Het zijn geen makkelijke tijden voor de liberalen. De vrijheden staan nu al meer dan een jaar danig onder druk door de corona-epidemie. En de roep om komaf te maken met de avondklok klinkt steeds luider. Minister van Justitie Vincent VanQuickenborne (Open VLD) verdedigt het beleid van de regering-De Croo. “Vrijheid moet je altijd afwegen tegen andere grondrechten, zoals gezondheid.”
| Vincent Van Quickenborne: “De politie moet een keurkorps zijn. Niet-gelegitimeerd geweld is onaanvaardbaar.”
Wie is Vincent Van Quickenborne?
- Geboren in 1973
- Studeert rechten aan de KU Leuven
- Is van 1999 tot 2003 Senator, toen nog voor VU&ID
- Federaal staatssecretaris voor Administratieve vereenvoudiging (Open VLD) van 2003 tot 2007
- Van 2008 tot 2012 eerst federaal minister van Ondernemen, en dan vicepremier, bevoegd voor Pensioenen
- Is van 2012 tot 2019 volksvertegenwoordiger in de Kamer
- Wordt in 2020 federaal vicepremier, bevoegd voor Justitie, in de regering-Decroo
- Is sinds 2013 burgemeester van Kortrijk
Van Quickenborne kwam afgelopen weekend in het oog van de storm terecht toen hij verkondigde dat de avondklok nog zal gelden als de horeca weer opengaat. Daarmee vertolkte hij het standpunt van de regering. Maar de liberale partijvoorzitters zijn hier niet mee gediend. Vanuit de zijlijn roepen ze op om het debat over de avondklok snel te voeren, zodat er versoepeld kan worden.
Intussen heeft de pandemie in ons land ook de spanningen tussen politie en burger op een hoogtepunt gebracht. Politiegeweld en geweld tegen de politie gaan hand in hand, zeker in grootsteden als Brussel en Antwerpen.
Hebt u de Pano-reportage gezien over het politiegeweld? Ze toonde manifest machtsmisbruik, onder meer door de Brusselse politie.
Vincent Van Quickenborne: Ik heb altijd gezegd dat de politie een keurkorps moet zijn. Ze heeft het monopolie van het geweld. Maar ze moet voorbeeldig zijn. Niet-gelegitimeerd geweld is dus onaanvaardbaar. Het parket onderzoekt elk incident. We gaan daar dus niet licht over.
Het is natuurlijk geen makkelijke periode voor de politie. De zenuwen staan hoog gespannen. De politie moet regels afdwingen die we niet gewend zijn: afstand houden, de avondklok, samenscholingsverbod. We leven in een soort oorlogssituatie. En mensen zijn licht ontvlambaar omdat deze pandemie zeer lang duurt.
De relatie tussen politie en jongeren zat voor de epidemie al grondig scheef. De politie wordt willekeur verweten. Jongeren aanvaarden het gezag niet meer van de politie. Wat loopt er mis?
Van Quickenborne: Ik heb al met vijf Brusselse korpschefs gesproken. Dat waren lange gesprekken. Het gaat om terugkerende fenomenen. Rellen met oudejaarsavond in 2019, de betoging van 13 januari, geweld op de politie in Elsene. Ik zie Brussel graag. Het is een wat chaotische, charmante stad. Maar het beeld van Brussel wordt jammer genoeg ook door die incidenten gekleurd.
Dat los je niet in een vingerknip op. We moeten een dubbel spoor rijden. De jongeren die voor het eerst in aanraking komen met de politie moeten we met de juiste hand op het rechte pad proberen te krijgen. Daarvoor heb je jongerenflikken nodig. Dat zijn agenten die niet meteen pv's uitschrijven, maar ook kijken naar oplossingen. En die voor de dialoog gaan. De hardleerse jongeren daarentegen moeten we strenger aanpakken. Het begint vaak met lichte criminaliteit en het eindigt met zwaar banditisme.
“Brussel is wél een aantrekkelijke en interessante stad. Vlaanderen stelt zonder Brussel niet veel voor”
Veiligheid is een speerpunt van deze regering. Als we die rellen zien en het politiegeweld, dan zijn we ver van die veilige samenleving. Is dat niet vervelend voor u als minister van Justitie?
Van Quickenborne: Cruciaal voor mij is dat justitie snel werkt. Bij de rellen van 13 januari (na het overlijden van Ibrahima, red.) zijn veertien verdachten geïdentificeerd. Het toont aan dat het snel kan gaan. Er moet ook een lik-op-stukbeleid zijn. Met een omzendbrief kunnen we nu sneller optreden tegen wie geweld gebruikt tegen de politie.
Met die omzendbrief zet u zich weer aan de kant van de politie, terwijl de jongeren zich permanent uitgedaagd voelen door de politie. Moet de boodschap niet nog meer zijn dat machtsmisbruik ontoelaatbaar is?
Van Quickenborne: Natuurlijk is dat uit den boze, maar wat ik niet kan aanvaarden is dat dat dan gebruikt wordt om keet te schoppen, om een politiekantoor in brand te steken. Daar heb ik geen enkel begrip voor.
U bent voorstander van snelrecht, maar Brussel staat juist bekend om de historische gerechtelijke achterstand. Hoe wil u dat aanpakken? Een trage rechtsgang is niet bevorderlijk voor het vertrouwen in justitie.
Van Quickenborne: Bij het parket is het aantal dossiers onder controle. Bij het hof van beroep is er wél een probleem. Dat is inderdaad historisch gegroeid. We geven dit jaar 125 miljoen euro extra uit, en daar zal ook het rechtsgebied Brussel zijn deel van krijgen.
U wil ook met digitalisering het gerecht efficiënter maken.
Van Quickenborne: De digitalisering van het gerecht is een oud zeer. Men heeft al veel pogingen ondernomen om te moderniseren: Mammoet, Phenix, Cheops, JustX. Vandaag is het echter droef gesteld. Magistraten gebruiken Office 2013, de servers draaien op Windows 2008. Advocaten van slachtoffers moeten naar de griffie en nemen met hun smartphone foto's van een scherm, waarop de dossiers te lezen zijn. Dat is prehistorisch.
We krijgen, als alles goed gaat, van de EU 100 miljoen euro om verder te digitaliseren. We voorzien ook in tienduizend nieuwe laptops. De strafdossiers moeten online consulteerbaar zijn en in een later stadium de arresten en vonnissen. De laatste stap is artificiële intelligentie.
“De jongeren die voor het eerst in aanraking komen met de politie moeten we met de juiste hand op het rechte pad proberen te krijgen. Daarvoor heb je ‘jongerenflikken’ nodig”
En rechtszaken via videoconferentie, zoals in de VS?
Van Quickenborne: Moet kunnen. In deze coronatijden hebben we ermee geëxperimenteerd, al is er nog geen wettelijk kader.
Al heel wat ministers van Justitie hebben hun tanden stuk gebeten op de hervorming van justitie. U pakt het anders aan. U heeft meteen een grote bevraging georganiseerd. Wat kwam daaruit?
Van Quickenborne: Er werken 27.000 mensen voor justitie, van wie 11.000 voor de rechtbanken, 10.000 voor gevangenissen en 4.000 voor de gerechtelijke politie. Wat leer ik uit de bevraging? In de bestrijding van de financiële criminaliteit moeten we een tandje bijsteken. We moeten buitgericht werken. Follow the money, zodat de dader zonder geld komt te zitten. Twee, en belangrijk voor Brussel: vanuit de gerechtelijke politie moeten we het project Belfi verder ondersteunen waarmee we, samen met de sociaal-economische inspectie, fraude aanpakken in de handel en bij organisaties.
Een groot probleem is de overbevolking van de Belgische gevangenissen. U noemde het zelf een van uw moeilijkste dossiers. Hoe wil u dat aanpakken?
Van Quickenborne: We hebben een capaciteit van 9.400 plaatsen in de gevangenissen, maar er zijn 10.400 gevangenen. Dat is dus te veel. Vanaf 1 december dit jaar zullen we ook de korte straffen uitvoeren, de gevangenisstraffen onder de drie jaar. Op korte termijn, hebben we dus nog extra plaatsen nodig, naar schatting zo'n 500.
Maar zo maakt u die overbevolking alleen maar nijpender?
Van Quickenborne: Al sinds 2016 zeggen we dat we de korte straffen zullen uitvoeren. Er zijn mensen die een gevangenisstraf krijgen van 2,5 jaar en nooit een cel te zien krijgen. Dat veroorzaakt een ongewild effect: de rechters spreken steeds zwaardere straffen uit. Omdat ze weten dat de korte straffen niet worden uitgevoerd. Er is dus een inflatie van strafmaat.
Om die negatieve spiraal tegen te gaan, zullen we op korte termijn in meer capaciteit moeten voorzien. De gevangenis van Haren gaat open in september 2022: dat zijn al tweehonderd plaatsen extra. We kijken ook naar detentiehuizen. Dat zijn nog eens veertig tot zeventig plaatsen per detentiehuis. Die detentiehuizen zijn nieuw. Ze staan dichter bij de samenleving, de bewaking is er lichter.
Waarom wil u die detentiehuizen?
Van Quickenborne: Het grote probleem is de re-integratie van ex-gevangenen in de samenleving. We zien dat, als de detentie kleinschaliger is, de recidive vermindert. Een op de twee gedetineerden komt vroeg of laat opnieuw in de gevangenis. Dat is veel. In Nederland is de recidive véél lager. De detentiehuizen zijn een eerste stap.
Met Haren komt er een nieuw type gevangenis.
Van Quickenborne: Het is een optelsom van verschillende kleinere gevangenissen. We komen ook met een nieuwe vorm van bewaking: een koude én een warme. De eerste is de klassieke bewaking. We stellen nu profielen op voor de warme bewaking. Die cipiers zullen meer de coach zijn van de gedetineerde. Zodat er begeleiding is op maat vanaf dag één.
Vindt u een humane detentie belangrijk?
Van Quickenborne: Dat is uiterst belangrijk. 99 procent van de gevangenen komt ooit vrij. Je wilt dat ze de gevangenis beter verlaten dan toen ze er zijn binnengegaan. Hoe slimmer je het aanpakt binnen de gevangenismuren, hoe veiliger voor de samenleving. Door hen werk te geven in de gevangenis, leer je hen ook een attitude en kunnen ze bovendien wat geld verdienen, om de slachtoffers terug te betalen.
Bent u al in de gevangenis van Sint-Gillis geweest? Men kan het bezwaarlijk een humane detentie noemen.
Van Quickenborne: Nee, ik ga er binnenkort naartoe. Maar ik heb wel al Lantin bezocht. Ik kan er me wel wat bij voorstellen.
U bent ook bevoegd voor de erediensten. U ging meteen fors te keer tegen de Moslimexecutieve. De vicevoorzitter is een spion van de Marokkaanse staat, verklaarde u. Hij nam intussen ontslag. Nu moet u met die Executieve verder praten. Krijgt u de plooien nog glad?
Van Quickenborne: We zijn met de Moslimexecutieve in gesprek. Ik respecteer de vrijheid van godsdienst. Maar er moet meer representativiteit en transparantie zijn. Alle strekkingen moeten aan bod komen. Er moet ook meer vrouwelijke aanwezigheid zijn.
En over die spion? Ik heb dat niet vastgesteld, maar de Staatsveiligheid. De parlementaire onderzoekscommissie terrorisme heeft gevraagd om in ons land een islam te ontwikkelen die autonoom is. Met Saudi-Arabië hebben we de banden al doorgeknipt. Maar we stellen vast dat de ambassade-islam nog wijdverbreid is: een islam die gedicteerd wordt vanuit het buitenland en die misbruikt wordt voor eigen doeleinden. Dat kan niet.
Denkt u dat de Turkse president Erdogan zich daar iets van aantrekt? Niets houdt hem tegen om staatsgodsdienst te promoten in het buitenland, via de koepel van de Turkse staatsmoskeeën Diyanet.
Van Quickenborne: Dat valt nog te bezien. In Vlaanderen is minister Bart Somers (Open VLD) alvast bezig om die banden door te knippen.
Miskijkt u zich niet te veel op de Grote Moskee? Die hangt nu inderdaad niet meer af van Saudi-Arabië. Maar de echte grote moskee in Brussel is de Al-Khalilmoskee in Molenbeek. De moslimbroeders kunnen er gewoon hun gang gaan. Hoe kunt u daar controle op uitoefenen?
Van Quickenborne: We moeten zorgen voor een erkenning, en als dat niet lukt is er sowieso toezicht door de Staatsveiligheid. Als imams zaken prediken die ingaan tegen de fundamentele waarden in ons land, dan zetten we hen het land uit.
Even terug naar de corona-pandemie. U hamert in het parlement vaak op de grondrechten, en als liberaal zal u die ongetwijfeld heel belangrijk vinden, maar we zitten in een periode waarin die vrijheden serieus zijn ingeperkt. Hoe vervelend is dat?
Van Quickenborne: Natuurlijk is dat vervelend. Vrijheid moet je altijd afwegen tegen andere grondrechten, zoals gezondheid. Er zijn 22.000 mensen gestorven. We proberen elk Overlegcomité het evenwicht te vinden tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Maar we evalueren alle maatregelen permanent. Ook de avondklok. We handhaven die geen minuut langer dan nodig.
De regering probeert 'le juste milieu' te vinden, maar wordt wel opgejaagd door liberalen als Georges-Louis Bouchez en Els Ampe. Ze vinden de maatregelen overdreven.
Van Quickenborne: Denken dat je populair wordt door verhaaltjes te vertellen die mensen willen horen? Daar geloof ik niet in. Het gaat om de kracht van de overtuiging op de lange termijn. Trouwens, in de regering zie ik dat opbod ook niet. We discussiëren wel, maar dat loopt eigenlijk heel goed.
U hebt al veel regeringen meegemaakt. Hoe anders is deze?
Van Quickenborne: Ik zie een grote besluitvaardigheid. We hebben net beslist om de Belgische kinderen van IS-moeders uit Koerdistan weg te halen, net als de moeders als ze geen veiligheidsrisico vormen. Dat zijn geen eenvoudige discussies. Ook de beslissing om de Europese middelen te verdelen ging snel.
Hoe komt dat?
Van Quickenborne: Er zijn veel nieuwe gezichten. Die op een andere manier aan politiek willen doen. Ik denk aan Sammy Mahdi (CD&V), Tinne Van der Straeten (Groen) of haar partijgenote Petra De Sutter. Ze bekijkt het beleid met een nuchtere wetenschappelijke bril.
Tot slot, u hebt een magnifiek zicht op het noorden van Brussel. Hoe goed kent u de stad?
Van Quickenborne: Ik heb er gewoond, ik werk er ook al heel lang. Ik ken ook heel wat Brusselaars. Het is geen geheim dat ik vind dat het bestuurlijk beter kan. Ik zeg dat ook tegen de korpschefs van de politie. Het is niet makkelijk om hier een veiligheidsbeleid te ontwikkelen met zes politiezones. En ook aan de stadsvernieuwing is er werk.
Maar Brussel is wél een aantrekkelijke en interessante stad. Zoals ik zei: ik hou ervan. Vlaanderen stelt zonder Brussel niet veel voor. En de zone dertig is een goed idee. We hebben dat lang geleden ook in Kortrijk ingevoerd.
Over de Brusselse stadstol bent u ongetwijfeld minder enthousiast …
Van Quickenborne: Een kilometerheffing om files te bestrijden is een goed idee. Maar dan moet het over heel België uitgerold worden. Brussels minister Sven Gatz (Open VLD, red.) weet dat ik dat vind. Ik sluit niet uit dat de stap die Brussel wil zetten ook de andere gewesten, na 2024, in beweging kan krijgen.
Lees meer over: Brussel , Justitie , Politiek , Vincent Van Quickenborne , corona-epidemie , politiegeweld
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.