Voor het Brussels hof van beroep heeft de burgerlijke partij een schadevergoeding van 5.000 euro en de hoge procedurekosten geëist van cipiers van de gevangenis in Vorst. Die worden beschuldigd van onmenselijke behandeling van kwetsbare en geïsoleerde gevangenen. De beschuldigden betwisten de feiten en hun eerdere veroordeling en menen dat ze altijd volgens de procedures gehandeld hebben wanneer ze gevangenen in de isoleercel plaatsten.
Slachtoffers eisen 5.000 euro schadevergoeding van cipiers voor onmenselijke behandeling
De slachtoffers spreken van strafexpedities in de avond, beledigingen, vernederingen en provocaties. Daardoor werden de gevangenen agressief en konden de cipiers hen in de isoleercel steken.
De bewakers zouden ook regelmatig de elektriciteit en het water van de douches hebben afgesloten terwijl de gedetineerden in de douche stonden.
In eerste aanleg veroordeelde de rechtbank de veertien cipiers tot voorwaardelijke gevangenisstraffen van twee tot twintig maanden.
De feiten
De feiten, die tussen 2014 en 2015 plaatsvonden in de D-vleugel en de psychiatrische afdeling van de gevangenis van Vorst, werden bewezen geacht. Tegen deze uitspraak gingen ze in beroep.
Ze ontkennen dat ze hun positie hebben misbruikt om de gevangenen voor de lol te mishandelen.
Ook de directrice van de gevangenis staat opnieuw terecht voor nalatigheid in de verzorging van kwetsbare gevangenen.
Naar verluidt was de situatie in de gevangenis op het moment van de feiten op z'n zachtst gezegd problematisch door overbevolking, gebrek aan personeel en de verouderde infrastructuur.
Het proces wordt woensdag voortgezet.
Lees meer over: Brussel , Vorst , Justitie , gevangenis Vorst , cipiers