De Josaphatsite, het Wielsmoeras, het Kwartelveld, de Donderberg. Het zijn maar enkele van de vele groene plekken in Brussel die de inzet zijn van een bitse strijd. Moeten we er bouwen om de druk van de woonmarkt te halen? Of laten we ze net groen omdat het besef groeit dat we niet zonder natuur in de stad kunnen? “We hebben woningen én meer open ruimte nodig.”
| Benoit De Broeck op de friche Josaphat.
De Kwartelveldsite in Watermaal-Bosvoorde, een stralende dag in maart. “Hier staan de spruiten, een van de weinige groenten die je op dit moment kan oogsten. Wist u dat de vastentijd uit die schaarste is ontstaan?” Colette Bériot, vrijwilligster van het eerste uur, toont ons de serres van de stadsboerderij, de schapenweide, de collectieve moestuinen van de bewoners. “O ja, en we staan natuurlijk op de pauze- en aperitiefplek, niet onbelangrijk. Wist u dat sommige buurtbewoners niet meer op vakantie gaan, omdat het hier zo mooi is?”
Dat het Kwartelveld een idyllische plek is, kunnen we alleen maar bevestigen. Het terrein van drie hectare is licht glooiend, waardoor achter de Ferme du Chant des Cailles (Kwartelzang, terwijl het hele terrein Champ des Cailles/Kwartelveld heet, red.) ook nog eens een stadspanorama opduikt. “De boerderij overleeft ook door de buurt,” legt Bériot uit. “Vierhonderd klanten betalen elk jaar een vast bedrag volgens hun financiële mogelijkheden en komen dan zelf oogsten. Dat geeft de tuinbouwers zekerheid.”
Terwijl Bériot ons over het terrein leidt, verschijnt warempel ook een klasje van een buurtschool ten tonele. Twee enthousiaste juffen vertellen honderduit over wat er allemaal te zien is op de groene oase, het kleine grut trekt grote ogen. Bériot knikt goedkeurend. “Dit is veel meer dan een boerderij, het is een plek waar we aan een duurzame wereld timmeren. De omliggende scholen steunen ons.”
Sociale woningflop
Als het Kwartelveld de voorbije maanden in het nieuws kwam, was het nochtans niet voor de kwaliteit van de spruiten of de schoolbezoeken. Het terrein was vooral de inzet van een felle strijd over de toekomst van de site. De huidige gebruikers en Ecolo-burgemeester Olivier Deleuze willen de bestaande boerderij-activiteiten behouden. De eigenaar daarentegen, sociale huisvestingsmaatschapij Logis-Floréal, plant er samen met staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou (PS) zeventig sociale woningen.
Waarom zou je armere bewoners het recht op wonen in zo’n groene gemeente ontzeggen?”
De nood aan sociale huisvesting is dan ook groot in Brussel: in heel het gewest zijn er zo'n 40.000 sociale woningen, maar op de wachtlijst staan ruim 50.000 gezinnen. De opeenvolgende gewestregeringen – steevast met de PS – slagen er maar niet in om hun beloftes ter zake waar te maken. Neem nu het plan van PS'er Françoise Dupuis uit 2004 om ruim 3.500 van die woningen te realiseren. Anno 2021, zeventien jaar na de lancering, was nog geen 60 procent gebouwd. “Vaak zijn het de inwoners van de rijke gemeenten die zich verzetten,” merkt Werner Van Mieghem van de Brusselse Bond voor het Recht op Wonen (BBRoW). “Maar waarom zou je armere bewoners het recht op wonen in zo'n groene gemeente ontzeggen?”
Het Kwartelveld is lang niet de enige open plek waarom deze dagen gebikkeld wordt in Brussel. Een greep uit de lijst: op de Lakense Donderberg verzetten buurtbewoners zich tegen een groot schoolproject. Rond kunstencentrum Wiels in Vorst is het laatste woord nog niet gezegd over het moeras en het omliggende terrein. In de Anderlechtse vallei van de Mijlenmeers zijn woningen, studentenkoten en landbouw gepland. Achter de Heembeekse angst voor een nieuwe tram zit ook een vrees voor nog meer ondoordachte verdichting. En dan is er nog de Josaphatsite, waar het Gewest tot afgrijzen van natuurliefhebbers 1.200 woningen wil neerplanten. Maar daarover later meer.
De conflicten verlopen vaak langs gelijkaardige breuklijnen. Aan de ene kant een overheid die woningen of een school wil bouwen vanwege de bevolkingsgroei en de stijgende woonprijzen. Aan de andere kant voorstanders van meer groen in de stad, die erop wijzen dat de tijden veranderd zijn: de klimaatopwarming maakt de afkoeling door stedelijk groen noodzakelijk, de covidcrisis duwde ons met de neus op het belang van groene ruimte. En de veelbesproken bevolkingsgroei, die is bijna helemaal stilgevallen. En dan is er nog die politieke breuklijn, die het debat niet eenvoudiger maakt: de bouwers zitten vooral bij de PS, terwijl Ecolo en Groen vaker voor het behoud van open ruimte pleiten.
Die strijd levert soms een behoud van het groen op, zoals op de Ernottesite in Elsene, waar moestuinen het haalden van woningen. Maar de voorbije decennia trokken vooral de bouwers aan het langste eind. Alleen al tussen 2003 en 2014 nam het Brusselse groen zo met 14 procent af, bleek uit een Amsterdamse studie op basis van satellietbeelden.
Snelwegparking voor vogels
De Josaphatsite, een voormalig vormingsstation van 25 hectare op de grens van Schaarbeek en Evere. Het is meteen de grootste groene ruimte waarrond op dit moment slag wordt geleverd. “Tiens, waar is die dode vos naartoe?” vraagt Benoit De Boeck. De natuurliefhebber is kind aan huis op de friche Josaphat en leidt ons met zijn collega Bernard Pasau door een stuk stedelijke wildernis. “Opgegeten door de kraaien,” zegt Bernard, die ondertussen ijverig speurt naar minder banale vogelsoorten. Met succes. “Kijk, een rietgors!” “Is dat geen koperwiek?” “Hoor je die putter?” Waar onze ongetrainde zintuigen hooguit getjilp of gefladder opmerken, openbaart zich voor het duo een stedelijk natuurparadijs.
De friche is dan ook een plek waar uitzonderlijk veel diersoorten zich thuisvoelen. De vogelsoortenteller staat vandaag al op 126, uitzonderlijk veel voor een stedelijke omgeving. “Deze plek is niet alleen belangrijk voor de soorten die er verblijven,” geeft De Boeck mee. “Voor trekvogels is het ook een soort snelwegparking, die deel uitmaakt van een groene corridor, de laatste plek om te rusten voor die grote stad. Je kan deze wildernis niet los zien van het geheel. Eigenlijk zou dit een soort Brussels Zwin moeten worden, een toegankelijk natuurreservaat.”
De natuurliefhebbers verwijten Rudi Vervoort en zijn regering dat ze dat grotere plaatje niet zien. In een eerste versie van het gewestplan werden 1.600 woningen over de hele site uitgesmeerd, in een tweede komen de woningen vooral op het breedste stuk van het terrein, een onderbreking van de groene corridor “en precies op het deel met de grootste biologische waarde,” foetert Pasau. Of Vervoort het project opnieuw laat aanpassen, moet nog blijken, het is wachten op de conclusie van het nieuwe openbaar onderzoek. Nochtans kent de Brusselse regeringsleider de plek maar al te goed, zo weet De Boeck. “Ziet u dat fonkelwitte gebouw daar? Daar woont hij.”
De Boeck en Pasau kunnen wel uren doorgaan over de friche en waarom die moet behouden worden. We moeten het hen vergeven als ze wat fanatiek overkomen, drukken ze ons op het hart. “We hebben de voorbije jaren zoveel stedelijke ruigtes zien verdwijnen. Telkens hoor je dan dat 'die soorten elders wel nog een plaats vinden'. Maar wat als alle 'elders' opraken?”
Vertragingseffect
De Josaphatsite is een fascinerende case. Niet alleen door de natuurlijke rijkdom, maar ook omdat je hier een typisch fenomeen in stadsplanning ziet: het vertragingseffect. De eerste plannen voor de Josaphatsite zijn ondertussen ruim tien jaar oud. Op dat moment groeide de Brusselse bevolking nog met 30.000 hoofden per jaar, vandaag is de groei vrijwel nul. Die plannen dateren ook van voor de covidtijd, die ons massaal het stedelijke groen deed herontdekken. En ook klimaat stond toen nog lager op de agenda.
“Die vertraging is normaal in stadsplanning,” legt Brussels bouwmeester Kristiaan Borret uit. “Politieke afspraken of procedures draai je niet zomaar terug. Maar er is wel degelijk een paradigmaverschuiving bezig. We beseffen steeds meer dat we naar een stad moeten met intelligent geplande open ruimte, die koelte en meer groen in de stad brengt.”
Borret geeft grif toe dat de huidige Josaphatplannen nog onder die vertraging lijden. “Zo'n plek verdient eigenlijk een nieuw globaal project in plaats van een aanpassing van oude plannen.” Tegelijk is hij wel degelijk voor woningen op een deel van de friche. “Het is niet omdat de bevolking minder snel groeit, dat je vandaag alle achterstand qua sociale woningen plots hebt weggewerkt. We hebben echt nieuwe huisvesting nodig.”
De bouwmeester stoort zich dan ook aan actiegroepen die pleiten voor een volledige nieuwbouwstop en enkel rekenen op het omvormen van de – erg omvangrijke – Brusselse leegstand. “Kantoren die tot woningen worden omgevormd, maken vandaag trouwens al twintig procent van de bouwproductie uit. Maar met die leegstaande gebouwen alleen zullen we het nooit redden.”
Er moet de bouwmeester nog een ding van het hart. “De focus ligt nu vaak op enkele grote onbebouwde sites, maar wat we op een veel kleiner niveau doen, is minstens even belangrijk. In elke straat waar dat kan bomen plaatsen of voor een doorlaatbare grond zorgen, in elk nieuw huizenblok in echte open ruimte voorzien, met volle grond zodat er dankzij dat groen verkoeling is. Dat is minder zichtbaar, maar we zijn er nu volop mee bezig bij nieuwe bouwprojecten.”
Nimby
De Donderberg in Laken. Midden in een huizenblok, op een zucht van het koninklijk domein, ligt een groene, onbebouwde zone van bijna drie hectare. “Zie je die grote oude notelaar daar? Ooit was dit de boomkwekerij voor de tuin van de koning. Hier en daar zie daar nog restanten van. En kijk eens naar dat overwoekerde pad. Dat leidde vroeger naar de Tuinen van de Bloemist, op het aangrenzende perceel.”
“De mensen vluchten de stad uit omdat die niet groen genoeg is en dan ga je dit hier vernietigen?”
Aan het woord is Tom Cartrysse, buurtbewoner en architect. Samen met Lakenaar Serge Malaisse van de vzw laken.brussels is hij onze gids op een stuk stadsgroen waar de Stad Brussel straks een lagere school wil bouwen, voor 672 leerlingen. Serge Malaisse schudt het hoofd. “De mensen vluchten de stad uit omdat die niet groen genoeg is en dan ga je dit hier vernietigen?”
Die school is nochtans nodig, vinden burgemeester Philippe Close (PS) en zijn schepen van Franstalig Onderwijs Faouzia Hariche (PS). “Alles op tien minuten, luidt onze slogan,” zei Close daarover vorig jaar nog aan onze redactie. “In Laken is veel groen, maar een tekort aan scholen.” Dat tekort is zo groot, dat er in de wijk zelfs na de bouw nog 250 plaatsen zullen ontbreken, zegt de onderwijsschepen dan weer. Het aanhoudende verzet van de omwonenden, die cijfers misleidend noemen, stoort de burgemeester mateloos. “De buurtbewoners moeten ophouden met hun nimby-houding (Not in my backyard, red.) en begrijpen dat het algemeen belang primeert.”
Closes woorden leggen iets bloot dat veel van de groendossiers typeert: verharding. Jaren van strijd en vertraging stemmen zowel overheden als tegenstanders steeds bitterder. De Stad schrapte al tientallen woningen in het project, dat al aan zijn vijfde versie toe is, maar de tegenstand blijft. “Omgekeerd hebben groenverdedigers het gevoel dat er ondanks mooie woorden de hele tijd ondoordacht wordt verdicht,” ziet Steyn Van Assche van stadsvereniging Bral. “De strijd werd daardoor harder en er is een soort 'behouden wat er te behouden valt'-stemming ontstaan.”
Als de PS zich opwindt over de Donderberg en andere strijddossiers, is het ook omdat de partij vindt dat Ecolo met twee tongen spreekt als het over sociale huisvesting gaat. In de gewestregering is de meerderheidspartner helemaal voor, maar op gemeenteniveau gaan burgemeesters vaak op de rem staan. Een sprekend voorbeeld: tijdens een recente mars voor het behoud van het Kwartelveld dook Watermaals burgervader Olivier Deleuze (Ecolo) op, met zijn saxofoon.
Geen excuses meer
Terug naar het Kwartelveld in Watermaal-Bosvoorde. Even leek er de voorbije weken een oplossing in de maak. Na de mars voor het Kwartelveld gingen de huisvestingsmaatschappij (met een PS-topman) en de gemeente met burgemeester Olivier Deleuze (Ecolo) immers aan tafel zitten. De gemeente wou eigen gronden vlak naast de boerderij ter beschikking stellen, een compromis leek binnen handbereik.
Vorige week sprongen de onderhandelingen dan toch af. Dat gebeurde twee dagen na alweer een desastreuze peiling voor de PS, waarin de PTB zelfs groter wordt dan de socialisten in Brussel. Toeval? Feit is dat de steeds hetere adem van de PTB de PS langzaam brandwonden bezorgt en de partij ook verplicht om zich steeds forser te profileren, onder meer rond sociale huisvesting. Er moet op het Kwartelveld gebouwd worden, niet ernaast, lijkt het nieuwe devies.
De Brusselse bouwmeester blijft ondertussen geloven dat een intelligent compromis mogelijk is op het Kwartelveld. En Borret kijkt ook naar de toekomst. “Er komen nog grote projecten op ons af, denk maar aan de oude Navo-site of Schaarbeek-Vorming, met zijn honderden hectaren de allergrootste grondreserve in het gewest. We hebben nu die mooie nieuwe inzichten over intelligente stadsplanning. Wel, daar zullen we ze wél moeten waarmaken. Er zijn geen excuses meer.”
Lees meer over: Evere , Schaarbeek , Milieu , Stedenbouw , Josaphatsite , Wielsmoeras , kwartelveld , donderberg , groene ruimte , woningmarkt , open ruimte
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.