Uitspraak over schietpartij Driesstraat op 23 april

Het vonnis over de schietpartij in de Driesstraat valt op 23 april 2018. Het proces werd vandaag hernomen met het pleidooi van slachtoffervereniging V-Europe die zich burgerlijke partij heeft gesteld. Volgens de advocaten van Ayari en Abdeslam kan dat pas wanneer het finale proces over de aanslagen in Brussel en Parijs plaatsvindt.

In het proces over de schietpartij in de Driesstraat in Vorst was het vandaag de beurt aan slachtoffervereniging V-Europe. Die organisatie stelde zich op februari burgerlijke partij. "Wij hebben wel degelijk een belang in dit proces, dit gaat om feiten die deel uitmaken van een groter terrorisme-verhaal, dat van de aanslagen in Parijs en Brussel", verklaarde meester Guillaume Lys vandaag in de rechtbank.

Verdediging betwist belang slachtoffers

De verdediging van Ayari en Abdeslam betwist dat belang. "Het is niet mijn bedoeling de slachtoffers te kwetsen maar we mogen de emoties ook niet misbruiken", zei meester Isla Gültaslar, de advocaat van Sofien Ayari.

"V-Europe vraagt u niet om twee mensen te veroordelen, maar een heel fenomeen. Dat kan niet, het strafrecht moet net individueel oordelen. Sofien Ayari en Salah Abdeslam worden niet vervolgd voor de aanslagen van 22 maart. Als het proces over die aanslagen plaatsvindt, zal V-Europe zich daar probleemloos burgerlijke partij kunnen stellen."

"De organisatie verwijst voor haar burgerlijke partijstelling naar Franse rechtspraak" ging de strafpleiter verder. "Maar in Frankrijk is er specifieke wetgeving over slachtofferverenigingen, die voorziet dat zij zich burgerlijke partij kunnen stellen."

'Ze baseren zich op achterhaalde rechtspraak'

Dat is volgens V-Europe een foutieve redenering. "Zij baseren zich daarvoor op achterhaalde rechtspraak", pleitte meester Lys. "In 2013 heeft het Hof van Cassatie nog geoordeeld dat een vereniging die de bescherming van een collectief goed tot doel heeft, schadevergoeding kan eisen voor de schade die aan dat collectief goed is veroorzaakt."

De schietpartij in de Driesstraat kan volgens de organisatie ook niet los gezien worden van de aanslagen van 22 maart, of die van 13 november 2015 in Parijs.

"Niemand zou begrijpen dat de slachtoffers niet zouden kunnen optreden in dit proces. De verdachten hebben hun loyauteit aan IS nooit verloochend of in vraag gesteld. In het appartement is een IS-vlag gevonden en is er gebruik gemaakt van oorlogswapens."

Het federaal parket vorderde voor de twee verdachten twintig jaar cel voor moordpoging op politieagenten en verboden wapenbezit in een terroristische context.