Spoken World (3): Kristina Camilleri, filosofe in spe

© Brussel Deze Week
22/12/2011
De slotdag van Spoken World, 10 december, was voor de jeugd, met acht Brusselse jongeren die een toespraak hielden in het Kaaitheater. Vandaag presenteert BDW u de toespraak van Kristina Camilleri, een jonge Maltese die sinds drie jaar in Brussel woont en in Leuven filosofie studeert.

Waaraan denkt u als ik het woord 'natuur' uitspreek? Misschien roept het wel een beeld op van plaatsen als het oude Bialowiezawoud in Polen, of de open zee, of de bergen van de Himalaya. Maar wat zou u denken van de stad Brussel? Of van welke andere stad dan ook, wat dat betreft?

Tegenwoordig maken we onderscheid tussen wat we 'natuurlijk' en wat we 'kunstmatig' noemen. Maagdelijke wouden worden bijvoorbeeld als natuurlijk beschouwd, terwijl Franse tuinen voor kunstmatig doorgaan; en als mensen zeggen dat ze in de natuur willen zijn, dan gaan we er gewoonlijk van uit dat ze een tijdlang het stadsleven willen ontvluchten. 'Natuurlijk' en 'kunstmatig' zijn dus termen die we gebruiken om onderscheid te maken tussen dingen die door de mens zijn gemaakt en voortbrengselen van niet-menselijke organismen. Het woord 'kunstmatig' betekent eenvoudigweg 'door mensen gemaakt', het wordt gebruikt voor dingen die niet 'vanzelf' zijn ontstaan. Probeert u het maar eens: waar moet u aan denken als ik het woord 'kunstmatig' zeg?

Bewustzijn
Maar waarom noemen we dingen die dieren maken dan niet kunstmatig? Of waarom zonderen we mensen uit als wezens die buiten de natuur staan, en vinden we dat wat wij maken geen natuurlijke dingen zijn? Waarom is het nest van een vogel of de dam van een bever natuurlijk, en een flatgebouw kunstmatig?

Velen onder ons hier denken misschien dat we deze onderscheidingen maken omdat mensen in een aantal opzichten heel erg verschillen van andere levensvormen. Wellicht is dat doordat, als enige wezens in de natuur voor zover we weten, mensen het vermogen bezitten bewuste keuzen te maken, terwijl in de natuur de dingen spontaan en totaal instinctief lijken te gebeuren.
Ik denk niet dat mensen los staan van de natuur. Wat is er toch gebeurd met de evolutietheorie, die mensen met grote kracht weer bij de natuur onderbracht? De mens is een natuurlijke soort, wij zijn natuurlijke wezens.

U vraagt zich misschien in stilte af waar zulke dingen als de menselijke geest of cultuur in het plaatje passen. Denk ik soms echt dat die natuurlijk zijn? Wel, in tegenstelling tot ten minste vierhonderd jaar van dualistisch denken, beantwoord ik die vraag met een onvoorwaardelijk JA! De menselijke geest vertoont misschien wel of niet gelijkenissen met de geest van dieren, maar hoe dat ook zij, en zelfs als de menselijke geest volstrekt uniek is, dat laat onverlet dat ze van nature gegeven is. Op zijn minst als een voordeel op korte termijn hebben evolutionaire veranderingen op de een of andere manier geleid tot ons vermogen te denken en ons bij dat denken van onszelf bewust te zijn.

We voelen ook de dualistische spanning tussen cultuur en natuur. Maar kan cultuur wel zo resoluut van natuur worden gescheiden? Als ik bijvoorbeeld aan de Japanse makaken denk, die hun zoete aardappelen wassen en er zout op doen, en deze gedeelde activiteit doorgeven aan hun jongen, dan weet ik dat nog niet zo zeker. Ze waren niet genetisch geprogrammeerd hun voedsel te wassen: dat weten we, omdat de oudste leden van de groep dat niet doen. Het moet dus gaan om een culturele uitvinding, die ook via de cultuur is doorgegeven.

Als we ervan uitgaan dat mensen, cultuur, menselijke activiteiten en uitvindingen tot de alomvattende categorie van de natuur behoren, dan is een van de gevolgtrekkingen waar we noodzakelijkerwijze toe moeten komen dat enig wezen niet meer of minder natuurlijk kan zijn dan een ander wezen, dat alle wezens, wat hun natuurlijkheid betreft, gelijk zijn. Daarom zou het veranderen van onze opvatting van de natuur een emancipatorisch effect moeten hebben, en wel op twee manieren.

Enerzijds zijn niet-menselijke dieren, land en water gelijk aan de mensen. Op die manier kunnen we naar de natuur kijken op een ecocentrische manier, waarop alle dingen op hetzelfde niveau onderling verbonden zijn, veeleer dan op de manier van een antropocentrische hiërarchie waar de mens het sluitstuk van vormt. Anderzijds zijn ons gedrag en onze culturen ook geëmancipeerd, aangezien ze als even natuurlijk zouden moeten worden beschouwd als die van niet-menselijke organismen. Wat wij mensen doen is altijd natuurlijk, zelfs die handelingen die niet op dierlijke activiteiten lijken. Zo kunnen zelfs vervuiling, giftig afval en besmetting met radioactiviteit toegevoegd worden aan de oneindige lijst der natuurlijk dingen: het eiland van afval in de Stille Oceaan of de ramp in Tsjernobyl zijn daar concretere voorbeelden van.

Rampen
Op zijn minst sommigen onder u voelen zich nu vermoedelijk niet prettig bij deze opvatting van de natuur - bij mij was dat in ieder geval wel zo toen ik er pas over na begon te denken. Maar het hele eiereneten is, denk ik, dat je de natuur moet zien zoals ze echt is: niet de harmonieuze evenwichtige natuur die we vaak te zien krijgen, maar de onevenwichtige natuur met al haar rampen. Dan pas kunnen mensen als een deel ervan worden gezien. Het westerse denken over mensen als buiten de natuur staande wezens berust dus op een vergissing.

Anderzijds, als we erkennen dat we deel uitmaken van de natuur, kunnen we zien dat sommige manieren om het over de natuur te hebben echt absurd zijn. Sommigen zeggen bijvoorbeeld dat we onszelf niet van de natuur zouden moeten afsnijden, dat we uit de steden naar de bossen zouden moeten terugkeren. Maar we zijn nooit van de natuur afgesneden geweest, we kùnnen dat zelfs niet zijn. Zelfs al woonden we in steriele witte laboratoria vol iPods: we moeten ons realiseren dat technologie een van de middelen is waarmee vele mensen dagelijks direct met de natuur in contact komen, zelfs al zijn ze zichzelf daar misschien niet van bewust.

Anderen zeggen misschien dat we onszelf moeten opofferen om de natuur te reddeen van menselijke bemoeienis. Maar we kunnen echt niet blijven denken dat, als wij maar van de natuur wilden afblijven, die eengelukkiger of betere plaats zou zijn. Zeker, we hebben al verschillende stukken van de natuur vernietigd en doen dat nog steeds. Maar de natuur is vol rampen en disharmonie: aardbevingen, tsoenami's, de opwarming van de aarde; sommige daarvan worden veroorzaakt door de beweging van tektonische platen, andere door ons, maar voor beide geldt dat het voorbeelden zijn van veranderingen die in de natuur plaatshebben. De conclusie is dus dat mensen een deel van de natuur zijn, en hoe we daarmee omgaan zou in de eerste plaats daarvan af moeten hangen.

door: Kristina Camilleri

Kristina Camilleri werd geboren in Los Angeles in 1988. In 1998 keerden haar ouders, immigranten uit Malta, met haar naar het eiland terug. In 2008, na een eerste jaar aan de universiteit van Malta, ging ze naar Ierland, waar ze acht maanden doorbracht (en haar gedicht 'Immigrant' verscheen in de bloemlezing Landing Places: Immigrant Poets in Ireland). In 2009 werd ze toegelaten tot de K.U. Leuven, waar ze tot de huidige dag filosofie studeert. Wonen doet ze sindsdien in Brussel.

Spoken World en de jeugd

De slotdag van Spoken World, 10 december, was voor de jeugd, met acht Brusselse jongeren die een toespraak hielden in het Kaaitheater. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie , Spoken World en de jeugd

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni