Het fonkelnieuwe verhoogde fietspad aan het Centraal Station stond dit weekend weer eens volgeparkeerd. De situatie toont een breder probleem in Brussel: ook nieuwe fietsinfrastructuur is lang niet altijd fietsvriendelijk.
De flop van een fonkelnieuw fietspad
Het is een opmerkelijk beeld dat dit weekend op sociale media circuleerde: op het nagelnieuwe verhoogde fietspad aan het Centraal Station stonden niet een of een handvol auto’s, het was gewoon helemaal volgeparkeerd. Het probleem is niet nieuw. Wildparkeerders zijn op die plek schering en inslag, al was afgelopen weekend wellicht een record.
De sluikparkeerders op het fietspad zijn niet het enige probleem van het fietspad op de Kantersteen. Wie erop rijdt ziet hoe het okerkleurige pad ter hoogte van de bushalte plots abrupt stopt, om een tiental meters verderop na de halte opnieuw te beginnen. Wat een fietser er verondersteld wordt te doen, is onduidelijk. Plots uitwijken naar de lagere rijweg? Afstappen? Slalommen tussen de wachtenden aan de halte?
Alsof dat nog niet genoeg is, komen de fietsers en voetgangers ook regelmatig in conflict met elkaar. De twee stroken bevinden zich immers op dezelfde hoogte en met zijn 1,80 meter is het fietspad er ook niet bijzonder breed.
Fietsverenigingen zijn het er dan ook over eens dat de heraanleg van de Kantersteen – zoals alle straten binnen de Vijfhoek een gemeentelijke weg – een miskleun is. “En het ergste is dat we voor de huidige problemen ook hebben gewaarschuwd zodra we de plannen zagen,” zegt Florine Cuignet van de Franstalige fietserbond GRACQ. “Dit zag je aankomen.”
“Tegen het wildparkeren heb je een echte barrière nodig of op zijn minst paaltjes,” weet Cuignet, die ook vaststelt dat de rijweg veel te breed is. “Het is een echte asfaltzee, die moet smaller. Dan kan je meteen ook bredere fietspaden aanleggen. En dat fietstracé ligt best niet op het niveau van het trottoir, omdat je anders de conflicten tussen voetgangers en fietsers organiseert.”
De rijbaan moest zo breed om toe te staan dat voertuigen die kort voor het station stoppen dat kunnen doen zonder het autoverkeer te blokkeren, herinnert Cuignet zich. “Maar dat soort functies kan je ook anders organiseren. In Zwitserland doen ze dat bijvoorbeeld met een centrale strook waar dat kan, terwijl de rijstroken dan véél smaller zijn.”
"Het ergste is dat we voor deze problemen gewaarschuwd hebben, zodra we de plannen zagen."
De kwestie van de bushalte ontdekten de fietsverenigingen pas na het openbaar onderzoek over het project. “Plots bleek dat er achteraf nog belangrijke wijzigingen waren gebeurd. Op de eerste versie van het plan was die halte verplaatst. Die situatie daar is onleesbaar én gevaarlijk.”
Schepen van Mobiliteit Bart Dhondt (Groen) gaf eerder al aan dat hij niet tevreden was met het project waar hij zelf verantwoordelijk voor is. In een recent interview speelde hij de bal door naar gewestadministratie Urban, die onder meer tegen een brede bufferzone tussen fietspad en rijweg zou geweest zijn. De Fietsersbond wijst er evenwel op dat het kabinet Dhondt hun bezwaren over het project had weggewuifd.
Schepen Dhondt laat weten dat er nog markering op het fietspad komt, onder meer in de vorm van fietsiconen. Hij wil ook contact opnemen met Urban, om te kijken welke vorm van fysieke afscheiding mogelijk is tussen de rijweg en het fietspad.
Het kabinet van staatssecretaris voor Stedenbouw Pascal Smet (One.brussels/Vooruit) verduidelijkt dat zijn administratie nooit om een smalle bufferzone vroeg. "Urban vroeg wel om het trottoir zo breed mogelijk te houden. Dat kon ook door de rijweg te versmallen."
Breder probleem
De flop van het fietspad aan het Centraal Station is geen alleenstaand geval in Brussel, vinden fietsverenigingen. “Afgescheiden fietspaden die niet breed genoeg zijn, dat is een terugkerend probleem," zegt Cuignet. "Met een te smal fietspad verhinder je dat fietsers elkaar inhalen, dan rijdt iedereen gewoon achter elkaar in de fietsfile. Of je zorgt ervoor dat fietsers op het trottoir gaan rijden waar ze dan voetgangers kunnen aanrijden.” De Fietsersbond is het eens met die analyse. "Het wordt hoog tijd dat fietsers meer krijgen dan wat restruimte," vindt Liselotte Gevens.
"Het STOP-principe geeft voorrang aan Stappen en Trappen. Maar in de praktijk staat die S vaak voor STIB."
Schepen Dhondt wees er eerder al op dat de politie de situatie aan het Centraal Station nu met boetes probeert recht te trekken. Maar die aanpak is niet meteen realistisch, vinden ze bij de Fietsersbond, ook niet op andere plekken in het Gewest. “Overal de klok rond een politieagent zetten bij fietspaden waar fout geparkeerd wordt, dat kan gewoon niet,” zegt Gevens.
Ook het gewicht van het openbaar vervoer in nieuwe projecten is soms een probleem vindt Cuignet. “Dat zie je hier met de bushalte, maar op de Deschanel- en Voltairelaan in Schaarbeek werd bijvoorbeeld een fietsas opgeofferd voor een busstrook. En op het traject van de nieuwe tram naar Neder-Over-Heembeek zullen fietsers soms tussen de rails moeten rijden. In theorie hanteren de Brusselse overheden het STOP-principe, waarbij Stappen en Trappen voor Openbaar Vervoer komen. In de praktijk lijkt die S in Brussel vaak voor STIB (MIVB) te staan.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Mobiliteit , fietspad , centraal station , Kantersteen , Bart Dhondt
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.