De Brusselse raadkamer beslist pas op 25 januari over de eindvordering van het federaal parket in het onderzoek naar de aanslag op het Joods Museum, op 24 mei 2014. Daarin vraagt het federaal parket om twee verdachten, Mehdi Nemmouche en Nacer Bendrer, door te verwijzen naar het assisenhof. Voor derde verdachte Mounir Atallah vraagt het federaal parket de buitenvervolgingstelling.
Raadkamer beslist op 25 januari of Nemmouche naar assisenhof gaat
Lees ook: Nemmouche maandag voor raadkamer
De aanslag op het Joods Museum eiste vier mensenlevens. Het koppel Israëlische toeristen Emanuel (54) en Miriam (53) Riva en de 66-jarige Française Dominique Chabrier, vrijwilligster in het museum, stierven ter plekke en de 25-jarige museummedewerker Alexandre Strens overleed op 6 juni.
Een week na de aanslag werd in Marseille een eerste verdachte, Mehdi Nemmouche, opgepakt. Hij was onder meer in het bezit van wapens die sterk leken op de wapens die gebruikt waren bij de aanslag, munitie en een vlag van terreurgroep IS. Nemmouche heeft tot op heden nog geen enkele verklaring afgelegd tegenover de Belgische speurders. Volgens zijn advocaten is de man wel betrokken bij de aanslag maar was hij niet de schutter.
In de loop van het onderzoek werden nog twee andere verdachten onder aanhoudingsbevel geplaatst, Nacer Bendrer en Mounir Atallah, maar zij werden na verloop van tijd vrijgelaten. Midden januari 2015 werd ook een opsporingsbericht voor een vierde mogelijke verdachte verspreid, een man die enkele dagen na de aanslag gefilmd is in het gezelschap van Nemmouche. Die man is nog steeds niet geïdentificeerd.
Niet alleen het federaal parket stuurt aan op een assisenproces, ook de burgerlijke partijen en de verdediging van Nemmouche zelf pleiten daarvoor.
Aanslag Joods Museum
Lees meer over: Brussel , Justitie , Aanslag Joods Museum , Nemmouche , Mehdi Nemmouche , Joods Museum , aanslag Joods Museum , proces joods museum
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.