| Al wie het Nederlands niet machtig is, kan vanaf 16 jaar terecht bij het Huis van het Nederlands.

Cursus Nederlands populair in Brussel, maar slaagcijfers liggen laag

TDN
© BRUZZ
06/02/2020

Van de 17.729 bezoekers die in 2019 naar het Huis van het Nederlands in Brussel stapten met een vraag omtrent taalcursussen NT2 (Nederlands als tweede taal), schreven 10.022 individuen zich effectief in voor een cursus. De taalopleidingen zijn vooral populair onder (werkloze) Brusselaars met Frans als moedertaal. Bijna de helft van de cursisten slaagt echter niet.

Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Annabel Tavernier (N-VA) opvroeg bij Vlaams minister voor Inburgering Bart Somers (Open VLD).

Wie Nederlands wil leren in Brussel, stapt best eens binnen bij het Huis van het Nederlands vlakbij het Rouppeplein. Bijna 18.000 bezoekers informeerden zich vorig jaar over de taalcursussen, 10.000 van hen schreven zich effectief in voor een module. Die aantallen liggen in dezelfde lijn als de voorbije jaren, bevestigt interim-directeur Maarten Mommaerts aan BRUZZ.

Betere jobkansen

Meer dan een derde van de in 2019 ingeschreven cursisten beschikt over de Belgische nationaliteit (35,2 procent). Frans is de vaakst voorkomende moedertaal (29,6 procent). “Dat bewijst dat het Nederlands aan belang wint in Brussel, stelt Tavernier. “Dat is onder meer te danken aan het groeiend besef dat een goede kennis van het Nederlands betere jobkansen biedt.”

Bijna 60 procent van de cursisten heeft namelijk geen job op het moment van inschrijving. Ongeveer 10 procent combineert de NT2-taallessen met zijn of haar studies. Iets meer dan 30 procent van de cursisten werkt als zelfstandige of werknemer. De ingeschreven cursisten zijn overigens relatief jong: 75 procent van hen is jonger dan 40 jaar.

De uitdaging blijft om cursussen op maat aan te bieden. Sommigen leren nu eenmaal graag klassikaal, anderen liever digitaal.

Maarten Mommaerts (Huis van het Nederlands)

Opvallend zijn de lage slaagcijfers. Amper 52,8 procent van de cursisten slagen voor een module waarop ze ingeschreven zijn. Verontrustend, zegt Tavernier. Maar Mommaerts relativeert. Navraag leert dat een vierde van de ingeschreven personen zich in de loop van de module uitschrijft. Het effectieve buispercentage bedraagt 11,2 procent.

"Het is moeilijk om er de vinger op te leggen, maar meestal zijn het toch persoonlijke gebeurtenissen die ervoor zorgen dat iemand de lesmodule opgeeft. Denk maar aan het vinden van een job, bijvoorbeeld. Of een zwangerschap", aldus de directeur ad interim van het Huis.

Maatwerk voor divers publiek

De komende twee jaar zal de organisatie onderzoeken waarom iemand beslist te stoppen of net door te zetten met een module. "Zo kunnen we ons aanbod nog beter afstemmen op de noden van de cursist. Dat blijft onze grootste uitdaging, aangezien ons publiek ontzettend divers is. Sommigen leren graag klassikaal, anderen liever via een app of digitaal", besluit Mommaerts.

De niet-Belgen komen hoofdzakelijk uit Marokko (8,5 procent), Frankrijk (5,8 procent), Italië (3,1 procent) en Spanje (2,9 procent). Indien men geen Frans spreekt, is de moedertaal meestal Arabisch (20,9 procent). De cursisten wonen bijna allemaal in het Brussels Gewest (89,7 procent), met de gemeente Schaarbeek (13,2 procent) en de stad Brussel (12,5 procent) op kop.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Onderwijs , Samenleving , huis van het nederlands , Annabel Tavernier , Maarten Mommaerts

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni