Aantal leerlingen in Nederlandstalig onderwijs in Brussel blijft stijgen

Het aantal ingeschreven leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel is in 2020 opnieuw gestegen met 2,6 procent. Dat is quasi dezelfde stijging als in het voorgaande jaar toen het aantal met 2,7 procent steeg. In totaal volgen er dit jaar 49.048 leerlingen les in het Brussels Nederlandstalig onderwijs.

De cijfers werden verkregen bij het kabinet van Brussels minister en bevoegd collegelid in de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) Sven Gatz (Open VLD). Het gaat hier om de balans van de spoedtelling in september.

Het totaal aantal leerlingen steeg van 47.812 in 2019 naar 49.048 in 2020. Dat is een stijging van 1.236 of 2,6 procent. De kleinste stijging is terug te vinden in het kleuteronderwijs, waar er dit jaar 227 kinderen bijkwamen. De sterkste stijgers zijn het gewoon lager onderwijs met 521 nieuwe leerlingen en het gewoon voltijds secundair onderwijs met 504 extra studenten. In het buitengewoon onderwijs kwamen er 34 leerlingen bij. In het deeltijds beroepssecundair onderwijs werd een daling van 50 leerlingen vastgesteld.

Geen plaats voor 1.350 kinderen

De VGC blijft intussen investeren om het tekort aan schoolplaatsen, met name in het basisonderwijs, op te vangen. In 2020 werd er in totaal 61,238 miljoen euro geïnvesteerd in 22 dossiers en die moeten 1.652 bijkomende plaatsen opleveren in het basisonderwijs. Voor 2021 schat men nu al dat er meer dan 47 miljoen euro zal geïnvesteerd worden.

Uit de inschrijvingscijfers van het basisonderwijs blijkt dat aan de start van het schooljaar 2020-2021 liefst 1.350 kinderen geen plaats vonden in het Nederlandstalig basisonderwijs in Brussel.