PVDA: 'Tweetalig onderwijs voor een tweetalig Gewest'

© Brussel Deze Week
17/10/2013
Negen werkaanbiedingen op tien in het Brussels Gewest vereisen een goede kennis van de twee nationale talen. Maar één op de tien Brusselaars is tweetalig. Spijtig genoeg zijn onze Brusselse scholen zelden een garantie op tweetaligheid, zegt Jan Busselen (PVDA).

De Brusselse gemeenten hebben echter een sleutel in handen om tweetalig immersieonderwijs aan te bieden. Volgens de laatste taalbarometer spreekt een stijgend aantal Brusselaars uit Nederlandstalige en anderstalige gezinnen niet langer goed tot uitstekend Frans. Maar ook jongeren die school liepen in het Franstalig onderwijs spreken steeds minder behoorlijk Nederlands. Tegelijkertijd blijkt uit een studie van hetzelfde onderzoekscentrum uit 2007 dat 60 tot 75 procent van de Brusselse ouders voorstander is van tweetalig onderwijs.

Veel Franstalige ouders erkennen het belang van tweetaligheid en doen er alles aan om een plaats te verkrijgen in een Nederlandstalige school. Met het risico dat het kind niet kan volgen omdat het thuis niet de taalondersteuning kan krijgen van de ouders die de schooltaal niet machtig zijn. In sommige scholen zorgt een hoge concentratie anderstalige leerlingen voor een twijfel bij Nederlandstalige ouders om hun kind in de buurtschool in te schrijven, waardoor onbewust en ongewild sociale segregatie in de hand wordt gewerkt.

Volksscholen
Vanzelfsprekend zal er meer nodig zijn om de reeds bestaande en toenemende sociale segregatie in het onderwijs te bekampen. Maar dat neemt niet weg dat we ons kunnen afvragen wat het Brussels Gewest en haar negentien gemeenten kunnen ondernemen om hun toekomstige generaties meer kansen te bieden op de arbeidsmarkt en Nederlandstalige en Franstalige Brusselaars dichter bij elkaar te brengen.

De ongelijkheid in het Belgisch onderwijs is de grootste van alle geïndustrialiseerde landen. In Brussel is die ongelijkheid tussen de scholen nog groter. Indien tweetaligheid niet verzekerd wordt voor alle leerlingen, dan is dat nog meer het geval in de volksscholen. In de technische en beroepsafdelingen is de kennis van de twee talen dramatisch. De eerste slachtoffers zijn bijgevolg die jongeren die reeds benadeeld zijn op de arbeidsmarkt. Marion Englert, onderzoekster economie aan de ULB, stelt vast dat het niet kennen van het Nederlands door de werkzoekenden ervaren wordt als "de meest voorkomende hindernis voor het verkrijgen van een job." Terwijl de eentaligen 42 procent vertegenwoordigen van de werkzoekenden, vertegenwoordigen ze slechts 19 procent van de personen voor wie Actiris een job vindt. Het gebrek aan tweetaligheid versterkt dus nog de ongelijkheid en de sociale uitsluiting. Laaggeschoolde werkzoekenden halen het meest voordeel uit tweetaligheid: hun kansen op het vinden van een job verhogen hierdoor met 20 procent. Voor de hooggeschoolden vertegenwoordigt tweetaligheid niet in dezelfde mate een troef. Bij de 1.800 enquêtes gevoerd door de PVDA in voorbereiding van de laatste gemeenteraadsverkiezingen werd dit bevestigd door het feit dat arbeiders en personen met een diploma van middelbaar onderwijs meer belang hechten aan tweetaligheid dan bedienden en personen die hogere studies hebben gevolgd.

Canada, Zwitserland en Finland
Nog een reden om tweetalig onderwijs in te voeren vinden we terug in de realiteit van een stad als Brussel. In woorden is Brussel een tweetalig Gewest, maar in de feiten wordt de stad op verschillende bevoegdheden verdeeld tussen de twee grote gemeenschappen van ons land. Zo blijft ook het onderwijs voor een groot deel afhankelijk van deze gemeenschappen. De invloed van verschillende staatshervormingen, het opkomende nationalisme in het noorden en het groeiende regionalisme in het zuiden van ons land, zorgen voor een onderwijspolitiek die niet meer geënt is op de Brusselse veelkleurige realiteit.

Er bestaat een taalmethode die in landen als Canada, Zwitserland en Finland heeft bewezen dat tweetalig onderwijs mogelijk is. Deze methode en haar onderwijsvorm kennen we als immersieonderwijs. Kinderen krijgen les in een andere taal dan hun moedertaal. Een deel van de lessen wordt gegeven in een tweede taal, wat iets anders is dan een 'taalles'. Zo krijgen kinderen in een Nederlandstalige school bijvoorbeeld aardrijkskunde in het Frans. Het kind leert de taal dus door ze te gebruiken. Daar waar een tweede taal vaak pas wordt onderwezen vanaf een vijfde studiejaar of hooguit vanaf de derde klas, begint men met immersieonderwijs best zo vroeg mogelijk, al van in de kleuterklas of in het eerste studiejaar.

Immersie bestaat ook al bij ons. In Wallonië passen driehonderd scholen immersie toe. Maar in Brussel, waar dit het meest nodig is, bestaan er slechts een twaalftal immersieprojecten. De Brusselse gemeenten - met steun van het Gewest - kunnen immersieonderwijs organiseren als ze dat willen. En op die manier een voorbeeld geven aan de gemeenschappen en de verschillende schoolnetten. Waar wachten ze op?


Jan Busselen, PVDA Schaarbeek

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni