Ook na de coronacrisis zijn de drie belangrijkste stations in Brussel nog steeds de drukste stations van het land. Maar de opmars van het telewerk laat zich duidelijk voelen: bij de nieuwste reizigerstellingen werden in de drie stations samen op weekdagen een vijfde minder reizigers geteld dan in 2019, zo blijkt uit cijfers die spoorwegmaatschappij NMBS dinsdag publiceerde.
Tot kwart minder reizigers tijdens weekdagen in drukste stations van Brussel
De daling is het grootst voor het station Brussel-Noord, een station bij uitstek voor pendelaars. Dat was in 2019 nog het drukste station van het land, met gemiddeld bijna 63.800 vertrekkende reizigers op weekdagen. Maar in oktober van vorig jaar werden er nog 48.125 reizigers geteld, een kwart minder.
Brussel-Zuid, waar met de hogesnelheidstreinen meer vrijetijdsreizigers passeren, was bij de recentste telling het drukste station. Er werden op weekdagen 50.746 vertrekkende reizigers geteld, waar er dat in 2019 nog bijna 60.000 waren (-15 procent). Brussel-Centraal ging van iets meer dan 60.700 vertrekkende reizigers in 2019 naar 49.476 bij de recentste telling (-18 procent).
Woon-werkverkeer
De NMBS bevestigt dat het woon-werkverkeer per trein nog niet op het niveau zit van 2019. "In oktober vorig jaar zaten we aan ongeveer 90 procent, en dat percentage is sindsdien zowat stabiel gebleven", aldus NMBS-woordvoerder Dimitri Temmerman. "We merken wel dat de trein aantrekkelijk blijft voor het vrijetijdsverkeer." Dat laatste blijkt ook uit de reizigerstellingen. Brussel-Zuid is ook in het weekend het drukste station van het land, met op zaterdag 29.056 getelde instappende reizigers en op zondag 27.814. Dat zijn er meer dan in 2019, op zondag bijvoorbeeld waren het er toen zowat 24.500.
Lees meer over: Brussel , Mobiliteit , pendelaars , treinstations