Parkeerkaart goedkoper voor wie weinig verdient

Parkeerkaarten zullen goedkoper of duurder zijn naargelang het inkomen. Dat staat in het voorontwerp van de parkeerordonnantie die de Brusselse regering voor Kerstmis heeft goedgekeurd.

De regering wil met de ordonnantie vooral het ondergronds parkeren aantrekkelijker maken en zo het aantal parkeerplaatsen op de openbare weg verminderen.

Het wetsontwerp ligt momenteel voor in een aantal adviesraden. Ook de gemeenten kunnen er hun zeg over doen. In het Brussels parlement waren er dinsdag heel wat vragen over. Sommige parlementsleden vrezen dat de ontwerpordonnantie de lokale autonomie uitholt.

Uit de discussies bleek ook dat de Brusselse regering van plan is om de prijs van de parkeerkaarten afhankelijk te maken van milieucriteria, maar ook van het inkomen. Wie weinig verdient zal dus goedkoper kunnen parkeren in de eigen gemeente of parkeerzone.

Dat laatste is een onderdeel van het wetsontwerp dat de PS openlijk als pluim op haar hoed steekt. “Nog geen enkele politieke formatie heeft eerder al het terugdringen van het aantal auto’s op de agenda gezet, rekening houdend met het beperkte budget van sommige gezinnen,” aldus parlementslid Ibrahim Dönmez in de commissie Mobiliteit.

Inbreuk op de privacy

MR-parlementslid en burgemeester van Etterbeek Vincent De Wolf is sceptisch. “Hoe ga je de prijs van de parkeerkaarten moduleren in functie van het inkomen. Dat raakt aan de privacy van de mensen. Hoe kan dit zonder de GDPR-wet te overtreden?”

De Wolf wijst erop dat de parkeerkaart een retributie is, een betaling voor een bepaalde dienstverlening, en dat retributies juridisch moeilijk te fiscaliseren zijn.

Ook meerderheidspartij Défi is weinig enthousiast over het nieuwe voorstel. "De parkeerordonnantie moet dienen om het parkeren in de wijken te beheren. Niet meer en niet minder. Of een auto nu milieuvriendelijk is, of de eigenaar nu arm is of rijk, het maakt voor de plaats die het voertuig inneemt op de openbare weg, weinig uit," aldus parlementslid Marc Löwenstein.

'Discussie is voorbarig'

Minister van mobiliteit Elke Van Den Brandt (Groen) antwoordde dat de discussie over de ontwerpordonnantie voorbarig is. Ze moet nog naar de Raad van State, er zal nog rekening worden gehouden met de talrijke adviezen, onder meer van de lokale besturen, er komt nog een tweede lezing in de regering en sowieso moet de ordonnantie nog in het parlement worden goedgekeurd.