‘In toekomst geen verschil meer tussen taxi en Uber’

Over enkele jaren zal er voor de gebruiker geen verschil meer zijn tussen een ritje met de taxi en een ritje met een Uber. Dat zegt VUB-mobiliteitsexperte Cathy Macharis. Volgens haar is het taxiplan van Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) een eerste stap in die richting. “De twee systemen komen dichter bij elkaar, en dat is ook de bedoeling.”

Het verschil tussen de traditionele taxi en ritjes via applicaties zoals Uber zal geleidelijk aan verdwijnen, dat zegt VUB-mobiliteitsexpert Cathy Macharis. Dat is volgens haar ook de bedoeling van het veelbesproken taxiplan van Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A).

Als het plan goedgekeurd wordt, zullen chauffeurs in de toekomst een eigen licentie hebben, waarmee ze tegelijkertijd voor traditionele taxidiensten als online alternatieven als Uber kunnen rijden. Zo zal er voor de gebruiker in de praktijk weinig verschil zijn tussen de traditionele taxidiensten en nieuwe spelers.

Macharis stelt wel dat er nog enkele belangrijke kwesties opgelost moeten worden vooraleer die verschuiving zal plaatsvinden. Volgens het taxiplan zullen de chauffeurs bijvoorbeeld als zelfstandige moeten werken. “De taxichauffeurs vragen zich dan ook af of ze wel voldoende zullen verdienen als ze als zelfstandige moeten werken. Bovendien moeten we ons afvragen of er een quotum nodig is voor het aantal chauffeurs dat ritjes mag aanbieden,” zegt ze.

Van de bus op de taxi

Het vervoer van de toekomst ligt volgens Macharis bij de combinatie van verschillende transportmiddelen. Daarbij zal het openbaar vervoer de ruggengraat zijn. “Reizigers kunnen dat aanbod dan combineren met ridesharing zoals een taxi of Uber, maar ook met deelwagens en deelfietsen.” Zo zal de eigen wagen volgens haar zo goed als overbodig worden in de stad.

Een belangrijke voorwaarde is wel dat de overgang tussen de verschillende transportmiddelen gemakkelijker wordt. “Nu heb je nog een kredietkaart nodig om Uber te gebruiken, of een apart abonnement voor de bus en de trein. In de toekomst kunnen we hopelijk alles met één kaart betalen.”