Het idee van één hobby per kind is altijd een aanbeveling geweest en was nooit dwingend. Dat heeft minister van Onderwijs en Sport Ben Weyts zaterdag verklaard in De Ochtend op Radio 1.
Weyts: 'Eén hobby per kind was nooit dwingend'
Het Overlegcomité heeft vrijdag beslist om meer buitenactiviteiten toe te laten. Zo kunnen mensen met tien buiten samenkomen, als ze een mondmasker dragen en de nodige afstand bewaren. In principe kunnen georganiseerde sportactiviteiten met tien personen dus ook, als men zich aan de regels houdt, erkent Weyts.
Toch mogen pas vanaf april georganiseerde buitenactiviteiten (bijvoorbeeld sporttrainingen) tot tien personen doorgaan. Kinderen tot 13 jaar mogen vanaf 8 maart met 10 deelnemen aan georganiseerde binnenactiviteiten en met 25 aan georganiseerde buitenactiviteiten. Jongeren tot en met 18 jaar kunnen enkel deelnemen aan georganiseerde buitenactiviteiten in groepen van maximaal 10.
Na de bekendmaking van de versoepeling doken heel wat vragen op over het aantal hobby's per kind. In januari werd nog aan de ouders gevraagd om het aantal hobby's of activiteiten per kind te beperken tot één per week. "Dat is altijd geformuleerd bij wijze van aanbeveling en was nooit dwingend", zegt Weyts daarover. "Kinderen waren de enige die zulke activiteiten mochten doen. De vraag kwam er om solidair te zijn met anderen."
Lees meer over: Brussel , Jongeren , Onderwijs , Sport , Ben Weyts , anticoronamaatregelen , coronamaatregelen