek had ook een andere maat dan die van drie. Het DNA van Ali El Haddad Asufi, die naar eigen zeggen één keer in de Max Roosstraat was voor de terroristen verhuisden, werd dan weer aangetroffen in een gemengd profiel op een vest, met dat van kamikazes Najim Laachraoui en Ibrahim El Bakraoui. De waarschijnlijkheid dat het om het DNA van de twee kamikazes gaat is "sterk", bij El Haddad Asufi is die "gematigd". Ook hij kon geen uitleg geven voor de aanwezigheid van zijn DNA op de vest, die Najim Laachraoui waarschijnlijk droeg om inkopen te gaan doen.
"Ik heb die vest nooit gezien, het is een banale vest", aldus El Haddad Asufi. De voorzitster vroeg daarop om de broek en de vest naar de rechtbank te halen, zodat de beschuldigden ze van dichterbij kunnen bekijken.
10.24 uur: Familie Abrini komt niet getuigen
De familie van beschuldigde Mohamed Abrini zal niet komen getuigen op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016. Dat blijkt een uit e-mail van de familie, die Laurence Massart, de voorzitter van het hof, maandagochtend bij de aanvang van de zitting voorgelezen heeft. De moraliteitsgetuigen voor Abrini zijn gepland voor woensdag.
In de e-mail richt de familie van Abrini zich tot het hof en de juryleden, maar ook tot de slachtoffers en nabestaanden van de aanslagen op Zaventem en Maalbeek. "Sinds de feiten hebben we onze verantwoordelijkheid genomen", klinkt het. De familie wil zich niet onttrekken aan de situatie, maar getuigen op het proces zou de familie zwaar vallen. "Het leed dat we voelen is niet te vergelijken met dat van jullie", drukt de familie de slachtoffers en de nabestaanden op het hart. De familie-Abrini schrijft nog elke vorm van geweld te veroordelen en zich geschokt en machteloos te voelen.
Abrini zei eerder dat hij niet wil dat zijn familie voor hem komt getuigen, noch psychologen, noch psychiaters. Ook Sofien Ayari en Bilal El Makhoukhi willen niet dat hun familieleden komen getuigen voor het hof. De drie beschuldigden zien daar naar eigen zeggen het nut niet van in. Salah Abdeslam gaf eerder aan dat hij zijn familieleden graag zou zien komen, maar dat zij dat zelf niet willen.
9.53 uur: Plaatsvervangend jurylid ziek
Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 is het tiende plaatsvervangende jurylid ziek. Voorzitster Laurence Massart kondigde aan dat hij vervangen wordt.
Er blijven nu nog twaalf effectieve en zeventien plaatsvervangende juryleden over. Verwacht wordt dat de debatten van het proces gesloten worden begin juli, waarna twaalf effectieve juryleden nodig zijn voor de beraadslaging over de schuldvragen. Het was van 24 april geleden dat er nog een jurylid afviel. Toen werd een jurylid gewraakt, omdat die volgens de verdediging blijk van partijdigheid had gegeven.
05:00 uur: Psycholoog komt getuigen over deradicalisering
De DNA-analyse werd vorige maand al voorgesteld. De onderzoekers moeten maandag nog vooral meer duidelijkheid verschaffen over enkele kledingstukken die gevonden werden in de Max Roosstraat in Schaarbeek, nadat voorzitster Laurence Massart daartoe vorige maand opdracht had gegeven. Ook zal het gaan het over het DNA in de Driesstraat.
Later op de week is het aan de moraliteitsgetuigen van beschuldigden Oussama Atar, Mohamed Abrini en Ali El Haddad Asufi. Ook de psychiaters die de psychiatrische expertise uitvoerden van Mohamed Abrini komen getuigen. Verder komt Alain Grignard nog getuigen, die als islamoloog werkte bij de federale politie.
19.19 uur: Verdediging erg kritisch voor expert deradicalisering
De advocaten van de verdediging hebben erg kritische vragen gesteld aan professor Serge Garcet (Universiteit van Luik), expert deradicalisering. Uit hun vragen aan de professor, die had getuigd dat de weg terug zeer moeilijk is van zodra iemand geradicaliseerd is, bleek dat zijn getuigenis hen niet erg beviel.
Delphine Paci, de advocate van beschuldigde Salah Abdeslam, confronteerde Garcet met de vraag hoe zijn 'school' stond tegenover de mensenrechten? Voorzitster Laurence Massart vroeg daarop om de vraag te verduidelijken, waarop Paci hem confronteerde met een open brief van een collega-professor van het CETR, het onderzoekscentrum naar terrorisme en radicalisering waaraan hij verbonden is. Die had zich daarin onder meer beklaagd over de aanpassing van de beschuldigdenbox op vraag van de verdediging.
Garcet antwoordde dat hij niet op de hoogte was van de open brief, die niet eens had gelezen. Paci voerde nog aan dat de brief nochtans was ondertekend in naam van het CETR, waarop de voorzitster aan Garcet vroeg of die achter het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens stond? "Uiteraard", antwoordde Garcet, die om de vraag moest lachen.
Haar confrater, Michel Bouchat, wou dan weer weten wat hij bedoelde met de uitspraak dat het een politieke overweging was om het in plaats van 'deradicalisering' te hebben over 'disengagement'. Garcet zei dat de verschuiving plaatsvond onder impuls van een politieke partij, die hij niet bij naam noemde, maar "die in Wallonië tegen rituele slachting is en in Brussel voor".
Het achterliggende idee was dat je radicaal kon zijn zonder over te gaan tot geweld en dat de term stigmatiserend is. Garcet zei daar persoonlijk aan te twijfelen. Volgens hem zal iemand met radicale overtuigingen, die die in de praktijk wil brengen, op een gegeven moment botsen met de realiteit van de democratische samenleving waarin hij leeft.
Laura Severin, de advocate van beschuldigde Sofien Ayari, concludeerde dan weer dat zijn model achter radicalisering te herleiden viel tot zaken als de familiale omgeving, zoeken naar de zin van het leven en een uitdrukking van narcisme. Ze vroeg of het niet complexer was, verwees naar de getuigenis van twee criminologen die eerder waren komen getuigen - en daarbij veel bijval kregen van de verdediging. "Het is complexer dan hoe u het samenvat", antwoordde Garcet. Hij zei dat hij het spijtig vond dat het haar leek alsof hij het licht opvatte.
Hij voerde ook aan dat de invloed van de familiale omgeving niet van hem afkomstig is, maar voortkomt uit de wetenschappelijke literatuur. Hij argumenteerde ook dat zijn gehele discours wetenschappelijk onderbouwd is.
Ook in hun commentaren waren de advocaten erg kritisch. Paci verweet Garcet "karikaturaal" te zijn. Ze noemde zijn discours gevaarlijk en zei dat hij het bedje spreidt voor extreemrechts. Nicolas Cohen, advocaat van Bilal El Makhoukhi, verweet de expert een gebrek aan nuance en noemde hem "deterministisch". Hij zei ook triest te zijn dat Garcet de jongeren die in 2014-2015 geradicaliseerd raakten een opgegeven generatie noemde. "Is heel Brussel dan opgegeven?"
19.12 uur: 'Wie eenmaal geradicaliseerd is en betrokken bij terrorisme, kan moeilijk terug'
Voor wie eenmaal geradicaliseerd is en betrokken is bij terroristische daden, zal het heel moeilijk zijn om terug te keren naar de persoon die hij of zij in het verleden was. De betrokkenheid bij het gewelddadige radicalisme is intussen immers intrinsiek verbonden met dat individu. Dat zegt Serge Garcet, psycholoog en professor in de criminologie aan de Universiteit van Luik, die maandag als getuige was opgeroepen. Een "pessimistische" visie, gaf hij toe.
Garcet werkt al jaren rond radicalisering, deradicalisering en de processen achter die fenomenen. Maandag stelde hij een van de gangbare wetenschappelijke modellen voor die de cognitieve stadia van radicalisering in kaart brengen, gaande van fascinatie voor de radicale zaak over deelname aan een radicale groepering, waarbij het individu zijn identiteit koppelt aan het wereldbeeld van de groepering, tot overgaan tot terroristische daden.
Dat proces is niet zomaar omkeerbaar, legde Garcet uit. In dat licht haalde hij de metafoor van de plasticine aan. Als een bol witte plasticine (het individu vóór het radicaliseringsproces) als het ware gebeten wordt door een bol zwarte plasticine (de radicale ideologie), gaan de zwarte deeltjes geleidelijk aan op in de witte bol, die uiteindelijk een complexe grijstint krijgt (het individu na het radicaliseringsproces).
Aan het einde van het radicaliseringsproces is het onmogelijk geworden om elk zwart deeltje uit de grijze bol te halen, om opnieuw een compleet witte bol te worden. Van zodra een individu geradicaliseerd is, stelde Garcet, is het voor dat individu dus onmogelijk geworden om volledig te deradicaliseren.
"Toch hebben sommige beklaagden gereageerd op de getuigenissen van de slachtoffers", opperde Laurence Massart, voorzitster van het hof. "Natuurlijk kan een assisenproces een louterende dimensie hebben", repliceerde Garcet. "En alle beschuldigden zijn zeker niet in dezelfde mate overtuigd. Ze hebben de stadia (van radicalisering, red.) niet in dezelfde mate doorlopen."
Deradicalisering gebeurt niet door pedagogen, imams en godsdienstleerkrachten, legde Garcet nog uit, maar door de individuen zelf. "We zijn geen computers waarin je een diskette kan steken om een bepaald besef over te brengen", zei Garcet stellig. "Woorden volstaan niet" om een individu te doen afzien van gewelddadig radicalisme.
Aanslagen Brussel 2016
Lees meer over: Brussel , Justitie , Aanslagen Brussel 2016 , aanslagen , Alain Grignard