Terwijl de mens zich moet aanpassen aan de klimaatopwarming, lijken sommige insectensoorten zoals de kolibrievlinder in Brussel perfect te gedijen bij een graadje meer.
De kolibrievlinder overwintert steeds vaker in Brussel
“De kolibrievlinder is een trekvlinder die grote afstanden kan afleggen”, zegt Wim Veraghtert, vlinderexpert bij Natuurpunt. Vroeger trokken de insecten rond deze periode massaal naar de mediterrane regio of Zuid-Frankrijk, maar steeds vaker kiezen kolibrievlinders ervoor om de winter in Brussel door te brengen. “Dat blijft een gok: als de temperatuur onder de tien graden zakt, is de kans groot dat ze het niet overleven. Blijft het zacht buiten, dan lukt de overwintering doorgaans goed.”
Dat kolibrievlinders steeds vaker opduiken in Brussel, is geen toeval. Vlinders fladderen namelijk noordwaarts als het warmer wordt. “Zuidelijke, warmteminnende soorten zoals het kaasjeskruiddikkopje en de kolibrievlinder breiden hun areaal uit naar het noorden en nemen dus toe in onze contreien, terwijl koudeminnende soorten zoals het koevinkje net afnemen, en zelfs geleidelijk aan verdwijnen.”
"Kolibrievlinders planten zich alleen voort op plaatsen waar walstro groeit. In Brussel vinden we die soort vooral terug in wegbermen"
Slecht nieuws met een gouden randje, want de kolibrievlinder is een fascinerend diertje: het is een zenuwpees, en hij beweegt vliegensvlug van bloem naar bloem, om met zijn lange roltong de nectar eruit te slurpen.
Waar die nectar vandaan komt, maakt de dagactieve nachtvlinder niet veel uit. “Hij voedt zich met bloemen en tuinplanten en mijdt de stad niet”, zegt Veraghtert, maar er is wel een belangrijke vereiste wat voortplanting betreft. “De rupsen voeden zich enkel met walstro. Kolibrievlinders planten zich dus alleen voort op plaatsen waar de juiste planten groeien. Ook dat leefgebied vinden we in Brussel, waar walstrosoorten vooral in wegbermen voorkomen.”
Beestig Brussel
Lees meer over: Brussel , Milieu , Beestig Brussel , Beestig Brussel