Gebruik MIVB-netten stijgt opnieuw, ondanks populariteit telewerk

Het aantal MIVB-reizigers lijkt zich te herstellen naar de situatie van voor de coronacrisis, zelfs nu telewerken populair blijft. Dat heeft Brussels minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) dinsdag op de commissie voor mobiliteit gezegd. Twee dagen per week telewerk zou zorgen voor 12 procent minder gebruik van het net.

Een van de erfenissen van de coronacrisis is het telewerken. Zelfs nu er geen sanitaire maatregelen moeten worden genomen, kiezen veel werknemers er toch nog voor om bijvoorbeeld twee dagen per week thuis te werken. Dat is niet zonder gevolgen voor de vervoersmaatschappij MIVB. “Als iedereen structureel twee dagen per week telewerkt, wordt het net 12 procent minder gebruikt,” zegt Van den Brandt, die werd ondervraagd door Kamerlid Anne-Charlotte d’Ursel (MR).

Toch ziet het er de laatste maanden naar uit dat de situatie zich herstelt naar pre-coronatijdperk. “De laatste maanden stijgt het aantal reizigers gestaag,” aldus Van den Brandt. “De MIVB bereikte tussen de 85 en de 88 procent van het aantal reizigers op weekbasis van 2019.”

Van den Brandt ziet veranderd reisgedrag als mogelijke verklaring: “Een deel van de MIVB-gebruikers zijn nieuw, bijvoorbeeld mensen die vroeger de auto gebruikten en nu voor het openbaar vervoer kiezen. Niet alleen de oude klanten zijn teruggekeerd na de gezondheidscrisis.”

Energiecrisis

Nu de energieprijzen stijgen, vermoedt Van den Brandt dat dat mensen opnieuw richting kantoor zal sturen. “Het telewerken heeft een effect op het gebruik van de MIVB-netten, maar omdat we nog niet kunnen inschatten of telewerken zal blijven, is het te vroeg om de maatschappelijke gevolgen te analyseren,” zegt de minister.

Ook schat Van den Brandt in dat het gebruik door andere factoren zal toenemen: enerzijds de vraag die jaarlijks groeit door de modal shift, anderzijds omdat de MIVB haar aanbod nog zal verbeteren. “Er lopen verschillende projecten om het netwerk in de Rand uit te breiden, om de verbinding tussen Brussel, Vlaanderen en Wallonië te verbeteren en om populaire coworking spaces beter te bereiken.”