Ach, hoe misdeeld kunnen wij gebruikers van tram 51 lijken als je leest dat volgens de MIVB-woordvoerster de lijn blijkbaar niet voldoende “stucturerend” is en derhalve gedegradeerd werd tot een laag dienstniveau en oncomfortabele rijtuigen met moordend hoge instap.
Lezer brengt ode aan Tram 51: de arme-mensen-tram
Nou moe: in werkelijkheid is ons aller 51, ondanks of juist door de aftandse stellen, de lijn met het meeste karakter van de vele die Brussel doorkruisen. Een weldaad voor de gebruiker die kleine ongemakken voor lief nemend veel ziet van de stad, veel opsteekt over zijn bewoners en als een rechtgeaard klimaatactivist het openbaar vervoer aan het hart drukt — zonder daarvoor te hoeven spijbelen.
Aan alle kanten rammelend, met hartverwarmend gezwinde tred — door de weinig structurerende inslag van de tram gaat hier de voorkeur naar aankomende, volgasgevende bestuurders die op chiquere lijnen te onstuimig zouden overkomen — word je van Hoogte Honderd naar Woeste heen en weer geslingerd tussen angst en euforie, tussen goed en kwaad. In de afzink van de Alsembergsesteenweg gaat het te snel om even een stil saluut te brengen aan Jan Van Nijlen bij diens stamcafé Au vieux spijtigen duivel… spijtig, reeds gieren de remmen op de bodem van Oud-Ukkel.
O, wat wordt het vol aan de Vlaamsepoort — en wat voert die jonge snaak met zijn uitpuilende sporttas in het schild? Slaat de ruzie tussen trafikanten aanstonds niet over naar het hele rijtuig? Hoho, niet zo hard wanneer de horde van de Sainctelettebrug genomen is en de rechte lijn naar de Jubelfeestlaan wordt ingezet!
"Het diverse publiek op de lijn geeft een vliegend college sociologie"
Een handvol ijkpunten maakt meteen duidelijk dat tram 51 een van de langste lijnen in Brussel is: voor een habbekrats ligt de stad aan je voeten. Van dead end Van Haelen (wie dit stukje grensland niet kent, make zich vooral geen zorgen) tot de ontvolkte vlaktes van de Heizel bezichtig je een groot deel van het grauwe kluwen aan gemeentes. We laten de groeneweduwevesting Horzel achter ons, rollen door de volksbuurten van Sint-Job en Kalevoet en bestijgen de forse helling naar Sint-Gillis, het voormalige werkmansparadijs.
Tegenwoordig kijk je er je ogen uit naar een ongeziene mix van armoedzaaiers en gegentrificeerde limonadedrinkers; als valse diamanten glinsteren de bourgeois bohémiens tussen het grijs. Waarna het alleen maar bergaf kan gaan.
Onheilspellend doemt de halte Lemonnier op, de kaalslag van de Ninoofsepoort stemt tot nadenken over de weg van alle vlees. Een surrealistische lus langs de Handelskaai brengt ons spoorslags richting Molenbeek, Jette en Laken, naamloze plekken waar niemand moet wezen, al helemaal niet met de tram.
Tenzij iemand geneigd is de Brugmann-site met zijn kriskrasse koterij van aanbouwen rond een geheimzinnige fabrieksschoorsteen een bezoek waard te vinden. Geografisch glijdt tram 51 door een Babylonisch mozaïek, met al zijn hoogtes en laagtes. Maar de diversiteit zit ook ín de tram!
Het zeer uiteenlopende publiek dat de lijn bevolkt, geeft een vliegend college sociologie waarvoor je niet naar school hoeft. Aan de volksuniversiteit doceren hoofddoekdraagsters, huisvrouwen, scholieren en werklieden, Afrikanen van alle windstreken, dealers en pooiers, prutsers en stumpers… Recht of krom, in de tram is iedereen gelijk. De reiziger staat oog in oog, rug aan rug met de medemens, en krijgt in ijltempo een lesje tolerantie.
Deed de beklimming van de Alsembergsesteenweg al denken aan de vroegere edities van de Brabantse Pijl, toen de aankomst op de helling achter de kerk in Alsemberg lag, ook het nabijheidsaspect van de tram ligt in lijn met de Vlaamse wielerwedstrijden.
Waar in de koers een bont spektakel zich door onze vertrouwde straten, over provincieweggetjes en onnozele klimmetjes wringt, vrij toegankelijk voor arm en rijk, daar werkt de tram in het algemeen en de 51 in het bijzonder als een vrijplaats voor alle tendensen. Een volksvertegenwoordiging in de ware betekenis. Des te verheugender nu niemand nog zijn heil lijkt te vinden in het parlementaire systeem.
Wat een rijkdom gaat in deze arme-mensen-tram schuil: schoon transport, ontdekkingstocht en bang avontuur in één, hotsend en botsend door een grensloos niemandsland, in het gezelschap van een onthullende doorsnede van de bevolking. Bestaat er een mooier zinnebeeld voor het narrenschip Brussel, thuisland van Elckerlijc, waar we allemaal in hetzelfde schuitje zitten?
Lees meer over: Sint-Gillis , Ukkel , Mobiliteit , Events & Festivals , tram 51
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.