Van de 30 gevaarlijkste verkeerspunten in Brussel die in 2015 als prioritair werden aangeduid, zijn er vandaag amper 6 aangepast. Dat blijkt uit de lijst van ‘zwarte punten’ die BRUZZ opvroeg. Minister van Openbare Werken Pascal Smet (SP.A) maakt zich sterk dat er voor de meeste problematische plekken wel concrete plannen op tafel liggen. “Maar dat het traag gaat, dat moet je ons niet zeggen.”
Maar 6 van de 30 gevaarlijkste verkeerspunten aangepast
Het was staatssecretaris voor Verkeersveiligheid Bianca Debaets (CD&V) die in november 2015 aankondigde dat de dertig gevaarlijkste punten in het Brusselse verkeer prioritair zouden worden aangepakt. Die 30 punten werden toen geïdentificeerd op basis van een studie naar de 101 plaatsen waar tussen 2010 en 2013 de meeste ongevallen gebeurden. “Een ingreep vanuit de overheid zal volgens mij een directe impact hebben op de verkeersveiligheid en op het aantal ongevallen op die plekken”, klonk het toen bij de staatssecretaris.
Bijna tweeënhalf jaar later kloppen we aan bij het kabinet-Debaets, maar daar klinkt het dat de zwarte punten eigenlijk de bevoegdheid zijn van minister van Openbare Werken Pascal Smet (SP.A). Bij het kabinet-Smet actualiseerden ze de lijst eind 2016 voor een eerste keer. Toen waren er 4 zwarte punten aangepakt, waaronder de oversteekplaats aan de Fonsnylaan ter hoogte van het Zuidstation, dat met stip op 1 stond in de lijst van gevaarlijkste plekken. Tussen 2010 en 2013 viel er daar één dodelijk slachtoffer, naast 7 zwaargewonden en 68 lichtgewonden.
Ook de kruising aan tramhalte Over de Bruggen (Koninginnelaan/Claessenstraat/Vilvoordsesteenweg), het Raymond Blyckaertsplein in Elsene en de kruising van de Zuidlaan met de Bodegemstraat stond eind 2016 als groen gemarkeerd in de lijst. Allemaal punten die voornamelijk door de MIVB, waarvoor Smet als minister rechtstreeks bevoegd is, konden worden aangepakt om het verkeer er veiliger te laten verlopen.
In de nieuwste lijst komen daar met het Jules de Troozsquare en de kruising van de Leuvensesteenweg met de Clovislaan in Sint-Joost nog twee plaatsen bij waar verbeteringen werden aangebracht. Dat betekent dus wel dat er, goed anderhalf jaar voor het einde van deze legislatuur, nog 24 zwarte punten zijn waar nog niets is veranderd.
‘Oplossingen in de maak’
Concreet staan er 5 punten klaar om uitgevoerd te worden zit men voor 6 punten in de laatste studiefase. Voor nog eens 6 plekken liggen er nog geen plannen op tafel. En dan zijn er nog 7 wegen die onder de bevoegdheid van de gemeenten vallen, waar nog niets is gebeurd.
“Voor de meeste problematische punten ligt er dus wel een project klaar, al dan niet nog in de studiefase”, maakt Mathias Dobbels, woordvoerder van minister Smet, zich sterk. “Daar weten we dus precies wat we gaan doen. Onze bedoeling, wanneer we deze lijst opmaakten, was om prioriteiten te stellen. De oplossingen zijn nu in de maak.”
"De gevaarlijkste punten zijn vaak ook de meest complexe om aan te pakken"
Sense of urgency
Maar alle goede intenties ten spijt, zijn er vandaag dus nog steeds (minstens) 24 zwarte punten waar de Brusselaar gevaar loopt in het verkeer. “Dat het traag gaat? Dat moet je mijn minister niet zeggen”, klinkt het bij Dobbels, die daarvoor een veelvoud aan redenen aanhaalt. “De gevaarlijkste punten zijn vaak ook de meest complexe. Het zijn kruispunten waar heel veel verkeersmodi en weggebruikers samenkomen, waar ook nog eens verschillende openbaar vervoerslijnen lopen, en waar tegelijkertijd de fietsroutes beter moeten afgescheiden worden. Daarnaast zijn de procedures voor zo’n ingrijpende werken ook gewoon heel lang. Van de planning over de vergunning tot de werken echt kunnen beginnen: dat neemt allemaal heel veel tijd in beslag.”
En dan zijn er nog die zeven punten waar de gewestelijke minister helemaal niets over te zeggen heeft. “Daar gaat het over puur gemeentelijke wegen. Wij kunnen onze expertise ter beschikking stellen en suggesties doen, maar het zijn de gemeenten die het project in handen moeten nemen." Dat de belangen van het gewest en de gemeentes daarbij niet altijd overeenkomen, wordt geïllustreerd door het geval van het Sint-Denijsplein in Vorst. "Deels uitgevoerd, maar opnieuw afgebroken door de gemeente", luidt de commentaar in de lijst.
"Wij hopen dat er bij de gemeenten ook een sense of urgency komt om de onveiligste punten aan te pakken. Maar nogmaals: we kunnen hen alleen aansporen, dat is nu eenmaal de Brusselse constructie”, klinkt het bij Dobbels. Daarnaast zal de veralgemeende zone 30, die ministers Smet en Debaets willen invoeren in het hele Gewest, "een structurele oplossing zijn die op vlak van verkeersveiligheid alleen maar positieve effecten kan hebben."
Geen dynamische lijst
Opvallend is nog dat de lijst van 30 zwarte zones niet geëvolueerd is sinds de oorspronkelijke studie, die de situatie tot 2013 onder de loep nam. Daardoor staan andere mogelijke zwarte punten, zoals bijvoorbeeld de Haachtesteenweg waar vorig jaar het ene na het andere zware ongeval met slachtoffers gebeurde, niet op de lijst. In Vlaanderen wordt wel gewerkt aan zo’n “dynamische lijst”, die op basis van recente ongevallenstatistieken aangevuld wordt met zwarte punten. Maar ook daar ontstond discussie omdat zo ook enkele zwarte punten van de lijst verdrongen worden en dus niet meer aangepakt worden. In Brussel wordt ervoor gekozen om eerst de bestaande lijst af te werken vooraleer een nieuwe lijst kan gemaakt worden, klinkt het op de kabinetten.
Lees meer over: Brussel , Mobiliteit , verkeersveiligheid , zwarte zones , Haachtsesteenweg
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.