De Brusselse handelaarsverenigingen reageren afwachtend op het nieuwe circulatieplan voor de Vijfhoek. Michel Deschuytere van de handelaarsvereniging van de Marollen vreest dat dit op lange termijn het einde betekent van het commerciële leven in de volkswijk. “Er wordt te veel gefocust op de bewoners. Handelaars maken niet langer deel uit van het imago van Brussel.”
Handelaars na circulatieplan: 'Maken niet langer deel uit van het imago van Brussel'
Michel Deschuytere heeft al meer dan 20 jaar een schrijnwerkersatelier in de Hoogstraat nummer 77. Hoewel hij de afgelopen jaren verschillende handelaars heeft zien vertrekken uit de wijk, blijft hij wel honkvast.
Maar het wordt wel moeilijker. Het nieuwe circulatieplan beschouwt Deschuytere alvast niet als een duwtje in de rug.
“Vanaf 16 augustus (het moment waarop het plan in werking treedt, red.) zal ik niet langer door het centrum kunnen rijden als ik een afspraak heb met een klant. Ik zal dan via de Regentschapsstraat en vervolgens de Koningsstraat moeten omrijden. Dat is lastig en tijdrovend.”
“Schepen van Mobiliteit Bart Dhondt (Groen) vertelde me dat vandaag 42 procent van de auto’s in het stadscentrum doorgaand verkeer is. Dat lijkt me bijzonder veel. Maar als hij dit dan toch aan banden wil leggen, hoop ik dat er voor ons een uitzondering kan gemaakt worden. Op dit moment is dat niet zo.”
Druk verkeer
De Marollen staan vooral bekend om hun antiekmarkten op zondag. Met de nieuwe verkeerslus die er zit aan te komen tussen de Hoogstraat en de Blaesstraat dreigen er volgens Deschuytere op drukke marktdagen lange files te ontstaan.
“Het is te hopen dat er duidelijk zal worden aangegeven waar de mensen kunnen parkeren, want anders kan het hier gemakkelijk een soep worden. Er is ons een tijd geleden al beloofd dat er borden zouden komen om aan te duiden waar er parkeerplaats is. Maar die zijn er nog altijd niet.”
Het circulatieplan wekt bij de schrijnwerker ook de indruk dat de politiek vooral wil inzetten op het residentiële karakter van de stad. “Dit plan zet de inwoners van de stad op de eerste plaats. Het draagt bij tot het imago van Brussel als een plek waar handelaars niet langer een prioriteit zijn. En dat is jammer, want op lange termijn dreigt zo een volledige leegloop. En dat kan toch ook niet de bedoeling zijn?”, rondt Deschuytere retorisch af.
Foute communicatie
Ian Panné heeft een antiekzaak op de Zavel. Hij heeft geen bezwaar tegen de nieuwe plannen van het stadsbestuur, integendeel. "Ik ben er voorstander van om de stad mooier te maken." Maar wat hem stoort, is de manier waarop erover gecommuniceerd wordt.
"Er wordt gezegd dat de stad de auto's weert uit het centrum. Dat klinkt alsof de auto er op geen enkele manier meer door kan. Maar dat is niet zo. Ik denk dat het voor de toegang tot mijn zaak eigenlijk geen verschil maakt. Ik had liever gezien dat de schepenen zouden communiceren dat ze de stad mooier zouden maken en tegelijkertijd een oplossing zouden bedenken voor de automobilist. Uiteindelijk gaat niemand winkelen met de auto. Nee, je zet hem weg en gaat daarna een stukje wandelen."
Veel van de mensen die Panné op de Zavel ziet, zijn overigens senioren. "Die komen niet met de step," zegt Panné. "Wie zegt auto's te zullen weren, gaat koopkracht weren die niet meer terugkomt."
Lees meer over: Brussel-Stad , Mobiliteit , autovrij centrum , handelaars , handelaars Bruegel-Marollen