Smet: 'Lager basisbedrag, maar hogere toeslagen dan in Vlaanderen'

In vergelijking met Vlaanderen ligt het basisbedrag voor de nieuwe kinderbijslag in Brussel lager dan in Vlaanderen, erkende minister Pascal Smet (SP.A) woensdag. Minister-president Rudi Vervoort (PS) wees erop dat Brussel gelijktijdig met de andere gewesten zal overschakelen op een eigen systeem.

"Het basisbedrag in Brussel ligt met 150 euro lager dan de 160 euro die in Vlaanderen zal gelden vanaf 2020", zei Pascal Smet. "Maar de kinderbijslag evolueert met de leeftijd tot 160 euro en zelfs 170 euro voor jongeren die hoger onderwijs volgen. Bovendien hebben wij hogere toeslagen."

Hij wees er ook op dat kinderen die voor 1 januari 2019 geboren zijn in Vlaanderen onder de oude regeling blijven met een basisbedrag van 92 euro, terwijl in Brussel elk kind onder de nieuwe regeling valt, weliswaar de eerste vijf jaar met een basisbedrag van 140 in plaats van 150 euro.

De Brusselse regering wilde een ambitieus, rechtvaardig en sociaal systeem, stelde minister-president Rudi Vervoort (PS). "Het is niet evident om binnen een veelzijdige meerderheid standpunten te verzoenen", verklaarde hij de maandenlange onderhandelingen. "Uiteindelijk zijn het de Brusselaars die gewonnen hebben."

Vervoort wees op de sociale bijslagen die beantwoorden aan de specifieke samenstelling van de Brusselse gezinnen. Bovendien moest het nieuwe systeem budgettair neutraal zijn. "Meer dan drie vierde van de Brusselse gezinnen zullen vanaf 2020 winnen in vergelijking met hun huidige situatie", maakte hij zich sterk.

Het was het cdH dat lange tijd bleef dwarsliggen omdat de partij vreesde dat het Brusselse systeem nadeliger zou zijn dan het Vlaamse of het Waalse. "Elk kind is gelijk", was het adagio van de partij.

"Het was een werk van lange adem, maar dankzij de discretie zijn we er geraakt. Er was een politieke wil om tot een akkoord te komen", zei Céline Fremault, die binnen het Verenigd College samen met Pascal Smet verantwoordelijk is voor de materie.