De acht Brusselse ministers en staatssecretarissen kregen het voorbije regeerjaar een derde meer vragen en interpellaties dan het jaar voordien. Waar 2019-2020 nog goed was voor 3.620 vragen en interpellaties, steeg dat aantal naar 4.868 tijdens het voorbije jaar. Dat meldt La Capitale.
33 procent meer vragen en interpellaties voor Brusselse ministers
Brussels minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) werd het vaakst bevraagd, gevolgd door Brussels minister van Gezondheid Alain Maron (Ecolo) en Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS). Waar Van den Brandt in 2019-2020 nog 726 vragen of interpellaties kreeg, waren dat er het voorbije jaar niet minder dan 911. Maron kon het voorbije jaar rekenen op 716 vragen of interpellaties, tegenover 638 het jaar voordien. Vervoort ontving meer dan 700 interpellaties en vragen. Vooral de maatregelen met betrekking tot de pandemie en de Gewestelijke Veiligheidsraad inspireerden tot vragen.
Na Van den Brandt, Maron en Vervoort volgen Bernard Clerfayt (DéFI), Nawal Ben Hamou (PS), Pascal Smet (one.brussels-Vooruit), Barbara Trachte (Ecolo) en Sven Gatz (Open Vld).
Brussels staatssecretaris voor Gelijke Kansen Nawal Ben Hamou (PS) werd geconfronteerd met de sterkste stijging in het aantal vragen en interpellaties. Waar ze het jaar voordien nog 365 vragen of interpellaties voorgeschoteld kreeg, waren er dat het voorbije jaar maar liefst 610. Vooral vragen in verband met haar plannen rond huisvesting passeerden de revue.
Ook staatssecretaris voor Stedenbouw Pascal Smet (one.brussels-Vooruit) kreeg te maken met een toename van 326 naar 557 vragen en interpellaties. Clerfayt steeg van 536 naar 631 vragen of interpellaties. Vragen of interpellaties voor Trachte stegen van 251 naar 385 exemplaren. Bij Gatz ging het van 228 naar 356 vragen of interpellaties.
Lees meer over: Brussel , Politiek , interpellaties , Elke Van den Brandt , Rudi Vervoort