Proces over Salah Abdeslams verzoek om in België te blijven niet voor mei 2024

Voor de burgerlijke rechtbank in Brussel is dinsdag de procedure ten gronde ingeleid over het verzoek van Salah Abdeslam om zijn straf in België te kunnen uitzitten. De advocaten van Abdeslam en van de Belgische staat zijn een kalender overeengekomen om hun conclusies uit te wisselen, en die loopt tot 3 mei 2024. Pas na die datum zal een datum vastgelegd worden waarop de pleidooien zullen plaatsvinden.

Abdeslam wil dat de rechtbank de Belgische staat verbiedt om hem over te brengen naar Frankrijk en dat ze toelaat dat hij zijn straf in België uitzit. Zijn advocaten argumenteren dat hij in Frankrijk blootgesteld zou worden aan een onmenselijke en vernederende behandeling, en dat België voor zijn overbrenging moet nagaan of hij effectief dat risico zou lopen. Bovendien heeft hij al zijn sociale banden in België, klinkt het.

De verdediging van Abdeslam spande een kort geding aan om na het proces over de aanslagen in België niet onmiddellijk terug te moeten naar Frankrijk. In eerste aanleg wees de kortgedingrechter zijn verzoek af, maar in beroep kreeg hij gelijk. Voorlopig blijft Abdeslam, die door het Franse gerecht 'uitgeleend' werd voor het proces in België, daarom in ons land. Maar een proces ten gronde moet definitief uitsluitsel brengen.

Het speciale hof van assisen in Parijs veroordeelde Salah Abdeslam tot een 'onsamendrukbare' (of niet in te korten) levenslange celstraf, met een 'eeuwigdurende' veiligheidsperiode van feitelijk dertig jaar, voor de aanslagen van 13 november 2015. De volksjury van het hof van assisen in Brussel verklaarde hem ook schuldig aan de aanslagen van 22 maart 2016. Maar voor de straf werd rekening gehouden met de straf die hij al kreeg in Parijs, en louter verwezen naar de twintig jaar cel die hij kreeg voor de schietpartij in Vorst.