Eric Corijn was erbij vrijdag in de KVS. De cultuurbal ligt nu in het Franstalige kamp, vindt hij. "Want nationalisme schuilt overal'".

Het was een memorabele avond in de KVS die vrijdag 21 januari. Ruim 40 kunstenaars - dansers, zangers, muzikanten, schrijvers, acteurs en ook een beeldhouwer -die in alle talen opkomen tegen nationalisme en voor meer solidariteit. De stelling was duidelijk. Als kunstenaars hebben ze nood aan openheid en vooral ook aan interculturele interactie. Zonder verschil geen kunst. En als burgers willen ze meer vertrouwen en meer mededogen. Want zonder intermenselijkheid geen samenhang.

Het was mooi, want zo evident en met veel warmte. En toch controversieel. Sommigen (Tom Lanoye) vonden de oproep tot solidariteit te naïef en te ouderwets links, anderen (Jan Verheyen) hebben zich in de Vlaams nationale denkwereld genesteld, nog anderen (Wim Opbrouck) willen maatschappelijke statements tot het artistieke werk beperken. Maar die controverse alleen al is verademend: de maatschappelijke discussie gaat immers over meer dan de staatshervorming.

Controverse en grensverlegging, dat is ook de rol geweest van de kunsten in deze stad. Sinds het kanteljaar 2000, Brussel Culturele Hoofdstad van Europa, onderging het artistieke veld een ware metamorfose. Er was al wat stedelijkheid en interculturaliteit in opbouw via projecten in de Beursschouwburg, Dito Dito en Transquinquenal. Onder impuls van enkele grote huizen werd dan resoluut gekozen om de uitdagingen van de mondialisering tot agenda te maken. De omvorming van Bozar. De programmatie van De Munt. De ombouw van KVS tot stadstheater. Van Kaaifestival tot Kaaitheater. De Hallen van Schaerbeek. En uiteindelijk ook het nieuwe Théâtre National. En dan natuurlijk het KunstenFestival des Arts, de Zinnekeparade….

Eerder dan de nationale taalgemeenschappen zorgde de "kleine wereldstad" voor hun omgeving. De vervelling in het laatste decennium is ingrijpend. Brussel is nu een andere stad.

Cultuurplan
Die artistieke dynamiek botste natuurlijk op de Belgo-belgische instellingen. Een stadsgewest zonder culturele bevoegdheden! Twee autonome gemeenschappen, die elk hun ding doen. En zo werden kunstenaars vanzelf verplicht om verder positie in te nemen. Eind 2002 ontstond het Brussels Kunsten Overleg met nu meer dan 70 instellingen. In 2004 het Réseau des Arts met 44 leden. Beide netwerken werden samen de spil van een maatschappelijk engagement. Een intens discussieproces leidt op 29 september 2009 tot het Cultuurplan voor Brussel gesteund door 120 organisaties!

Over die ontwikkelingen wordt wel bericht in de Franstalige media. Vlaanderen wordt nauwelijks ingelicht. Want dat alles staat natuurlijk dwars op de sfeer die in het noorden wordt gecreëerd.

Het cultuurplan wordt nu binnen de artistieke sector zelf omgezet in beleid: een project om de eigen werking te multiculturaliseren, een inpassing van de cultuur in het volgende gewestelijk ontwikkelingsplan, een werking naar de internationale kunstenaarsgemeenschap in Brussel, een plan voor verregaande ondertiteling van alle voorstellingen, een werking naar de Europese expats, een zoektocht naar samenwerking met het onderwijs, een plan voor een Brussels zomerfestival… Dat is naar alle internationale standaarden uitzonderlijk. Respect!

Het grensverleggende signaal wordt in verschillende politieke partijen opgevangen. Er staan dan ook duidelijke Brusselse beleidsopties in het plan: een dringende vraag naar een regionaal cultuurbeleidscoördinator, naar een overlegorgaan tussen Cocof en VGC, de noodzaak van een databank over cultuurparticipatie, een afsprakennota voor goed cultuurbeleid in de gemeenten, meer kunstenaarsresidenties, enz. Die druk op het beleid leidde op 17 maart 2010 tot een historische, want eerste, gezamenlijke zitting van de beide gemeenschapsraden in Brussel. Aan het bestuur nu om ook te handelen.

Nog in het Frans vervellen
Het is waar dat die cosmopolitische tendens vooral in de Vlaamse instellingen aanwezig is. Er bestaan vandaag in Brussel geen Vlaamse kunsthuizen meer die zich beschouwen als dragers van een puur Vlaams repertorium naar de (schaarse) Brusselse Vlamingen. Integendeel. Brussel als wereldstad en poort naar buiten is ook de kweekvijver voor de meest dynamische Vlaamse culturele projecten. Het ware goed mocht dat ook eens in Vlaanderen doordringen.

De bal ligt nu vooral in het Franstalige kamp. Het Frans is ontegensprekelijk de lingua franca van de stad. Maar de cultuurdragers weten nog niet goed hoe daarmee om te gaan. Want het Frans is veelal tweede taal en verwijst dan niet meer naar één cultuur, naar de ene grote Franse traditie.

Een belangrijk stuk van de Franse gemeenschap in Brussel poogt de mondialisering en de stedelijkheid toch nog op te vangen in de "Francophonie". Een moeilijke zoektocht naar "un espace francophone" die een interparlementaire werkgroep van de vier partijen bezig houdt.

De meer verlichte vleugel heeft begrepen dat Brussel minstens een drietalige stad wordt, een wereldstad die steeds meer een cosmopolitische artistieke scène zal krijgen. Het is nu aan de grootste cultuurgemeenschap, aan de Cocof dus, om die stap te zetten: Brussel om te bouwen tot die meertalige hoofdstad van Europa, tot het Manhattan van dit continent. Een sterke Vlaamse cultuursector kan blijven stuwen, maar de omwenteling moet nu vooral binnen de Franse cultuurgemeenschap gebeuren.

Ook die tweespalt was in de KVS te voelen. Sommige Franstalige bijdragen (Claude Semal) kozen resoluut voor de cosmopolitische piste, spraken ook Nederlands en bepleitten een verregaande tweetaligheid voor alle Brusselaars. Anderen spraken eentalig Frans (Pierre Mertens) en gaven enkele politieke lessen aan de Vlamingen vanuit hun eigen stamverband. Voor hen en voor Brussel is het nu nodig te werken aan één zelfde avond in het Théâtre National, waar Franstalige (en ook Vlaamse) artiesten kritisch opkomen tegen elke vorm van etnocentrisch cultuurdenken.

Ik wacht dus vooral op de uitbouw van een "Pas en notre nom!" tegenover het heersende cultuurbeleid in de eigen gemeenschap. Want nationalisme schuilt overal en solidariteit vergt bovenal zelfkritiek!

Postscriptum: Overigens vind ik het een schande dat het onwettelijke concentratiekamp Guantanamo nog steeds niet is gesloten. Het bestaat weldra tien jaar en Obama houdt al meer dan twee jaar zijn belofte niet.

Eric Corijn is hoogleraar Sociale en Culturele Geografie aan de VUB en directeur van de onderzoeksgroep Cosmopolis. Tien weken lang wisselen Eric Corijn en filmmaakster Saddie Choua elkaar af als gastcolumnisten op brusselnieuws.be.

Eric Corijn - Zinnekespraat

Eric Corijn is hoogleraar Sociale en Culturele Geografie aan de VUB en directeur van de onderzoeksgroep Cosmopolis. In zijn tweewekelijkse column Zinnekespraat heeft hij het over de uitdagingen en kansen van de Brusselse metropool.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws , Column , Opinie , Eric Corijn - Zinnekespraat

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni