middelbaar onderwijs middelbare school tieners leerlingen studeren aardrijkskunde
Interview

LOP Brussel: 'We zullen kansarme ouders moeten aansporen andere scholen te kiezen'

Sara De Sloover
© BRUZZ
28/10/2018

"We gaan moeten zorgen dat meer kansarme leerlingen een keuze maken voor scholen waar er nu nog relatief weinig kansarme leerlingen zitten." Zo schat Petrus Van den Cruyce, de voorzitter van het Brusselse Lokaal Overlegplatform voor het secundair onderwijs, de gevolgen van de nieuwe inschrijvingsregels in. De 'ingewikkelde' voorrangsregeling voor Nederlandstaligen moet dan weer herbekeken worden, vindt de voorzitter van het LOP in een interview met BRUZZ.

Groen Brussel roept Vlaams minister voor Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) op om de beslissing over de nieuwe inschrijvingsregels voor scholen te herzien voor Brussel. Maar ook het Brusselse Lokale Overlegplatform voor het secundair onderwijs stelt zich veel vragen.

Minister Guy Vanhengel (Open VLD), VGC-collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, zei in de bevoegde commissie dat de lokale overlegplatformen (LOP's) vrezen dat "het schrappen van de voorrang voor kansarme kinderen de voorzichtige sociale mix in veel scholen teniet zal doen". BRUZZ vroeg het na bij Petrus Van den Cruyce, de voorzitter van het LOP secundair onderwijs in Brussel.

Klopt dat, heeft u dat zo gezegd?
"Nee, wij niet, maar dat is wel een vrees die in veel Vlaamse LOP's leeft."

Zal dit nieuwe systeem een betere spreiding geven van kansarme kinderen?
'Dat is ook voor mij nog koffiedik kijken."

Wat zullen de gevolgen voor Brussel zijn?
"Wij kunnen de gevolgen nog niet inschatten, als alle kinderen tegelijk aanmelden en dan enkel door loting een plekje krijgen. Vandaag is in het Brusselse secundair een kwart van de plaatsen in de klas voorbehouden voor GOK-leerlingen (gelijke onderwijskansen, red.). Wij zien daardoor een verbetering van de spreiding van de GOK-leerlingen."

"De voorrang voor deze leerlingen verdwijnt. Dus zullen we een manier moeten vinden om de sociale mix te garanderen. Zo zouden we er voor moeten kunnen zorgen dat meer kansarme leerlingen zich aanmelden op scholen waar er nu nog relatief weinig kansarme leerlingen zijn. Het profiel van de inschrijvingen zal zich dan weerspiegelen in het profiel van de aanmeldingen."

Bovendien is het volgens minister Vanhengel duidelijk dat de nieuwe inschrijvingsregels de capaciteitsdruk niet zullen doen afnemen.
"De scholen in Brussel zullen nog altijd te weinig plaats hebben. Er is dringend nood aan extra scholen, en inspanningen om ervoor te zorgen dat leerlingen ook naar die nieuwe scholen willen gaan."

Want dat ligt moeilijk?
"Specifiek voor Brussel is het 'populariteitsprobleem' van een tiental secundaire scholen, die vaker als eerste keuze worden opgegeven dan er vrije plaatsen zijn. Er zijn 500 ouders die ondanks sterk aandringen slechts één schoolkeuze opgaven."

"En diegenen die voor een van de populaire scholen kozen, maakten zelden ook een keuze voor een minder populaire. Daardoor waren in het oude systeem hun kansen voor hun tweede of derde keuze al zo goed als nul. Dat probleem raakt ook in het nieuwe systeem niet opgelost."

"Het is gemakkelijk om te zeggen: 'Meer plaats voor Vlamingen in Nederlandstalige scholen', maar wat is de precieze definitie van die Vlaming? Wij zijn voor één criterium, gebaseerd op de taal van het kind"

Petrus Van den Cruyce, voorzitter Lokaal Overlegplatform Brussel, voor secundair onderwijs

Verder wordt ook de voorrang voor kinderen van Nederlandstalige ouders opgetrokken van 55 naar 65 procent. En 15 procent van de plaatsen wordt gereserveerd voor leerlingen die al Nederlandstalig basisonderwijs volgden.

"Dat klinkt zeer ingewikkeld en lijkt ons erg moeilijk te organiseren. Het is gemakkelijk om te zeggen: 'Meer plaats voor Vlamingen in de Nederlandstalige scholen', maar wat is de precieze definitie van die Vlaming? Wij zijn voorstander van één enkel criterium, gebaseerd op de taal van het kind."

"Ieder kind dat naar het Nederlandstalig basisonderwijs gaat, moet een plaats hebben op de Nederlandstalige secundaire scholen, is mijn persoonlijke mening. Het aantal kinderen dat in onze secundaire scholen niet uit het Nederlandstalige lager onderwijs komt, bedraagt bovendien nog geen 2 procent. En plots zouden ze tot 20 procent van de plaatsen kunnen krijgen?"

"Het is ook maar de vraag hoe we dit soort regels eenduidig kunnen uitleggen aan de ouders. Waarom zou je op het aantal Nederlandstaligen een rem zetten? En kinderen uit een Nederlandstalige basisschool met Nederlandstalige ouders, welk criterium moeten die best kiezen om kans te maken op een plek? Ik weet als wiskundige toevallig wat van kansberekening af en zou ouders hier niet willen over adviseren."

Als ik u zo hoor, was het LOP Brussel eigenlijk vragende partij voor nieuwe voorrangsregels?

(zucht) "Brussel is niet te vergelijken met de rest van Vlaanderen. Nieuwe inschrijvingsregels zullen ervoor moeten zorgen dat iedereen ongeveer gelijke kansen heeft om in een bepaalde school een plaats te vinden. Wij hebben verkregen dat we het informaticasysteem, dat we opgezet hebben voor de regels die pas sinds dit schooljaar gelden, ook volgend schooljaar nog mogen gebruiken."

"Daarna moeten we nog verder praten over de wijzigingen voor het schooljaar 2020-2021, dat is duidelijk. Ook hoe we dat allemaal tijdig zullen kunnen communiceren aan de ouders."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Onderwijs , Samenleving , Politiek , Petrus Van den Cruyce , LOP , voorrangsregeling Nederlandstaligen

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni