De Caluwe slaakt noodkreet over toekomst Muntschouwburg

Sinds zijn aanstelling als directeur van de Koninklijke Muntschouwburg in 2007 kan Peter de Caluwe een mooi parcours voorleggen. Maar financieel gaat het de Munt niet voor de wind. "Mijn aanstelling valt samen met het begin van de economische crisis," vertelt hij aan brusselnieuws.be.

De Muntschouwburg ressorteert net als Bozar en het Nationaal Orkest van België onder de federale overheid, terwijl de andere culturele instellingen in België, met uitzondering van de grote Brusselse musea, van de Gemeenschappen afhangen. Sinds deze legislatuur hebben ze zelfs twee voogdijministers: eerste minister Elio di Rupo (PS) en minister van de Federale Culturele Instellingen Laurette Onkelinx (PS).

"Ik stel vast dat het protocolakkoord voor de periode 2008 - 2013 met de federale overheid niet wordt nageleefd," zegt de Caluwe. "Niet alleen wordt de kaasschaaf besparingsmethode toegepast, bovendien wordt de indexering van de lonen maar gedeeltelijk toegepast. Het protocolakkoord voorziet nochtans in een volledige indexering van de lonen."

Ontmanteling
In een opiniestuk in De Tijd vrijdag stelt de Caluwe zich dan ook de vraag of de overheid bezig is met een geleidelijke ontmanteling van de Muntschouwburg. "Twee jaar geleden heb ik al 20 mensen laten afvloeien onder wie tien bij het koor. Maar die operatie kan en wil ik niet herhalen. Anciënniteit kan ik al niet meer betalen aan m'n personeel," zegt hij aan brusselnieuws.be.

De Munt geniet jaarlijks 34,2 miljoen aan overheidssubsidies. "Daarvan gaat 26 miljoen naar de salarissen van personeel en medewerkers en zes miljoen naar werkingskosten. Dan blijft amper 2 miljoen euro over om projecten te realiseren," zucht de Caluwe. "De eigen inkomsten kan je niet veel opkrikken, want we zitten nu eenmaal met een relatief kleine zaal met 1.150 plaatsen."

Voor het nieuwe protocol vanaf 2014 stelt de Caluwe het volgende voor aan de overheid: "Geef ons de middelen voor het gebouw, het personeel en de werkingskosten, en wij zorgen er zelf voor dat we 80 procent van ons artistiek project financieren. Dat kunnen weinig operatiehuizen zeggen."

Peter de Caluwe wijst op de maatschappelijke meerwaarde van cultuur, "samen met onderwijs een van de speerpunten van een geciviliseerde maatschappij."