Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 hoort het hof woensdag opnieuw getuigenissen van slachtoffers. Onder hen Karen Northshield, de Amerikaanse die zwaargewond raakte bij de aanslag in Brussels Airport.
Abrini tegen slachtoffers: 'Spijt me dat u deze beproeving moest doorstaan'
18.15 uur: 'Ze hebben me doen twijfelen aan mijn geloof. Alleen al daarom zal ik hen nooit vergeven.'
"Ze hebben me doen twijfelen aan mijn geloof, aan mezelf, en alleen al daarom zal ik hen nooit vergeven." Dat heeft een moslima, van wie de man zwaargewond raakte bij de aanslag op Brussels Airport, woensdagnamiddag gezegd tijdens het terreurproces.
"De islam staat voor vrede en waardigheid", zo zei de 30-jarige vrouw. Islamitische Staat, in naam waarvan de aanslagen werden gepleegd, staat voor haar voor het omgekeerde. "Ik voel zoveel boosheid, zoveel haat. Niemand mag het leven nemen van een ander. Dat is onvergeeflijk."
De vrouw zelf raakte bij de aanslagen niet gewond. Ze was wel op de luchthaven aanwezig, omdat ze er werkte, net als haar man. Hij raakte zwaargewond.
"Ik hoorde de 'boem' van de ontploffing en niet veel later belde iemand anders me met zijn gsm. Ik liep naar de terminal." Daar vond ze uiteindelijk haar man. "Ik herkende hem aan zijn schoenen en zijn stem."
De man werd sinds de aanslagen al een 90-tal keer geopereerd. "Het ziekenhuis Gasthuisberg in Leuven is onze tweede thuis geworden, en is dat vandaag nog altijd", klonk het.
Toen de vrouw vertelde dat haar man nog altijd een stukje bom achter zijn linkeroog heeft zitten, en mogelijk zijn zicht kan verliezen, werd het haar even te veel.
"Het gaat niet goed met ons, met geen van beiden", zei zei. "Ze hebben ons vernield, dat is alles wat ik kan zeggen. Als je fysiek moe bent, doet het goed om te rusten. Maar als je psychologisch moe bent, helpt rusten niet."
De moslima vertelde ook nog dat ze nog altijd de geur van de dag van de aanslagen in haar neus heeft. "Ik walg ervan te ademen."
17.36 uur: "Twee aanslagen meegemaakt: die van terroristen en die van de staat die ons niet hielp"
Op het terreurproces over de aanslagen van 22 maart 2016 blijven slachtoffers de Belgische staat onder vuur nemen. Een IT'er die gewond raakte op de luchthaven van Zaventem, sprak zelfs van twee aanslagen: "een van de terroristen en een van de staat die ons niet hielp".
"Ongelofelijk", zo omschreef de 58-jarige IT-er wat hij meemaakte. "Er begon een nachtmerrie" toen hij zijn vrouw naar Zaventem bracht en de bommen ontploften.
De man noemde de aanslag "zinloos", en zei niet te begrijpen waarom de terroristen stukken metaal in de bommen hadden gestopt "om de toestand van de overlevenden nog slechter te maken".
Maar het grootste deel van de getuigenis was een uithaal naar Medex, de overheidsinstelling die medische expertises uitvoert. De artsen van de dienst "behandelden ons als leugenaars", zei hij.
"De slachtoffers zijn door de hel gegaan. Wij zijn geen leugenaars." Het slachtoffer zei ook niet te begrijpen waarom slachtoffers "de hele tijd moeten betalen". "Na twee weken kwamen de eerste facturen al aan", legde hij uit.
De terugbetalingen die later kwamen, volstonden volgens hem niet om alle kosten te dekken.
17.15 uur: Karen Northshield: "Ik heb niet dood gekend, maar de hel"
Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 heeft Karen Northshield (37), die jarenlang in het ziekenhuis lag nadat ze zwaargewond was geraakt in Brussels Airport, getuigd over hoe ze "in een vingerknip" veranderde van een topatlete in een "vrouw die bijna dood was". "Ik ben afgedaald in de hel."
"Oorlogsinvalide", antwoordde Northshield, toen voorzitster Laurence Massart haar bij aanvang van haar getuigenis vroeg naar haar beroep, nadat ze op krukken de zaal was binnengestapt.
Northshield verbleef bijna vier jaar in het ziekenhuis, waarvan 79 dagen op intensieve zorg. Op de zitting werd een foto getoond van haar heup, volledig weg. Maandenlang werd haar geen enkele overlevingskans gegeven.
Met ingehouden woede, en de verbetenheid van de topatlete die ze was, getuigde ze over hoe de aanslag haar leven vernielde, maar ook dat van twaalf familieleden, "levens die heropgebouwd moeten worden".
Northshield zei dat woorden tekortschieten om het lijden te kunnen beschrijven dat ze tot vandaag ondergaat. Dat ze er nog is, is te danken aan de dokters en familie die haar niet opgaven en haar "wil om te leven, moed, vastberadenheid en vooral veel veerkracht".
"Ik heb de dood niet gekend, maar de hel", zei Northshield. "Van een dynamische, gelukkige en gezonde vrouw, met een mooie toekomst voor zich, werd ik een vrouw die bijna dood was."
Northshield beschreef hoe nachtmerries, angsten en handicaps al zeven jaar haar leven beheersen. Ze beschreef ook de vele ziekenhuisverblijven en behandelingen, die maar blijven doorgaan.
Northshield zei dat ze een "jihad van herstel" voerde, geen "jihad van oorlog" zoals de beschuldigden. "Je zal mijn haat, noch mijn tranen hebben", zei ze ook.
Ze hekelde bovendien de administratie waar ze nu mee worstelt. "Een nieuwe strijd, om terug te keren naar mijn 'normale' leven, een strijd die ik niet zou moeten voeren."
15.54 Opnieuw kritiek op verzekeraars en Belgische staat
Opnieuw heeft een slachtoffer van de aanslagen van 22 maart 2016 op het terreurproces uitgehaald naar de manier waarop de verzekeraars en de Belgische staat met slachtoffers zijn omgegaan. "Ik werd verpletterd als een miertje door een gigantesk systeem", klonk het woensdagnamiddag.
In de voormiddag had een ander slachtoffer al uitgehaald naar de verzekeraars, die ze een gebrek aan respect en empathie verweet. In de namiddag ging een 54-jarige vrouw daarop door. Ze wilde haar "woede" ventileren.
De artsen die werkten in opdracht van de verzekeraar, hadden vragen gesteld bij de tewerkstellingssituatie van de vrouw. Het leek alsof ze de schuld kreeg, stelde ze, dat ze "niet in staat was" te herstellen. "Het maakte me onvoorstelbaar kwaad. De kloof tussen de medische expertise en wat ik meemaakte, is enorm. Dit is geen financiële maar een symbolische kwestie."
De vrouw klaagde ook aan dat ze gekwetst was door "de beslissing van de overheid om de slachtoffers over te laten aan verzekeraars" en artsen die "niet onafhankelijk" werken. "Ik ben gekwetst dat met onze ervaring en ons lijden geen rekening is gehouden om zaken te verbeteren."
De getuigenis eindigde met een klein incident. De vrouw wilde beschuldigde Osama Krayem - niet aanwezig in de rechtszaal - aanspreken over een verklaring die hij deed tijdens een verhoor. De procedure staat niet toe dat burgerlijke partijen de beschuldigden rechtstreeks vragen stellen en de voorzitter wees haar daarop.
13.39 uur: Slachtoffer Maalbeek bad tot Heilige Rita in metro
"Er was geen hoop meer. Ik heb gebeden tot de Heilige Rita", de patroonheilige van de hopeloze gevallen. Dat heeft een vrouw die in het derde rijtuig zat van het metrostel waarin op 22 maart 2016 een bom ontplofte, woensdag getuigd tijdens het terrorismeproces.
De vrouw, een tolk, vertelde dat ze die dag de metro had genomen in het station Herrmann-Debroux, op weg naar het justitiepaleis in Brussel. Ze was een beetje bezorgd, nadat ze van de aanslag op Brussels Airport had gehoord, maar "ik geloofde niet dat er een aanslag zou kunnen gebeuren op een metro".
De bom ontplofte in het tweede rijtuig, zij zat in het derde. Ze beschreef de toestand na de explosie als "de hel op aarde". "Er was geen hoop, we waren onmachtig. Ik heb gebeden tot de Heilige Rita."
Nadat ze uit het metrostation was geraakt, heeft ze enkele uren door de stad gewandeld. "Ik dacht dat het ergste achter de rug was, ik heb de dag nadien zelfs geprobeerd om te gaan werken."
Het is pas enkele dagen na de aanslagen dat "de schok van de realiteit binnenkwam, met nachtmerries en beelden die terugkwamen", en dat de vrouw medische hulp zocht. "Tot dan had ik geen dokter gezien.
"Nadat de voorzitter had gevraagd hoe het nu met haar gaat, zei de vrouw dat het moeilijk is. "Je moet proberen het onbegrijpelijke te begrijpen", klonk het. "Het zwaarste is dat ik niet de kracht heb om mijn angst te overwinnen. Ik ben wantrouwig tegenover alles. Ik kan geen ongedwongen plezier hebben."
Wat de beschuldigden betreft, zei de vrouw dat ze "geen hart gevuld met haat" wil hebben. "God heeft me genade geschonken, ik hoop dat hij hen ook zal vergeven."
12.37 uur: Mohamed Abrini: 'Spijt me dat u deze beproeving moest doorstaan'
De beschuldigde Mohamed Abrini heeft deze middag kort het woord genomen na de getuigenis van Sandrine Couturier, die gewond raakte in metrostation Maalbeek, en haar man Olivier Lecompte, die getuigde over de psychologische gevolgen, die ook wogen op hem.
"Het spijt me dat u deze beproeving moest doorstaan", zei Abrini. Het was de eerste keer tijdens de getuigenissen van overlevenden en nabestaanden dat een beschuldigde met zoveel woorden blijk gaf van enige empathie.
"Ik wil u bedanken voor uw getuigenis. Ik heb heel goed geluisterd. Het was zeer verrijkend. Het spijt me dat u deze beproeving moest doorstaan. Ik wens u het beste toe voor de toekomst", zei Abrini, die er wat ongemakkelijk bijstond.
Abrini had verrassend het woord gevraagd na de getuigenissen van Couturier en Lecompte, op de laatste volledige dag die uitgetrokken is voor de getuigenissen van overlevenden en nabestaanden.
Voorzitster Laurence Massart antwoordde dat hij dit eerst moest bespreken met zijn advocate. Er volgde een korte woordenwisseling tussen advocate Laura Pinilla en Abrini, waarna die dus het woord nam. Na afloop voegde Abrini er nog aan toe dat de andere beschuldigden in de box er hetzelfde over denken.
Hij vroeg Lecomte ook: "Hoe gaat het met u?" Abrini pikte zo in op zijn getuigenis. Hij had verklaard dat het hem altijd wat pijn deed als anderen vroegen hoe het met zijn echtgenote ging, terwijl hij zichzelf ook slachtoffer voelt. Toen Massart hem de vraag van Abrini voorlegde - de beschuldigden mogen zich niet rechtstreeks tot de getuigen richten - antwoordde die kort: "Het gaat."
12.04 uur: "Ik heb me twee jaar lang meer dood dan levend gevoeld."
"Ik heb me twee jaar lang meer dood dan levend gevoeld." Dat heeft Sandrine Couturier, slachtoffer van de aanslag in het metrostation Maalbeek, gezegd tijdens haar getuigenis op het terrorismeproces.
Couturier bevond zich op het moment van de aanslag in het metrostel waar de bom ontplofte. "Ik herinner me de schok op mijn borstkas. Ik zag het dak van de wagon opengaan als een conservenblik", getuigde ze.
In twee minuten was ze uit het metrostation gevlucht. De vrouw had brandwonden opgelopen, onder meer in het gezicht en aan de handen, maar het herstel verliep voorspoedig. Er volgende evenwel een lange psychische lijdensweg.
Het normale leven en het werk hernemen was een beproeving, legde ze uit. "Het heeft veel energie gekost. Ik denk dat ik gevochten heb als een leeuwin, dat ik nog nooit zo hard gewerkt heb als toen", zei ze. "Ik begreep niet dat ik het leven niet zou kunnen opnemen zoals voor de aanslagen. Ik weigerde te aanvaarden wat er mij overkomen was."
Couturier zei dat ze niet suïcidaal of depressief was, maar toch stelde ze haar gezin na de aanslagen voor om haar "een doodskist" te geven als kerstgeschenk, vertelde ze. "Ik functioneerde, maar niets had zin, ik ervaarde geen enkel plezier in het leven."
Therapie en haar familie hielpen haar op weg. "Ik ben me nu ook bewust van lichtpunten" na de aanslagen, getuigde de vrouw, zoals van haar eigen kracht, de invloed van haar omgeving en "nieuwe ontmoetingen die mijn zin voor het leven versterken". Maar, zo voegde ze toe, "ik wou dat het niet gebeurd was".
11.30 uur: Vrouw die gewond raakte in Maalbeek uit forse kritiek op verzekeraars en overheid
Een vrouw die gewond raakte bij de aanslag in metrostation Maalbeek, heeft woensdag hevige kritiek geuit op de verzekeraars, die ze een gebrek aan respect en empathie verweet. Ze klaagde ook aan dat de overheid de slachtoffers overliet aan de verzekeraars en hun winstbejag.
Leila Maron, adviseur bij het socialistische ziekenfonds, las voor het hof als eerste haar getuigenis voor. Even werd het haar wel teveel, toen ze getuigde dat ze pas na maanden goed en wel besefte waaraan ze ontsnapt was.
"Het was alsof mijn hersenen zich eerst gericht hadden op het herstel van de oorlogswonden die ik opliep", zei ze. "Ik besefte dat ik een overlevende was", zei ze. "Anderen hebben die kans niet gehad. Ze moeten een soort menselijk schild gevormd hebben dat me beschermde tegen die bom. Ik ging op zoek naar wie de zestien slachtoffers waren in de metro. Zo kwam ik erachter dat een collega van mij, Lauriane Visart de Bocarmé, niet evenveel geluk heeft gehad."
Maron zat op drie meter van de zelfmoordterrorist toen die zich in het tweede rijtuig van de metro opblies. Ze was naar muziek aan het luisteren en een bericht aan het sturen naar haar moeder, toen de bom ontplofte. Het volgende wat ze zich herinnerde, was dat ze op grond lag, niet kon bewegen, terwijl ze zoals in een film een fluittoon hoorde.
Uiteindelijk nam haar overlevingsinstinct het over en kon de vrouw uit een raam naar buiten klimmen. Bovengronds werd ze eerst opgevangen in een geïmproviseerd hospitaal in het Thon-hotel, nadien in de Kliniek Sint-Jan, waar ze na vier dagen ontslagen werd.
De vrouw had een geperforeerd trommelvlies, brandwonden in het gezicht en aan de handen, en pijn in de borststreek door de ontploffing. Daarnaast hield ze angstgevoelens, slapeloosheid en hyperwaakzaamheid over aan de aanslag.
Feestjes moet ze al na een paar minuten verlaten, omdat ze het lawaai niet verdraagt, klonk het. Naar een concert gaan of naar de cinema, zoals ze vroeger graag deed, lukt haar niet meer. Ook volledig haar werk hervatten, in hartje Brussel, verloopt niet zoals ze zou willen.
De vrouw getuigde vervolgens dat ze het vertrouwen kwijt is in de overheid, die er niet in geslaagd was om haar burgers te beschermen, maar de slachtoffers ook overleverde aan de door winst gedreven verzekeraars en hun experts, die er met hun vele expertises "alles aan doen om de slachtoffers en hun rechten zo min mogelijk te respecteren".
De vrouw getuigde dat ze zeven jaar na de aanslagen nog met hen in een geschil verwikkeld is. Ze verweet de verzekeraars naast een gebrek aan respect ook een tekort aan empathie.
Zo zou de vrouw, die nu zwanger is van haar tweede kind maar verschillende miskramen achter de rug heeft, van een expert te horen gekregen hebben dat ze zwanger zou worden als ze stopte met in het verleden te leven.
De vrouw zei ook dat de werkelijke inzet van het proces draait rond vragen als wat jongeren die in België opgegroeid zijn, heeft bezield om dergelijke daden te plegen. Ze zei dat het een samenlevingskwestie is en dat iedereen een stuk verantwoordelijkheid draagt voor dit "echec".
De vrouw, die zich tijdens haar getuigenis enkele keren naar de beschuldigden draaide, had ook een boodschap voor hen. Ze zei dat ze het "spijtig" vond en dat ze "triest" was "dat ze op een punt waren aanbeland waarop geen terugkeer mogelijk is". "Ik durf te hopen dat zij die nog in leven zijn een ander pad zullen vinden. De terroristen zullen nooit het laatste woord hebben. Ik leef meer dan ooit", besloot ze.
05.00 uur: Voorlaatste dag van getuigenissen slachtoffers
Karen Northshield getuigt in de namiddag. Ook komen verschillende overlevenden van de aanslag in Maalbeek aan het woord.
Normaal gezien was woensdag de laatste dag van getuigenissen van slachtoffers, maar voorzitter Laurence Massart verplaatste drie slachtoffers die normaal gezien dinsdagnamiddag zouden getuigen, naar maandag.
Een vierde slachtoffer dat pas later een aanvraag deed om te getuigen, werd eveneens toegevoegd. Donderdag volgen dan getuigenissen van experts in onder meer geopolitiek, criminologie en radicalisering. Volgende week start, na de laatste getuigenissen van de slachtoffers, het kruisverhoor van de beschuldigden, dat twee weken zal duren.
Aanslagen Brussel 2016
Lees meer over: Brussel , Justitie , Aanslagen Brussel 2016 , aanslagen 22 maart 2016 , Karen Northshield , getuigenissen slachtoffers , Laurence Massart , Brussels Airport