Weyts: 'Gewest contractueel verplicht bushalte Noordstation veilig te houden'

Het Brussels Gewest is contractueel verplicht de halte van De Lijn aan het Brusselse Noordstation veilig, net en toegankelijk te maken voor De Lijn. Dat heeft Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) woensdag in het Vlaams Parlement gezegd in antwoord op een vraag van zijn partijgenote Annick De Ridder.

Openbaarvervoermaatschappij De Lijn dreigt ermee haar bussen andere begin- en eindhaltes geven aan het Noordstation, als het Brussels Gewest tegen 23 november de overlast aan het station niet aangepakt heeft.

Volgens Vlaams minister Ben Weyts is de situatie aan het Noordstation "lamentabel" en komen de "veiligheid en hygiëne van de reizigers en chauffeurs in het gedrang". "We gaan niet wachten tot er een slachtoffer valt. We zullen die haltes verplaatsen als die deadline zonder gevolg is verstreken", aldus Weyts.

Spelletje zwartepieten

In een brief zeggen Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) en minister van Mobiliteit Pascal Smet (sp.a) intussen dat "de situatie in en rond het Noordstation door het falen van de federale regering moeilijk is". Volgens de Brusselse regering is de veiligheid in en rondom treinstations de bevoegdheid van de federale spoorwegpolitie, en dus van de federale minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). De migrantenstroom valt dan weer onder de bevoegdheid van federaal staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA).

Maar daarmee ontloopt de Brusselse regering haar eigen verantwoordelijkheid, meent Vlaams minister Weyts. Hij wijst op een contractuele overeenkomst tussen De Lijn en het Brussels gewest uit 1995. Daarin staat letterlijk dat het Brussels gewest belooft om de publieke zones in het Noordstation toegankelijk te maken voor De Lijn en dat ze die zones moet "onderhouden en beheren als een goede huisvader".

"De algemeen gangbare normen inzake beveiliging, verlichting, verwarming, onderhoud en netheid moeten worden gerespecteerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest", zo staat in de overeenkomst. Volgens minister Weyts laat die passage weinig aan de verbeelding over. "Wij vragen niets anders dan dat de veiligheid van de reizigers en chauffeurs wordt gegarandeerd. Wij vragen beleefd en vriendelijk of men zijn verantwoordelijkheid wil nemen. Meer doen we niet. Mogen we alsjeblieft wat inschikkelijkheid verwachten?", aldus Weyts.