Peiling: Brusselaars willen meer groene ruimten na lockdown

70 procent van de Brusselaars wil meer groene ruimte in de stad en bijna 60 procent wil het autoverkeer verminderen. En tijdens de lockdown nam de geluidsoverlast spectaculair af. Dat blijkt uit een peiling op vraag van Brussels gezondheids- en milieuminister Alain Maron (Ecolo). De economische toekomst zien de ondervraagden eerder somber in.

De Brusselse milieuadministratie en Dedicated Research ondervroegen 4.700 Brusselaars over hoe ze de coronacrisis doorkwamen.

Uit de antwoorden blijkt dat veel Brusselaars zich zorgen maakten over de gezondheid van naasten of zichzelf. Dat is het geval voor zeven op de tien ondervraagden. Dat resultaat spoort met het grote aantal inwoners (84 procent) dat zegt dat ze de regels rond social distancing strikt volgden.

35 procent stopte met fysieke activiteit

Die gezondheidszorgen moeten niet noodzakelijk aan Covid-19 gelinkt zijn. Liefst 35 procent van de Brusselaars zegt dat ze gestopt zijn met elke vorm van fysieke activiteit tijdens de lockdown.

De milieuminister en zijn administratie waren erg nieuwsgierig naar hoe Brusselaars hun openbare ruimte en leefomgeving beleefden. Zo blijkt dat erg veel gewestbewoners een vermindering van lawaai vaststelden. Voor de lockdown noemden 70 procent van de inwoners hun omgeving "eerder of zeer luid". Tijdens de lockdown verschrompelde dat aandeel naar een bescheiden 16 procent.

Voor luchtkwaliteit komt de studie tot een gelijkaardige vaststelling: 75 procent van de bewoners merkte een verbetering.

Mobiliteit

Op het vlak van mobiliteit zegt 58 procent voorstander te zijn van minder autoverkeer. Slechts 21 procent is het daar niet mee eens (en de rest is neutraal of antwoordt niet). 59 procent wil ook een beter netwerk van fietspaden, terwijl 20 procent tegen is.

Een groot deel van de bevolking (70 procent) is ook voorstander van de verdere ontwikkeling van groene ruimtes.

Pessimistische vooruitzichten

Over de toekomst zijn de respondenten licht pessimistisch. Slechts 23 procent denkt dat de post-coronamaatschappij een betere samenleving zal zijn dan die van ervoor. 31 procent denkt dat we achteruit zullen boeren. Vooral op economisch vlak - werkgelegenheid, economische activiteit en financiêle middelen - zien de Brusselaars het zwart in. De solidariteit en de kwaliteit van de omgeving zien ze dan weer verbeteren.