Het Franstalig onderwijs in Brussel kreunt onder een tekort aan leraars Nederlands. Schooldirecteurs zijn genoopt tot halfslachtige oplossingen. Ze spreken vrijwilligers aan of organiseren zelfstudiepakketten. “Twee uur per week maken we zelfstandig oefeningen onder toezicht van een begeleider", zegt een leerling. "Maar die kan ons niet met de leerstof helpen. We leren er niets bij.”
| Schoolkinderen op stap met de klas.
Nederlands is verplicht in het Franstalig onderwijs in Brussel: Brusselse leerlingen krijgen drie uur Nederlands vanaf het derde leerjaar, en vijf uur Nederlands vanaf het vijfde leerjaar. Ook in het secundair onderwijs blijft Nederlands verplichte kost. Zo staat het in de federale taalwet uit 1963.
In de praktijk blijkt het moeilijk om die uren effectief te geven. De administratie houdt geen centrale cijfers bij, maar arbeidsbemiddelaar Actiris spreekt alvast van een structureel tekort.
Daar zit de opleiding van leerkrachten zeker voor iets tussen. Nederlands is voor de Franstalige studenten die later in het lager onderwijs zullen lesgeven geen verplicht vak, zelfs niet in Brussel. De hogeschool Francisco Ferrer in de hoofdstad is de enige die Nederlands als optie aanbiedt, via de nieuwe tweetalige lerarenopleiding.
"Nederlands is niet verplicht. We willen dat de mensen die die taal onderwijzen, dat met enthousiasme doen"
Het zijn afgestudeerden met een bachelordiploma lager secundair onderwijs met optie Germaanse Talen die Nederlandse les geven in de Brusselse lagere scholen. Zij geven telkens een paar uur Nederlands aan verschillende klassen. Wie geluk heeft, kan op eenzelfde school een volledig lesrooster krijgen, maar vaak moeten die taalleerkrachten in verschillende scholen voor de klas staan. Geen aantrekkelijke werkomstandigheden, en dus verkiezen die leerkrachten Nederlands de secundaire scholen. Helaas is ook daar een lerarentekort.
De toekomstige nieuwe lerarenopleiding, net goedgekeurd door de Franse Gemeenschap, wil het algemene tekort wegwerken. Elke leraar moet minstens vier jaar studeren, krijgt een masterdiploma en dus ook meer loon. Studenten lager onderwijs kunnen kiezen voor een talenpakket, en eventueel nog een extra specialisatiemaster in het talenonderwijs. Zo kunnen leerkrachten in de toekomst wel Nederlands geven aan hun eigen klas, en kunnen ze ook in het immersieonderwijs terecht. In 2020 moet die nieuwe lerarenopleiding van start gaan.
"We zien vandaag Nederlands te veel als systeem en te weinig als middel om te communiceren"
Imagoprobleem
Nederlands blijft optioneel, en dus niet verplicht. Een bewuste keuze? “We willen dat de mensen die Nederlands onderwijzen, dat ook met enthousiasme doen,” klinkt het bij minister van Hoger Onderwijs Jean-Claude Marcourt (PS).
Onderzoeker Eloy Romero-Muñoz van hogeschool Francisco Ferrer, is eveneens tegen een verplichting. “We pleiten vooral voor een verbetering van het imago van het Nederlands in Franstalig België, wat nooit zal gebeuren als we zo blijven lesgeven. We zien vandaag de taal te veel als systeem en te weinig als middel om te communiceren.”
Op niveau van de lerarenopleiding pleit Romero-Muñoz voor meer uitwisselingen, zoals nu al gebeurt tussen Haute Ecole Ferrer en de Erasmushogeschool Brussel. Studenten uit beide taalgemeenschappen komen met elkaar in contact, wat het imago van de andere taal alleen maar ten goede komt.
In afwachting van hervormingen en uitwisselingen is er natuurlijk nog altijd die pijnlijke realiteit van leerlingen die geen behoorlijk Nederlands krijgen. Minister van Onderwijs van de Franse Gemeenschap Marie-Martine Schyns (CDH) biedt enkele doekjes voor het bloeden.
“Als een leerkracht uitvalt, zullen zijn collega’s tot vier uur extra mogen werken, tegen betaling. Op die manier kan een tijdelijke vervanging opgevangen worden,” zegt woordvoerder Eric Etienne. “Ook willen we zogenoemde fonctions blanches creëren, waarbij mensen zonder lerarenopleiding de leerlingen begeleiden en oefeningen geven, in samenspraak met de afwezige leerkracht.”
De leerlingen: 'Geen Nederlands? Eerst vond ik dat cool'
Ninon zit in het vierde middelbaar van een Franstalige school van de Stad Brussel. Normaal gezien krijgt ze vier uur Nederlands per week. Maar gedurende anderhalf jaar was er geen leerkracht.
“We maakten dan maar oefeningen op de computer, een uur per week. Daar leerden we niets bij. De resterende drie uur waren we vrij,” zegt ze. “Daarna was het aan de leerlingen om een manier te vinden om Nederlands te leren.” Eén middagpauze per week volgde Ninon een remediëringsles. “Dat was beter dan niets.”
Dit jaar biedt de school die mogelijkheid niet meer. Gelukkig staat er sinds een maand een leerkracht Nederlands voor de klas. “In het begin dacht ik: minder les, waarom niet? Dat was cool,” lacht Ninon. “Daarna kwam het besef dat dat een nadeel was.” Zelf gelooft ze niet dat ze in staat is om een gesprek te voeren in het Nederlands.
“Sinds twee weken zijn de begeleiders gestopt met de zelfstudiepakketten, want ze zien er het nut niet van in”
Ook Martin* is een leerling van een secundaire school van de Stad Brussel. Hij zit in het tweede jaar. Sinds september heeft hij geen leerkracht Nederlands gezien. Toen de directie van zijn school in november begreep dat ze niet meteen een leerkracht zou vinden, kregen de leerlingen zelfstudiepaketten.
“Twee uur per week maken we zelfstandig oefeningen onder toezicht van een begeleider, maar die kan ons niet met de leerstof helpen. We leren er niets bij,” vertelt Martin. “Sinds twee weken zijn die begeleiders ermee gestopt, want ze zien er het nut niet van in.” Op initiatief van zijn vader volgt hij een uur per week thuis bijles Nederlands.
“Ik maak me geen zorgen om mijn zoon, maar om zijn klasgenoten, van wie de ouders zich misschien geen bijlessen kunnen veroorloven,” zegt zijn vader verontwaardigd. “Dat maakt me boos.”
(*) Martin is een schuilnaam
De uitdagingen in het Brussels onderwijs
Meertaligheid
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , De uitdagingen in het Brussels onderwijs , Meertaligheid , leerkrachtentekort , Franstalig onderwijs , Nederlands leren
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.