Hervorming autofiscaliteit roept kritische vragen op

Er zijn heel wat kritische vragen, zowel van de oppositie als de meerderheid, over de voorstellen van de taskforce omtrent de hervorming van de Brusselse autofiscaliteit. Vooral het feit dat grotere voertuigen voordeel halen uit het systeem, deed bij velen de wenkbrauwen fronsen.

Dat bleek maandagnamiddag in de bevoegde commissie van het Brussels Parlement. Daar werd het eindrapport van de 'Taskforce Vergroening Verkeersfiscaliteit' voorgesteld.

De hervorming op korte termijn die de taskforce voorstelt, gaat uit van een nieuwe verkeersbelasting, die de huidige belasting van inverkeerstelling (BIV) en de jaarlijkse verkeersbelasting (JVB) vervangt, zo lichtten Marc Bourgeois (Universiteit van Luik) en Cathy Macharis (VUB) toe.

Basisbedrag + aanslag per brandstoftype

De belasting is samengesteld uit een basisbedrag op basis van de Euronorm en het brandstoftype. Voor diesel gaat het om 300 euro voor Euro 6a en 6b, voor benzine om 50 euro voor dezelfde Euronorm. Dat bedrag evolueert voor diesels van 250 euro voor Euro 6d tot 600 euro voor Euro 0, voor benzine van 50 euro voor Euro 6d tot 350 euro voor Euro 0.

Daarbij komt nog een bedrag op basis van de uitstoot: 1 euro per g/km CO2. Voor de inschrijving van het voertuig wordt een multiplicator toegepast in functie van het brandstoftype: maal anderhalf voor benzinewagens, maal twee voor dieselwagens. Om groene wagens te stimuleren worden elektrische, hybride, waterstof- en CNG-wagens vrijgesteld voor een periode van minstens vijf jaar.

Voordeel voor grote wagens

Julien Uyttendaele (PS) stelde vast dat kleine gezinswagens meer betalen in het voorgestelde systeem. "Grotere auto's krijgen een grote korting, terwijl ze niet in Brussel thuishoren", vulde Bruno De Lille (Groen) aan. Ook Stefan Cornelis (Open VLD) vroeg zich af of grote, zware voertuigen zoals pick-ups thuishoren in een stad.

Zowel Arnaud Pinxteren (Ecolo) als Marc Loewenstein (Défi) vonden het niet kunnen dat enkel met Brussel Fiscaliteit en niet met Leefmilieu Brussel werd samengewerkt voor het rapport. Heel wat commissieleden wezen ook op de verantwoordelijkheid van de overheid voor het hoge aantal dieselwagens.

"De overheid heeft dat jarenlang gestimuleerd", aldus Benoît Cerexhe (CDH). "We steunen de afbouw van de dieselwagens, maar er is nood aan een overgangsperiode. Zonder krijg je nooit een draagvlak bij de bevolking", stelde Liesbet Dhaene (N-VA). Paul Delva (CD&V) betreurde dat er geen rekening gehouden wordt met de grootte van het gezin.