Nieuwe telling: tiende van Brusselse fietsers rijdt met een bakfiets

Het aantal e-bikes en bakfietsen in Brussel blijft stijgen. Dat blijkt uit het jaarlijks Fietsobservatorium van de vzw Pro Velo. De bakfietsen zijn nu al goed voor een tiende van alle fietsen. En meer dan zes op de tien fietsers draagt tegenwoordig een helm.

De resultaten van het Fietsobservatorium zijn donderdag gepubliceerd. De vzw Pro Velo baseert zich daarvoor op verschillende, manuele tellingen doorheen het jaar in Brussel, tijdens de spits. De telling van Pro Velo laat onder meer toe om verschillende types fietsen en fietsers te herkennen en te meten.

Zo blijken de bakfietsen opvallend vaker aanwezig in Brussel. Steeds meer ouders nemen hun kinderen mee op de fiets, leert de telling. Ongeveer een vijfde van de fietsen is daarvoor uitgerust en bijna de helft van die fietsen zijn bakfietsen. De bakfietsen zijn (met of zonder kinderen) nu al goed voor 9 procent van alle fietsen in Brussel, een stijging van 3 procentpunt, ofwel de helft meer dan vorig jaar. Ook de vouwfietsen tellen nog eens voor 9 procent van alle fietsen.

E-bikes

Van de getelde fietsers reed 30 procent met een elektrisch exemplaar. Opvallend is dat veel vrouwen met een e-bike rijden, bijna de helft van de elektrische fietsers was een vrouw (48 procent). Daarmee zijn de vrouwen oververtegenwoordigd op de elektrische fiets.

In het algemeen blijft het aantal vrouwen op de fiets toenemen in Brussel: iets meer dan vier op de tien fietsers is nu een vrouw (42 procent). Die stijging verloopt al enkele jaren gestaag, merkt Pro Velo op basis van hun jaarlijkse telling. Dit jaar is dezelfde groei vastgesteld als vorig jaar. Tien jaar geleden was nog 31 procent.

Elektrische fietsen worden nog altijd vaker gebruikt voor woon-werkverkeer en minder voor vrijetijdsritjes. Maar in beide groepen neemt het aantal e-bikes verder toe. Zelfs op zondagen reden vorig jaar maar liefst een kwart van de getelde fietsers elektrisch (24 procent). Dat is meer dan een verdubbeling van hun aandeel in 2020 (11 procent).

Minder populair zijn de deelfietsen, of toch niet voor woon-werkverkeer. Bij de ochtendtellingen reed maar 2 procent van de fietsers met een Villo! en minder dan 1 procent met een free-floating-deelfiets.

Helmen

Misschien ligt het aan hun vele e-bikes, maar vrouwen dragen ook vaker een helm dan mannen: 65 procent van de vrouwelijke fietsers draagt er een, ten opzichte van 59 procent van de mannen. Opgeteld droeg 62 procent van de fietsers een helm: een lichte stijging van 2 procent ten opzichte van 2020.

De helmdracht verschilt wel sterk per wijk: in de buurt van het Weststation, de Dansaertwijk en de Antwerpsepoort draagt maar een op de twee fietsers een helm. In de buurt van Vandervelde in Woluwe en aan Merode is dat drie op de vier.

Het zijn vooral elektrische fietsers die hun hoofd beschermen: ongeveer zeven op de tien kiest dan voor een helm (76 procent van de vrouwen en 69 procent van de mannen). Bij klassieke fietsen draagt maar de helft van de bestuurders een helm (49 procent van de vrouwen een helm en 53 procent van de mannen).

Kinderen

Ze zitten dan wel vaker achterop, maar op eigen wieltjes zijn de kinderen nog flink in de minderheid. Aan de meeste meetpunten was maar 1 tot 4 procent van de getelde fietsers een kind. In de Dansaertwijk is dat wel al een op de tien en in de buurt van Herrmann-Debroux bijna een op de zes. De IJsvogellaan in Watermaal-Bosvoorde telde het hoogste aandeel kinderen op de fiets: daar waren zij bijna met een op de vijf.

Volgens de telling van Pro Velo reden er vorig jaar gemiddeld 10,5 procent meer fietsers in Brussel dan in 2020. Pro Velo ziet al sinds 2010 een gemiddelde stijging van 11 procent per jaar. Eerdere cijfers van de meer betrouwbare fietstelpalen hadden het over een dubbel zo hoge stijging vorig jaar. De telling moet dus vooral kwalitatief worden begrepen.